Waarom je binnen meer risico loopt op een coronabesmetting dan buiten

Bron: ANP  : door Valerie Hilgersom

Hoewel wordt benadrukt om zoveel mogelijk binnen te blijven, betekent dat niet gelijk dat het risico om corona te krijgen daarmee ook afneemt. “Binnen heb je een beduidend grotere kans om besmet te raken.”

Maurice de Hond heeft hier al veel over getwitterd. Op zijn blog haalt hij verschillende onderzoeken aan om zijn uitspraken te ondersteunen. Zo verwijst hij naar een onderzoek van professor Shelly Miller uit Colorado, waaruit zou blijken dat de kans om binnen besmet te worden 20 keer hoger ligt vergeleken met buiten. Maar klopt dat wel?

Belang van goede ventilatie

“Het getal 20 is niet heilig”, zegt viroloog Ab Osterhaus. “Maar feit is dat de besmettingskansen groter zijn in afgesloten ruimtes waar veel mensen bij elkaar zijn dan buiten.” Ventilatie speelt hierbij een belangrijke rol. “Er is buiten veel meer sprake van luchtbeweging. Bovendien is het buiten lastiger om iemand anders te besmetten, doordat er veelal beter afstand kan worden gehouden dan binnen”, zo legt de viroloog uit.

Osterhaus plaatst daar wel een kanttekening bij. “Buiten in een stadion waar veel mensen op elkaar staan gepropt, is natuurlijk niet goed om overdracht van het virus te voorkomen. De twee factoren die buiten dus van belang zijn, zijn de dichtheid van mensen en de ventilatie die er plaatsvindt.” Maar de ventilatie is binnenshuis veel ingewikkelder dan buiten.

Hoe een virus werkt en waarom juist corona zich zo snel verspreidt

Achter het simpele woord ‘virus’ gaat een hele wereld schuil waar je misschien niets van weet. Want wat is een virus nu precies en hoe maakt het je ziek? En wat maakt juist corona zo gevaarlijk? In deze video legt verslaggever Tom van ’t Einde het uit.

Verspreiding door de lucht

De verspreiding van het virus komt via de lucht veel vaker voor. “Het huidige virus is enkele uren levensvatbaar in de lucht en blijft ook enkele dagen op oppervlakten zitten. Uit recente studies is zelfs gebleken dat er delen van het coronavirus zijn aangetroffen op het afzuigrooster van ventilatiesystemen”, legt Francesco Franchimon, Public Health Engineer, uit.

Ook ingenieur Atze Boerstra van BBA Binnenmilieu beaamt dat je binnen een grotere kans hebt om besmet te raken dan buiten. Dat heeft te maken met zogenaamdesuperspread-eventswaarbij mensen samenscholen en hierdoor veel besmettingen optreden. “Dat gaat in bijna alle gevallen om binnen-situaties, denk aan kerken of karaokebars met relatief veel mensen in slecht geventileerde ruimtes”, vertelt Boerstra.

Lees ook

C02 meter kan helpen

Franchimon stelt ook dat de meeste ventilatiesystemen helemaal niet bedoeld zijn om een virus buiten te houden. Dat heeft volgens hem te maken met de beperkte capaciteit, waardoor er ook minder mensen een gebouw in kunnen. “Je houdt hierdoor meer ventilatie per persoon over. Dat is heel belangrijk voor het verwijderen van virusdeeltjes uit de lucht en de kans kleiner wordt dat anderen besmet raken”, aldus de Public Health Engineer.

Binnen in een kleine ruimte is het volgens hem veel lastiger om te ventileren, omdat sociaal afstand houden in een huishouden haast niet te doen is. Maar met het oog op de opening van scholen volgende week – waar dus wel aan die afstand kan worden voldaan – benadrukt Franchimon dat het onderwijs moet kijken naar goede ventilatie. “Dat kan door bijvoorbeeld een CO2 meter te plaatsen”, vult Boerstra aan.

Airco?

Voorspeld wordt dat ons weer een warme zomer te wachten staat. Een periode die veelal hete en droge dagen zal kennen, zo maakte Weeronline bekend. Het is niet aan te raden om dan koelsystemen in huis te halen als vervanger voor de ventilatie.

“Heel veel bevochtigen zou schadelijk zijn, omdat het andere microbiologische groei aanwakkert in een gebouw. Dus dat is zeker niet te adviseren”, zegt Franchimon.

