Bron NPORADION1, vrijdag 10 juli 2020 | KRO-NCRV | Redactie Spraakmakers
Maar liefst een derde van alle werkenden geeft aan dat de werkdruk hoger is dan ooit sinds corona. Daardoor zit 10 procent van de werkenden tegen een burn-out aan, onderzocht vakbeweging CNV. Burn-out psycholoog Paul de Bruijn denkt dat dit komt omdat een vast ritme verdwijnt.
“Normaal ga je naar je werk, je rijdt naar huis en je ontspant wat. Dan is het klaar.” Zeker in de beginfase, waarin veel kinderen niet naar school gingen en beide ouders thuiswerker, liep alles door elkaar heen.
Waar de een het voor elkaar krijgt om strakke schema’s te maken én te volgen, lukt dat een grote groep mensen ook niet. “Een kind houdt zich niet aan jouw schema.”
Burn-out na de vakantie
Vooralsnog wordt de Bruijn in zijn praktijk niet overspoelt met nieuwe burn-out cliënten. Veel werknemers zitten uitgeblust thuis, maar zien de bedrijfsarts nog niet.
Hij verwacht een grote toename van het aantal burn-outs na de vakantie. “De problematiek blijft, maar door het vakantiemoment lijkt het alsof er ontspanning is geweest.” Veel mensen denken dat ze hun burn-out kunnen onderdrukken door er tussenuit te gaan, maar krijgen de deksel des te harder op hun neus als ze terugkomen.
‘Ook thuis een uitknop aan je werk’
Piet Fortuin, voorzitter van het CNV zag de afgelopen maanden de druk op werknemers toenemen door het thuiswerken. “Er is geen begin en einde meer aan de dag. Er is geen reistijd, geen gesprek bij de koffie-automaat.” Ook de online vergaderingen – die veel efficiënter en intensiever van aard zijn – putte mensen uit.
Ook hij benadrukt het belang van een vast ritme bij thuiswerken. Omdat hij denkt dat er na deze coronatijd een meer hybride werkmodel ontstaat waarin mensen meer thuis zullen werken, denkt hij dat het belangrijk is dat we “wennen dat er thuis een uitknop aan je werk zit.”
Thuiswerk-protocol
Bij verschillende werkgevers ziet hij thuiswerkprotocollen ontstaan. Dat gaat enerzijds over hoe de werkplek thuis is ingedeeld, maar ook over reiskostenvergoeding en hoe je monitort of mensen verantwoord nee tegen iets kunnen zeggen.
Het belangrijkste is volgens hem dat werkgevers het gesprek moeten voeren met werknemers over hun welzijn. “Vragen hoe het gaat, hoe het met hun gezondheid gaat en of het wel te combineren is.” En collega’s moeten tegen elkaar durven zeggen: je hoeft niet de hele dag te werken.