Eind december 2015 heeft minister Asscher een wetsvoorstel ingediend voor wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet. Wat zijn in het kort de belangrijkste doelstellingen en wijzigingen van dit wetsvoorstel?
De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de arbeidsgerelateerde zorg. Er is forse kritiek geuit op het functioneren van de arbodienstverlening in het algemeen en op de rol van de bedrijfsarts in het bijzonder. Op verzoek van minister Asscher heeft de Sociaal Economische Raad (SER) op 19 september 2014 een advies uitgebracht over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg.
Wetsvoorstel
Op basis van dit advies heeft de minister in mei 2015 via internetconsultatie een eerste Voorstel van wet voorgelegd aan de branche. De in totaal 41 ontvangen reacties heeft minister Asscher gebruikt bij het opstellen van het uiteindelijke wetsvoorstel. Na advies op het voorstel door de Raad van State is het ingediend bij de Tweede Kamer.
Van kracht
Naar verwachting behandelen de Eerste en Tweede Kamer het wetsvoorstel in de loop van 2016. De wet zal dan waarschijnlijk op zijn vroegst van kracht zijn vanaf medio 2016, mogelijk zelfs pas per 1 januari 2017. Lopende arbodienstverleningscontracten zullen nog een jaar na inwerkingtreding van de wet ongewijzigd van kracht blijven.
Doelstellingen en wijzigingen
Wat zijn de belangrijkste doelstellingen en wijzigingen? En wat zijn de gevolgen voor de contracten van werkgevers en werknemers met arbodiensten en bedrijfsartsen? U vindt het hieronder kort op een rij.
Doelstellingen
versterking van de positie van de preventiemedewerker en samenwerking met de arbodienstverleners/arbodeskundigen;
verduidelijken van de adviserende rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding;
het kunnen consulteren van de bedrijfsarts;
ruimte voor professionele beroepsuitoefening door bedrijfsarts en andere arbodienstverleners;
het basiscontract arbodienstverlening;
meer mogelijkheden voor handhaving en toezicht.
Wijzigingen
Betere toegang tot de bedrijfsarts door middel van een open spreekuur, bedrijfsarts moet iedere arbeidsplaats kunnen bezoeken en er moet een adequate procedure komen voor het afwikkelen van klachten.
Recht van werknemer op second opinion van andere bedrijfsarts, buiten de arbodienst of het bedrijf waar de eerste bedrijfsarts werkt. Zelfstandige bedrijfsartsen en arbodiensten moeten hiertoe contracten gaan afsluiten met andere arbodienstverleners.
Afspraken over de arbodienstverlening vastleggen in een schriftelijke overeenkomst, het basiscontract arbodienstverlening. Daarin moet staan: 1) dat de bedrijfsarts toegang heeft tot elke werkplek, 2) op welke manier de arbodienstverlener of bedrijfsarts zijn wettelijke taken kan uitvoeren, 3) hoe de toegang tot de bedrijfsarts en het overleg met de preventiemedewerker en or zijn geregeld, 4) hoe werknemers gebruik kunnen maken van het recht op second opinion, 5) hoe de klachtenprocedures werken en 6) hoe de bedrijfsarts omgaat met de meldingsplicht voor beroepsziekten.
Handhaving en toezicht: uitbreiding van de sanctioneringsmogelijkheden van de Inspectie SZW ten opzichte van werkgevers, arbodiensten en bedrijfsartsen. In sommige gevallen wordt de bedrijfsarts gelijkgesteld aan de werkgever. De I-SZW mag werkgevers zonder basiscontract arbodienstverlening beboeten.
Grotere betrokkenheid van werknemers bij de totstandkoming van afspraken met arbodiensten en bedrijfsartsen. Zo krijgt het medezeggenschapsorgaan instemmingsrecht bij de keuze van de preventiemedewerker en diens positionering in de organisatie.
Voor risicos en afspraken over aansprakelijkheden moeten medezeggenschapsorganen en werkgevers zich goed laten informeren over de rechten en plichten die zij aangaan in de overeenkomsten met arbodienstverleners. Door scholing of door een adviseur in de arm te nemen.
> Lees ook: Arbowet gewijzigd, doel bereikt?
> Lees binnenkort uitgebreid over de gewijzigde Arbowet in Vakblad Arbo 1/2-2016.
> Dieper op deze veranderingen ingaan? Kom naar de Arbo Wetgeving & Actualiteitendag op 21 april 2016