De bouw wordt gekenmerkt door frequent wijzigende arbeidsomstandigheden. Zowel de werkbezetting als de werkomgeving wijzigen met de bouwplaats en met de voortgang in het bouwproces.
Per bouwwerk en fase in een bouwproces zijn vele partijen in wisselende samenstelling betrokken: opdrachtgevers, vergunningverleners, ontwerpers, adviseurs, werkgevers (hoofd-, neven- en onderaannemers), werknemers, en (toe)leveranciers. Bij de realisering van een bouwwerk zijn vele ondernemingen gelijktijdig of achtereenvolgend aan het werk, die elk een deel van de werkzaamheden verrichten.
De zogeheten bouwprocesbepalingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit verlangen dat bij het ontwerpen van een bouwwerk, in de ontwerpfase, preventieprincipes in acht worden genomen. Door juiste keuzes in de ontwerpfase kunnen latere risico’s voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de uitvoeringsfase worden voorkomen. Het reeds in de ontwerpfase aanwenden van kennis en kunde over de uitvoering van bouwwerken kan in de daadwerkelijke uitvoeringsfase onveilige of ongezonde werksituaties voorkomen.
In de uitvoeringsfase, waarin de feitelijke bouwwerkzaamheden plaatsvinden, opereren veel werkgevers tegelijkertijd of achtereenvolgend op dezelfde bouwplaats en beïnvloeden zij elkanders werkomstandigheden. Er is sprake van collectieve risico’s die niet door elke werkgever afzonderlijk, maar wel door de werkgevers in samenwerking zijn aan te pakken.
De opdrachtgever zorgt ervoor, zoals verwoord in artikel 2.28[GB1] en uitgewerkt in het schema hierboven, dat ten aanzien van bouwwerken die voor de veiligheid en gezondheid van werknemers bijzondere gevaren met zich meebrengen een veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld.
De aanpak van de risico’s die voortkomen uit de samenloop van verschillende werkzaamheden en ondernemingen kan alleen effectief geschieden door een goede samenwerking en een actieve coördinatie van de werkzaamheden.
Het veiligheids- en gezondheidsplan is te beschouwen als een samenwerkingsdocument waarin de risico’s die voortkomen uit het gelijktijdig of volgtijdelijk uitvoeren van werkzaamheden en de maatregelen en voorzieningen om die risico’s weg te nemen, worden vastgelegd.
Dit laat onverlet dat iedere werkgever – in het kader van de Arbowet – zelf verantwoordelijk blijft voor de veiligheid en gezondheid van de eigen werknemers.
coördinatie in het bouwproces
Omdat een gecoördineerde toepassing van preventieprincipes in de ontwerpfase en een gecoördineerde samenwerking in de uitvoeringsfase van groot belang zijn voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers op de bouwplaats schrijven de bouwprocesbepalingen voor dat een coördinator voor de ontwerpfase en voor de uitvoeringsfase moet worden aangesteld.
Het Bouwproces
De bouwprocesbepalingen staan bekend als complexe regelgeving. De moeilijke leesbaarheid, de vele verwijzingen en omslachtige formulering spelen daarbij een grote rol.
Richtlijn nr. 92/57/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (achtste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)(PbEG L 245) heeft betrekking op bouwplaatsen waar civieltechnische werken of bouwwerken worden uitgevoerd. De richtlijn beoogt een verbetering van de arbeidsomstandigheden bij bouwwerkzaamheden te bewerkstelligen door meer aandacht voor preventie, samenwerking en coördinatie te vereisen. De richtlijn beoogt als het ware een keten van verantwoordelijkheden te smeden, die alle betrokkenen bij de totstandbrenging van een bouwwerk verbindt.
De door de richtlijn beschreven principes van preventie, samenwerking en coördinatie zijn als het ware de ijkpunten waarmee op een bouwlocatie eenheid in de verscheidenheid van partijen, werkzaamheden en aanwezigheidsduur kan worden gecreëerd. Zoals hierboven aangegeven omschrijft de richtlijn dit als het smeden van een keten van verantwoordelijkheden die alle betrokkenen van een bouwwerk verbindt.
Langs die weg is getracht de aandacht voor preventieve maatregelen bij de voorbereiding van een bouwwerk, zoals verwoord in artikel 2.26[GB2] , te versterken. De nadere invulling van de mogelijkheden voor preventie in de ontwerpfase zal door de partijen in de bouw moeten geschieden.
Veiligheids- en gezondheidsplan (Artikel 2.28)
De relatie met de risico-inventarisatie en -evaluatie (artikel 5 van de wet) is niet altijd duidelijk. De opname van bedrijfseigen plannen in één veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) voor de bouwplaats, zie in het schematisch overzicht het gekaderde deel waarbij het V&G plan in een projectplan geïntegreerd is, levert problemen op. De modellen voor een V&G-plan die in omloop zijn leiden tot plannen die weliswaar voldoen aan de abstracte vormvereisten maar onvoldoende toegesneden zijn op de betreffende bouwplaats.
Een V&G-plan is bedoeld voor de organisatie van de veiligheid bij de samenloop (gelijktijdig en volgtijdelijk) van werkzaamheden.
Het gaat niet om het vastleggen van de maatregelen voor het veilig uitvoeren van werk van elke afzonderlijk werkgever, maar om de maatregelen die alle betrokken partijen beschermen tegen de gevaren die voortvloeien uit werkzaamheden van andere partijen in de nabijheid.
Eveneens gaat het om maatregelen die nodig zijn om werkgevers in staat te stellen aan hun verplichtingen, als bedoeld in artikel 2.35[GB3] , te kunnen voldoen.
Veel van die verplichtingen kunnen immers alleen door partijen in samenwerking worden gerealiseerd.
Het V&G-plan is dus vooral bedoeld om de veiligheid te organiseren bij werkzaamheden waarbij verschillende bedrijven over en weer de arbeidsomstandigheden beïnvloeden.
Met organisatie wordt ook bedoeld dat er afspraken worden gemaakt over de te nemen maatregelen, wie ze uitvoert en onderhoudt en hoe op de naleving ervan wordt toegezien op grond van een projectgeoriënteerde inventarisatie van risico’s.
Kortom het V&G-plan is meer dan een optelsom van de risico-inventarisatie en -evaluaties van alle betrokken partijen.
In het V&G-plan moet in voorkomend geval ook worden ingegaan op de gevaren die voortkomen uit de wisselwerking tussen de bouwwerkzaamheden en doorgaande exploitatiewerkzaamheden.
Bij doorgaande exploitatiewerkzaamheden kan worden gedacht aan bijvoorbeeld spoor- en wegverkeer en industriële processen die interfereren met de bouwplaats.
Relevante artikelen in het Arbeidsomstandighedenbesluit
[GB1] Artikel 2.28. Veiligheids- en gezondheidsplan
1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat ten aanzien van bouwwerken die voor de veiligheid en gezondheid van werknemers bijzondere gevaren met zich meebrengen als bedoeld in bijlage II bij de richtlijn of een bouwwerk ten aanzien waarvan een melding verplicht is, een veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld.
2. Afhankelijk van de voortgang in het bouwproces, worden in het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste vermeld en opgenomen:
a. een beschrijving van het tot stand te brengen bouwwerk, een overzicht van de betrokken ondernemingen op de bouwplaats, de naam van de coördinator voor de ontwerp- en uitvoeringsfase;
b. een inventarisatie en evaluatie van de specifieke gevaren voor het betreffende bouwwerk, waaronder de eventuele aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten als bedoeld in artikel 4.37, verontreinigde grond, verontreinigd water of grondwater of verontreinigde waterbodems, en specifieke gevaren die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden;
c. de maatregelen die volgen uit de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder b;
d. de afspraken met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen, bedoeld onder c;
e. de wijze waarop toezicht op de maatregelen wordt uitgeoefend;
f. de bouwkundige, technische en organisatorische keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers en zelfstandigen worden gemaakt alsmede de onderzoeken en rapporten die de onderbouwing van deze keuzen ondersteunen;
g. de wijze waarop voorlichting en instructie aan de werknemers op de bouwplaats wordt gegeven.
[GB2]Artikel 2.26. Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk
De opdrachtgever is verplicht in de ontwerpfase zich ervan te vergewissen dat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in staat zijn de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase na te komen, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerste en derde lid, en 8 van de wet en hoofdstuk 4, afdeling 5.
[GB3]Artikel 2.35. Verplichtingen werkgever
1. Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en 19, eerste lid, van de wet neemt de werkgever, die bij de totstandbrenging van een bouwwerk arbeid doet verrichten, doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Deze maatregelen hebben met name betrekking op:
a. het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in stand houden van de bouwplaats;
b. de veilige plaatsing van de verschillende werkplekken op de bouwplaats, rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en de verbindingswegen daarop;
c. het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats;
d. het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van installaties en toestellen, teneinde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen;
e. de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen;
f. de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen;
g. de opslag en de verwijdering of de afvoer van afval en puin;
h. de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden of de fasen waarin die werkzaamheden worden uitgevoerd, afhankelijk van de voortgang van het bouwwerk;
i. de samenwerking met andere werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats;
j. de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats.
2. De mede op grond van het eerste lid te nemen maatregelen voldoen in ieder geval aan de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 3 van dit besluit.
3. De werkgever is verplicht tot naleving van en medewerking aan het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, voor zover en op de wijze als daarin ten aanzien van de door hem te doen verrichten werkzaamheden is bepaald en daarbij rekening te houden met de aanwijzingen van de coördinator voor de uitvoeringsfase.
Een gedachte over “Toelichting op de bouwprocesbepaling het opstellen van een V&G plan”