Een gedachte over “Waarom je binnen meer risico loopt op een coronabesmetting dan buiten”

  1. WETENSCHAPPERS WAARSCHUWEN: CORONAVIRUS VERSPREIDT ZICH OOK VIA KLEINE DRUPPELTJES

    bron: scientias.nl, 7 juli 2020
    Zitten de Wereldgezondheidsorganisatie en ook ons eigen RIVM er dan toch naast?

    Absoluut. Dat stellen 239 onderzoekers in een open brief. Ze rekenen in het epistel genadeloos af met de aanname dat SARS-CoV-2 zich voornamelijk verspreidt door relatief grote druppels die vrijkomen wanneer coronapatiënten bijvoorbeeld hoesten of niezen. En stellen dat ook kleinere druppeltjes – die veel langer in de lucht blijven hangen en veel grotere afstanden af kunnen leggen – het virus kunnen bevatten en overdragen. En daarmee lijkt SARS-CoV-2 dan toch een virus te zijn dat via de lucht overdraagbaar is.

    Micro-druppels
    De onderzoekers trekken die conclusie op basis van recente studies, waarin in toenemende mate aanwijzingen wordt gevonden voor zogenoemde ‘aerogene transmissie’. “Onderzoeken door ondergetekenden en andere wetenschappers hebben vastgesteld dat het virus ook wordt uitgeademd in micro-druppels die klein genoeg zijn om in de lucht te blijven hangen en verder te reiken dan 1 tot 2 meter afstand van de geïnfecteerde persoon.”

    Autoriteiten
    Het staat haaks op wat de gezondheidsautoriteiten al maandenlang stellig beweren. Namelijk dat nieuwe besmettingen voornamelijk ontstaan via de zogenoemde druppelinfectie. Het gaat dan om druppels met een diameter van 5 tot 10 µm die vrijkomen als iemand niest of hoest. Wanneer je die inademt of via contact met besmette voorwerpen of oppervlakken binnenkrijgt, kun je besmet raken. Deze druppels kunnen dus in de lucht hangen. Maar doordat ze relatief groot zijn, blijven ze maar kortdurend zweven en reiken ze niet zover. Door anderhalve meter afstand van elkaar te houden, wordt de kans op een druppelinfectie dan ook enorm verkleind. En door regelmatig je handen te wassen, kun je ook de kans op druppelinfectie via besmette objecten of oppervlakken terugdringen.

    Meer maatregelen nodig

    Maar nu stellen onderzoekers dus dat er meer dan voldoende bewijs is dat ook kleinere druppels een rol spelen. En juist die kleinere druppels – die ook vrij kunnen komen als iemand praat of gewoonweg ademhaalt – binnenshuis langer in de lucht blijven zweven en grotere afstanden af kunnen leggen. Het betekent heel concreet dat anderhalve meter afstand houden en regelmatig je handen wassen niet afdoende is. “Talloze gezondheidsautoriteiten focussen momenteel op handen wassen, social distancing en waarschuwingen voor druppelinfectie,” aldus professor Lidia Morwaska, expert op het gebied van luchtkwaliteit en gezondheid en initiatiefnemer van de open brief. “Regelmatig de handen wassen en afstand houden, zijn gepaste maatregelen, maar beschermen ons niet voldoende tegen virusbevattende microdruppels die geïnfecteerde mensen in de lucht loslaten.”

    Ventilatie
    In hun open brief doen de wetenschappers dan ook een dringende oproep aan de autoriteiten om aandacht te gaan besteden aan de micro-druppels en maatregelen te formuleren om deze besmettingsroute te blokkeren. En dat hoeft allemaal niet zo ingewikkeld te zijn, aldus Morwaska. “De maatregelen die genomen moeten worden om besmetting via de lucht te voorkomen zijn: voldoende en effectieve ventilatie in met name openbare gebouwen, de werkomgeving, scholen, ziekenhuizen en verpleegtehuizen. Aangevuld met zeer efficiënte luchtfiltering en ultraviolet licht dat afrekent met micro-organismen.” Daarnaast is het volgens Morwaska heel belangrijk dat we voorkomen dat heel veel mensen in kleine ruimtes opeengepakt zitten. “Met name in het openbaar vervoer en openbare gebouwden.” Morwaska noemt de adviezen ‘praktisch’ en stelt dat het niet veel geld hoeft te kosten om deze op te volgen. “Zo kan het simpelweg openzetten van zowel ramen als deuren de luchtstroom in veel gebouwen al enorm bevorderen.”

    WHO en RIVM
    De Wereldgezondheidsorganisatie – en ook ons eigen RIVM – achten besmetting via microdruppels tot op heden niet bewezen. Hoewel het RIVM wel voorzichtig erkent dat er aanwijzingen zijn dat zulke microdruppels een rol kunnen spelen. Het instituut wijst daarbij bijvoorbeeld naar corona-uitbraken onder koren, maar stelt dat meer onderzoek hard nodig is. Tegelijkertijd stelt het RIVM niet te verwachten dat besmettingen via microdruppels heel vaak voorkomen, want “een reproductiegetal van van 2 tot 4 lijkt niet te wijzen op aerogene verspreiding en op een wezenlijke bijdrage aan de directe mens-op-menstransmissie van SARS-CoV-2.”

    Andere agenda’s
    Maar talloze wetenschappers weten het dus vrijwel zeker: die kleine druppels spelen echt een rol. Ook professor Raina MacIntyre, expert op het gebied van opkomende infectieziekten en verbonden aan de University of New South Wales, is daar vrij zeker van, zo laat ze desgevraagd aan Scientias.nl weten. “Het bewijs dat SARS-CoV-2 zich via de lucht kan verspreiden, stapelt zich op. Er is zelfs een onderzoek dat laat zien dat SARS-CoV-2 langer in de lucht kan blijven hangen dan SARS of MERS.” Maar waarom wil de WHO daar niet aan? Volgens MacIntyre is het te herleiden naar dezelfde redenen die ervoor zorgden dat de instanties ook het bewijs dat asymptomatische coronapatiënten het virus over kunnen dragen, lang negeerden. “Het is niet gebaseerd op wetenschap, maar op andere agenda’s, diepgewortelde overtuigingen en gevestigde belangen in het beschermen van het standpunt dat zorgmedewerkers, als het gaat om talloze ziekten, van griep tot ebola, met mondmaskers voldoende beschermd zijn en het verwerpen van het voorzorgsprincipe.”

    Levens redden
    Met de open brief hopen onderzoekers de autoriteiten op andere gedachten te brengen, maar bovenal levens te redden. Morawska: “We zijn bang dat mensen denken dat ze volledig beschermd zijn doordat ze de huidige adviezen opvolgen, terwijl er in feite aanvullende maatregelen nodig zijn om de verspreiding van het virus verder te beperken.”
    De corona-uitbraak wordt gekenmerkt door wat onderzoekers ‘voortschrijdend inzicht’ noemen. Voortdurend worden er nieuwe ontdekkingen gedaan en komen we meer over het virus en de manieren waarop we het kunnen bestrijden, te weten. En moeten we adviezen of maatregelen herzien. Zo werd in eerste instantie bijvoorbeeld aangenomen dat mensen die (nog) geen symptomen vertoonden, het virus niet konden verspreiden. Maar daar is men op teruggekomen. Of er in reactie op deze open brief ook zo’n ommezwaai volgt, is afwachten. Veel studies naar de verspreiding van SARS-CoV-2 via kleine druppeltjes vinden namelijk in laboratoria plaats. En de grote vraag blijft in hoeverre de omstandigheden in zo’n lab representatief zijn voor de ‘echte wereld’. En toch moeten we iets met de data die in laboratoria vergaard wordt, zo stelt Chad Roy, onderzoeker aan de Tulane University en auteur van een in mei verschenen studie waaruit blijkt dat het coronavirus in kleine druppeltjes tot wel 16 uur in de lucht kan blijven hangen. “Wij zeggen altijd dat data de drijvende kracht achter de conversatie moeten zijn. En dit (de genoemde studie, red.) is een klein stukje van de data die mogelijk kunnen helpen verklaren waarom het virus zich zo verspreidt en zo besmettelijk is.” De open brief zal er dan ook ongetwijfeld voor zorgen dat de discussie over de besmettingsroutes van SARS-CoV-2 weer oplaait. En hopelijk leiden tot nieuwe studies waarmee de discussie beslecht kan worden en we op basis van harde data datgene kunnen doen waar we uiteindelijk allemaal op uit zijn: dit virus de wereld uit helpen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *