Overgenomen van: Politienieuws.com
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft de politie een dwangsom van 325.000 euro opgelegd vanwege problemen met het communicatiesysteem C2000. Als de politie binnen zestien weken niet aan de eisen van de inspectie voldoet, wordt de boete geïnd. Het bedrag kan vervolgens elke twee maanden oplopen tot maximaal één miljoen euro. In sommige regio’s kunnen agenten momenteel niet of nauwelijks communiceren via C2000, en bij grote crisissituaties raakt het systeem overbelast.
De dwangsom moet de politie aansporen om veiligheidsmaatregelen voor medewerkers te verbeteren zolang het systeem niet optimaal functioneert. De politie betreurt het besluit en benadrukt al actief te werken aan verbetering van opleiding en training voor het juiste gebruik van C2000. Daarnaast is ze bezig met het updaten van 60.000 portofoons en 10.000 mobilofoons, een proces dat dit jaar moet leiden tot een beter bereik. De politie overweegt bezwaar te maken tegen de opgelegde dwangsom. Uiterlijk juni 2025 moet C2000 voldoen aan de vereiste technische verbeteringen en dekking om een veilige werkomgeving te garanderen.
Bron: ad.nl
Geldboete voor producent hoogwerkers na dodelijk ongeval
Bron:Cobouw, Petra Platschorre
Een Limburgse producent van hoogwerkers moet een boete van 30.000 euro betalen vanwege een dodelijk arbeidsongeval in 2022. De hoogwerker bleek niet aan de veiligheidseisen te voldoen.
Het fatale ongeval vond plaats op 25 juli 2022 bij werkzaamheden aan verkeerslichten op een kruising in Rotterdam. Een 57-jarige werknemer was bezig met de installatie toen hij bekneld raakte tussen het bakje van de hoogwerker en de verkeerslichten. Hij werd zwaar gewond overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij een paar dagen later overleed.
Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie bleek dat de hoogwerker niet voldeed aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften. Zo kon het bedieningspaneel van de hoogwerker onbedoeld bediend worden, waardoor de hoogwerker kon gaan werken zonder dat dit de bedoeling was. Ook was de voorziening om een nooddaling te maken niet duidelijk aangegeven en moeilijk bereikbaar.
Voor het Openbaar Ministerie was dat aanleiding om de producent van hoogwerkers een strafbeschikking van 30.000 euro op te leggen. Justitie vindt dat het bedrijf zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Warenwet en aan dood door schuld.
Passende afdoening
In een verklaring laat het OM weten dat de Limburgse onderneming mee heeft gewerkt aan het onderzoek en dat ze “lessen heeft getrokken en direct maatregelen heeft genomen om soortgelijke hoogwerkers aan te passen”. Het bedrijf betaalt bovendien een schadevergoeding aan de nabestaanden van het slachtoffer. Justitie noemt de strafbeschikking daarom een “passende afdoening van deze strafzaak.”
PostNL moet personeel binnen drie weken minder vaak zware pakketten laten tillen
PostNL moet binnen drie weken maatregelen nemen zodat personeel in sorteercentra minder vaak te zware pakketten hoeft te tillen. Het postbedrijf had bij de rechter uitstel gevraagd voor die eis van de Arbeidsinspectie. Maar daar gaat de rechter niet in mee.
In december constateerde de Arbeidsinspectie dat medewerkers in sorteercentra van PostNL fysiek te zwaar worden belast. Zo moesten ze vaak pakketten tillen die zwaarder zijn dan de toegestane 23 kilo. Daarna eiste de Arbeidsinspectie op 21 mei dat PostNL binnen drie maanden veranderingen zou doorvoeren: de fysieke belasting van medewerkers moest worden voorkomen of op zijn minst teruggedrongen.
‘Maatregelen te kostbaar’
PostNL stapte daarop naar de rechter. Volgens het postbedrijf waren de benodigde maatregelen onduidelijk omschreven. Ook zouden ze niet doelmatig of onnodig kostbaar zijn. En bij concurrenten wordt niet ingegrepen en dat zou PostNL benadelen, aldus het bedrijf.
De rechter zegt nu dat het belang van de gezondheid van werknemers in deze zaak voorgaat. Ook vindt de rechter dat PostNL al langer op de hoogte had kunnen zijn van de te zware belasting en de noodzaak om maatregelen te treffen. PostNL heeft nog tot 21 augustus de tijd om maatregelen te nemen.
De Arbeidsinspectie gaf eerder aan dat het werk vooral zo zwaar is doordat medewerkers vaak zwaar moeten tillen. PostNL kan volgens de rechter dus ook tijdelijk de frequentie van de tilwerkzaamheden terugbrengen en dan onderzoeken welke andere maatregelen nodig zijn.
PostNL: ‘al maatregelen genomen’
PostNL zegt in een reactie al diverse maatregelen te hebben genomen. “We hebben de rechter om meer tijd gevraagd om de resterende verbeteringen door te voeren, omdat de implementatie veel tijd kost. De komende periode gaan we nieuwe manieren testen en onderzoeken om onze processen verder te automatiseren.”
De Arbeidsinspectie zegt in een reactie dat met name in distributiecentra duizenden werknemers klachten krijgen aan hun rug, nek, schouders en knieën. “Afgelopen jaar hebben we bij zo’n 200 distributiecentra gecontroleerd, ook in andere sectoren. We kondigen nooit handhavingsacties aan, maar je kunt er vanuit gaan dat ook concurrenten een bezoek van ons hebben gehad of nog krijgen.”
Boete van 53.000 euro voor installatie zonnepanelen door illegale werknemers
Overgenomen van:Solarmagazine
De Arbeidsinspectie heeft een boete van 53.000 euro opgelegd voor het illegaal in Nederland tewerkstellen van buitenlanders bij de installatie van zonnepanelen. De dienst vindt de boete echter te laag.
In 2022 gaf de Nederlandse Arbeidsinspectie in haar jaarverslag aan vaker onderzoek te willen doen naar bedrijfseconomische drijfveren achter misstanden op de arbeidsmarkt. Dit om na te gaan of de handhaving en boetes wel in verhouding staan tot de drijfveren om gedragsverandering te bewerkstelligen.
24 casussen De Arbeidsinspectie heeft daarom in de afgelopen periode onderzoek gedaan naar overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen, waarbij de werkgever deze werknemer uit een ‘derde land’ heeft tewerkgesteld zonder de benodigde vergunning.
Het signaal laat zien dat in de 24 onderzochte casussen de boete bijna altijd lager is dan het financiële voordeel dat de werkgever behaalt. De boetes voor het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen hebben namelijk geen gelijke tred gehouden met de ontwikkeling van de welvaart en inflatie. Daarmee is ook het afschrikwekkende effect – om illegale arbeid tegen te gaan – van de boetebedragen uitgehold. De Arbeidsinspectie concludeert dat het nuttig kan zijn om boetenormbedragen van de Wet arbeid vreemdelingen daarom automatisch of minimaal regelmatig aan te passen aan de ontwikkeling van de welvaartsstijging en de inflatie. Dat gebeurt nu niet. De kostenreductie die werkgevers behalen met de overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, is volgens de Arbeidsinspectie gemiddeld 60 procent.
Ongeval bij installatie Een van de 24 casussen heeft betrekking op de zonne-energiesector. Bij het door de Arbeidsinspectie onderzochte incident, waarvan de datum waarop het plaatsvond niet bekend is, is een buitenlandse werknemer tijdens het installeren van zonnepanelen door een lichtplaat gevallen en door het ongeval met zware verwondingen in het ziekenhuis opgenomen.
Als uitvloeisel van het onderzoek naar het arbeidsongeval heeft de inspectie ontdekt dat 6 werknemers uit derde landen zonder de nodige vergunningen meewerkten aan de installatie van zonnepanelen. 5 van deze personen hadden een arbeidsovereenkomst met een Litouws bedrijf. Vanuit daar werden ze uitgeleend naar Nederland. Ook in Litouwen beschikten de werknemers echter niet over de nodige vergunningen om daar te mogen werken. De zesde persoon heeft een arbeidsovereenkomst met een Pools bedrijf, maar de Arbeidsinspectie heeft niet genoeg informatie boven water gekregen over de wijze waarop deze werknemer betaald wordt.
9 euro per uur ‘De werknemers verklaren dat ze 1 tot 3 weken zouden werken aan de installatie van zonnepanelen en daarna mogelijk een verdere klus zouden krijgen’, aldus de Arbeidsinspectie in haar onderzoeksrapport. ‘1 werknemer verklaart iedere dag 8 tot 9 uur te werken, zijn collega 8 tot 11,5 uur. Eén van de derdelanders – tevens slachtoffer van het arbeidsongeval – geeft aan 9 euro netto per uur te verdienen.’
De Arbeidsinspectie schat dat de daadwerkelijke arbeidskosten voor de werkgever op ongeveer 12 euro per uur lagen. Bij legale tewerkstelling op tegen het in Nederland geldende minimumloon zouden de arbeidskosten 18,33 euro per uur bedragen. Het financiële voordeel is daarmee 6,33 euro per uur. ‘Gedurende een periode van 2 weken bedraagt het financiële voordeel bij deze vorm van illegale tewerkstelling 45 uur x 2 weken x 6,33 euro x 5 werkenden 2.849 euro’, concludeert de inspectie. ‘Ervan uitgaande dat het illegale doorlenen van werknemers uit Litouwen een verdienmodel is en de werknemers was toegezegd dat mogelijk andere werkzaamheden zouden volgen, kan het financiële voordeel in een jaar oplopen tot 45 uur x 52 weken x 6,33 euro x 5 werkenden = 74.061 euro.’
Terugverdientijd 38 weken Deze berekening veronderstelt volgens de inspectie dat het zonne-energiebedrijf in Nederland vakmensen zou kunnen vinden die op minimumloonniveau zonnepanelen kunnen installeren. Omdat dat niet realistisch lijkt, is het feitelijk verkregen loonvoordeel vermoedelijk dus nog groter.
In totaal heeft de Arbeidsinspectie in deze zaak 5 bedrijven als werkgever van de 5 derdelanders aangemerkt. Deze ondernemingen hebben verschillende rollen als opdrachtgever, hoofdaannemer, aannemer, uitlener of doorlener. ‘We kunnen niet nader uitsplitsen welke ondernemingen welk financieel voordeel hebben genoten’, aldus de inspectie. ‘In totaal wordt de 5 betrokken ondernemingen een boetebedrag van 50.000 euro opgelegd voor het illegale tewerkstellen van 5 derdelanders (red. 5 werkgevers x 5 werkenden x 2.000 euro). Daarnaast ontvangen 2 ondernemingen nog een boete van elk 1.500 euro voor het niet voldoen aan de meldplicht in het kader van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU).’
De totale boete bedraagt daarmee 53.000 euro, maar die is lager dan het financiële voordeel van 74.061 euro. De Arbeidsinspectie heeft voor alle 24 casussen berekend wat de gemiddelde ‘terugverdientijd’ is. Dat is een wat cynische term in dit verband, omdat de ‘verdiensten’ door wetsovertreding ontstaan; dus hoe lang de werkgever het voordeel moet genieten dat met de overtreding wordt behaald om het bedrag van de boete ‘goed te maken’. De ‘terugverdientijd’ van de boete bedraagt volgens de inspectie in de zonnepaneelcasus 38 weken. Bij 7 van de 24 onderzochte situaties is de terugverdientijd zelfs 3 maanden of minder.
Onderzoek Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip heeft de Tweede Kamer geïnformeerd een onderzoek in te stellen naar de maatschappelijke effecten van boetes die bedrijven krijgen voor de verschillende misstanden in de 24 casussen van de inspectie.
‘Het doel is minder misstanden en daarmee de positie van kwetsbare werknemers verbeteren’, aldus Van Gennip. ‘Daarom is het belangrijk te weten of en hoe het verhogen van boetes hieraan bijdraagt voordat we de boetes daadwerkelijk gaan verhogen. Om die reden stel ik een onderzoek in naar de maatschappelijke effecten van boetes. Hierbij kijken we naar waarom sommige sancties de naleving al dan niet verhogen en welke oplossingen we hiervoor kunnen bieden. Zo kijken we bijvoorbeeld ook naar de pakkans, de preventieve werking van boetes en andere prikkels die kunnen bijdragen aan de verhoging van de naleving van wetgeving.’
Bovendien onderzoekt het kabinet volgens de minister in hoeverre misstanden door malafide werkgevers met het huidige instrumentarium effectief genoeg te sanctioneren zijn en of er eventueel nieuwe of andere sancties ingevoerd moeten worden.
Op 27 augustus 2018 is een werknemer van een transportbedrijf uit Helmond om het leven gekomen nadat hij bedolven is geraakt onder een lading maïsvoermeel. Na onderzoek door de Nederlandse Arbeidsinspectie veroordeelde de Rechtbank Oost-Brabant het bedrijf op 20 juli 2021 tot een geldboete van € 100.000,- waarvan € 25.000,- voorwaardelijk. Bijkomend werd door de rechtbank – voorwaardelijk – de gedeeltelijke stillegging uitgesproken van het bedrijf. Het bedrijf werd ter zake van één en hetzelfde feitencomplex veroordeeld voor zowel overtreding van art. 32 van de Arbeidsomstandighedenwet2 (hierna: Arbowet) als dood door schuld: art. 307 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Op 30 juni 2023 heeft het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in het door het bedrijf ingestelde hoger beroep tegen dit vonnis. Het vonnis is bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straffen. Met gelijke bewezenverklaring en kwalificatie is het bedrijf tot dezelfde geldboete veroordeeld; de voorwaardelijke stillegging is door het gerechtshof evenwel niet overgenomen. Die stillegging heeft naar het oordeel van het gerechtshof geen meerwaarde meer, omdat het bedrijf inmiddels door de voormalige directeur is verkocht en het thans een lege vennootschap betreft waarin geen activiteiten meer worden ontplooid. Er is geen beroep in cassatie ingesteld: het arrest is inmiddels onherroepelijk.
2. Samenloop
De verdediging heeft in hoger beroep bepleit dat de onder feit 1 (art. 32 Arbowet) en feit 2 (art. 307 Sr) tenlastegelegde feiten in eendaadse samenloop zijn begaan en niet, zoals door de rechtbank gekwalificeerd, in meerdaadse samenloop. Kwalificatie van de feiten als eendaadse samenloop dient een strafmatigend effect te hebben, aldus de verdediging. Het gerechtshof heeft dit verweer verworpen. Daartoe is kort gezegd overwogen dat (ten eerste) art. 307 Sr en art. 32 Arbowet verschillende belangen beschermen die in zodanige mate uiteen lopen dat sprake is van meerdaadse samenloop. Ook de omstandigheid (ten tweede) dat overtreding van art. 307 Sr een schuldmisdrijf betreft en de opzettelijke overtreding van art. 32 Arbowet (op de wijze zoals bewezenverklaard) een opzetdelict is en (ten derde) dat de ten aanzien van beide feiten mogelijk op te leggen sancties aanmerkelijk uiteenlopen maken naar het oordeel van het gerechtshof dat kwalificatie als meerdaadse samenloop is aangewezen. Dat oordeel wordt in deze annotatie kritisch beschouwd.
2.1. Aspectenleer
In het arrest Oude Kijk in ’t Jatstraat introduceerde de Hoge Raad in 1932 de leer t.a.v. kwalificatie als een- dan wel meerdaadse samenloop die bekend is geworden als de aspectenleer, overwegende dat:
“het kenmerkende van het [ene] feit moet worden gezocht in den toestand, waarin hij, verdachte, tijdens het besturen van een motorrijtuig, verkeerde — terwijl […] het kenmerkende van het [andere] feit is gelegen in den toestand, waarin het door verdachte bestuurde motorrijtuig verkeerde;
[…]
deze twee feiten geheel los van elkander kunnen worden gedacht en elk feit op zichzelf een zelfstandige overtreding van verschillend karakter oplevert,
[…]
het eene feit niet als ’t ware in het andere opgaat en het eene feit dan ook niet kan worden beschouwd als een omstandigheid, waaronder het andere feit zich voordoet;
[…]uit dit alles voortvloeit, dat zich hier niet voordoet het geval voorzien bij artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht, doch hier plaats heeft gehad samenloop van twee overtredingen op de wijze als bij artikel 62 van dat Wetboek is geregeld.”3
Decennialang deed de aspectenleer in de jurisprudentie vervolgens opgeld. Zoals ook in de onderhavige zaak door het gerechtshof werd overwogen konden verweren strekkende tot kwalificatie als eendaadse samenloop door feitenrechters vaak worden verworpen door te wijzen op de verschillende rechtsgoederen ter bescherming waarvan verschillende strafbaarstellingen dienden. Zo ook in zaken betreffende dodelijke arbeidsongevallen, zoals ook het gerechtshof deed in de onderhavige zaak. Met bevestiging van het vonnis werd door het gerechtshof aangesloten bij de al in eerste aanleg uitgesproken verwerping van hetzelfde kwalificatieverweer:
“Feit 1 is een economisch delict dat specifiek betrekking heeft op voorschriften waaraan een werkgever zich moet houden ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers tijdens hun werkzaamheden in het algemeen. Feit 2 is een commuun delict waarin het veroorzaken van de dood door schuld is strafbaar gesteld. Hierbij vormt het menselijk leven het beschermd belang. De uiteenlopende belangen maken dat niet kan worden gesproken van hetzelfde feit.”4
2.2. Nuancering aspectenleer
In 2017, 85 jaar na introductie van de Oude Kijk in ’t Jatstraatjurisprudentie, heeft de Hoge Raad de toepasselijkheid van deze aspectenleer in een reeks arresten evenwel sterk genuanceerd. Daarbij werd gewezen op een gewijzigd inzicht van de wetgever, die zorgen had geuit over mogelijke dubbele bestraffing:
“Uit hetgeen hiervoor onder 2.6 is overwogen blijkt dat ook de wetgever zich ervan bewust is dat recente wetgeving aanleiding geeft tot zorg over dubbele bestraffing en dat tegen die zorg wordt ingebracht dat de samenloopregeling waarborgen en oplossingen biedt. Dat betekent dat de samenloopregeling – en dan meer in het bijzonder de eendaadse samenloop en de voortgezette handeling – daarvoor ook daadwerkelijk voldoende ruimte moet bieden.
Daarom moet worden benadrukt dat naar huidig inzicht een enigszins uiteenlopen van de strekking van de desbetreffende strafbepalingen niet in de weg staat aan het aannemen van eendaadse samenloop indien het in essentie om hetzelfde feitencomplex gaat. Een dergelijk uiteenlopen is evenmin een blokkade voor het aannemen van een voortgezette handeling.
In het bijzonder verdient dus aandacht dat de rechter ruimte heeft voor het aannemen van eendaadse samenloop of een voortgezette handeling, ook indien de bewezenverklaring valt onder meerdere strafbepalingen met een enigszins uiteenlopende strekking.
Vervolgens komt het voor de eendaadse samenloop vooral aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt.”5 (onderstreping FD).”
Het is dit arrest uit 2017, en dan met name de concluderende nuancering van de Hoge Raad “dat het toepassingsbereik van deze regelingen ruimer is dan wellicht kon worden afgeleid uit eerdere rechtspraak waarin vooral de verschillen in de strekking van de betrokken strafbepalingen centraal stonden”, dat de verdediging in de onderhavige zaak aangreep ter onderbouwing van haar kwalificatieverweer. Mijn inziens terecht: het Openbaar Ministerie legt in strafzaken betreffende arbeidsongevallen te gemakkelijk cumulatief overtreding van zowel art. 32 Arbowet als art. 307 (of 308) Sr ten laste, met na kwalificatie als te zijn gepleegd in meerdaadse samenloop navenant hogere strafeisen en -opleggingen ten gevolge.
2.2.1. Uiteenlopende beschermde rechtsgoederen
Feitenrechters hebben, sinds nuancering van de aspectenleer door de Hoge Raad in 2017, inmiddels gevolg gegeven aan de ruimere duiding van het toepassingsbereik van de eendaadse samenloopregeling. De Hoge Raad liet bij uitspraak van 28 september 2021 een arrest in stand waarbij de verdachte was veroordeeld voor “eendaadse samenloop van opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, en opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is”.6
In lijn met die ontwikkeling zou de voor het in brand steken van, bijvoorbeeld, één theedoek veroordeelde verdachte, waardoor zowel gemeen gevaar voor goederen (art. 157 Sr onder 1°.) als levensgevaar voor anderen (art. 157 Sr onder 2°.) is te duchten, na kwalificatie van de bewezenverklaarde feiten als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop, heden ten dage zeer wel mogelijk een lagere straf opgelegd krijgen dan vóór 2017 (toen dat nog werd gekwalificeerd als meerdaadse samenloop onder de aspectenleer). In 1987 werd de in dit voorbeeld besproken casus van de in brand gestoken theedoek door de Hoge Raad nog geduid als meerdaadse samenloop7 , anno 2021 aldus niet meer.
Ook recenter nog is dit uitgangspunt overgenomen door feitenrechters. Het Gerechtshof Amsterdam sprak op 9 maart 2023 veroordeling uit voor “de eendaadse samenloop van poging tot moord, meermalen gepleegd en opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is”8 . Voor het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waren de uiteenlopende door de artikelen 317 Sr (afpersing) en 13 van de Wet wapens en munitie (het voorhanden hebben van, in casu, een op een vuurwapen gelijkend airsoftpistool) beschermde rechtsgoederen géén belemmering voor kwalificatie van beide bewezenverklaarde feiten als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop.9 Ook het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zag onlangs in het uiteenlopen van de door overtreden strafbepalingen beschermde rechtsgoederen geen belemmering in kwalificatie als eendaadse samenloop van wederspannigheid (art. 181 Sr, een misdrijf tegen het openbaar gezag) en mishandeling (art. 300 Sr, strekkende ter bescherming van de lichamelijke integriteit).10
2.2.2. Uiteenlopende strafbedreigingen
Ook (grote) verschillen in maximale strafbedreigingen hoeven niet, zoals in de onderhavige zaak door het gerechtshof werd overwogen, in de weg te staan aan kwalificatie als eendaadse samenloop. Brandstichting, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, kent een maximale strafbedreiging van twaalf jaren. De strafbedreiging is maximaal vijftien jaren gevangenisstraf in geval van door het bewezenverklaarde handelen te duchten levensgevaar. Poging tot moord wordt bedreigd met maximaal twintig jaren gevangenisstraf; toch gaf het Amsterdamse hof in voornoemde zaak toepassing aan de eendaadse samenloopregeling.
Het Gerechtshof Den Haag oordeelde op 3 juli 2023 dat bewezenverklaarde opruiing en het verspreiden van opruiende afbeeldingen in eendaadse samenloop waren begaan met bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.11 Opruiing – een misdrijf tegen de openbare orde (Titel V. van het Wetboek van Strafrecht) – kent een maximale strafbedreiging van vijf jaren gevangenisstraf. Bedreiging (Titel XVIII.: misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid) wordt bestraft met maximaal drie jaren gevangenisstraf.
2.2.3. Schuld en opzet
De militaire kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde bovendien onlangs dat ook de omstandigheid dat veroordeling volgt voor zowel een schuld- als voor een opzetdelict niet in de weg staat aan kwalificatie van twee bewezenverklaarde feiten als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop. Een verdachte Kmar-militair werd op 15 juni 2023 veroordeeld voor de eendaadse samenloop van schuld aan zwaar lichamelijk letsel (art. 308 Sr) en het opzettelijk overtreden van een dienstvoorschrift.12
3. Conclusie
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft in de onderhavige casus naar mijn mening te strak vastgehouden aan de oude aspectenleer, terwijl daaraan heden ten dage niet meer dezelfde betekenis toekomt als 85 jaar geleden. Met name de opvatting van het gerechtshof dat geen sprake kan zijn van eendaadse samenloop omdat met de bewezenverklaarde strafbaarstellingen van enerzijds art. 32 Arbowet en anderzijds art. 307 Sr verschillende belangen worden beschermd die in sterke mate uiteenlopen is door de jurisprudentie ingehaald. Juist in strafzaken betreffende dodelijke arbeidsongevallen hangen tenlastegelegde overtredingen van art. 32 Arbowet en art. 307 (of 308) Sr doorgaans zo sterk met elkaar samen dat kwalificatie als meerdaadse samenloop bij gelijktijdige berechting onevenredige aansprakelijkheid en bestraffing met zich brengt. Immers, in zaken als de onderhavige, waarin de tenlastegelegde gedragingen zich op exact dezelfde tijd en plaats afspelen, wordt aan de verdachte in de regel in wezen één en hetzelfde verwijt gemaakt.
De Hoge Raad heeft inmiddels onmiskenbaar duidelijk gemaakt dat de feitenrechter ruimte heeft voor kwalificatie als eendaadse samenloop, ook in die gevallen waarin de bewezenverklaring valt onder verschillende strafbepalingen met een uiteenlopende strekking. De tijd is voor de rechter daar om die ruimte te benutten: verschillen in de strekking van enerzijds art. 32 Arbowet (bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers) en anderzijds art. 307 Sr (bescherming van het menselijk leven) kunnen niet langer dienen ter onderbouwing van de verwerping van een verweer als door de verdediging in de onderhavige zaak gevoerd. Overtreding van deze beide wetsartikelen geschiedt doorgaans in eendaadse samenloop: het is de hoogste tijd dat feitenrechters – ook in zaken waarin het verwijt wordt gemaakt dat sprake is van overtreding van de Arbowet – aansluiting zoeken bij de hiervoor besproken casus van de brandende theedoek.13
Floris Dudok van Heel is advocaat bij Sjöcrona Van Stigt Advocaten te Rotterdam.
Artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet luidt: Het is de werkgever verboden handelingen te verrichten of na te laten in strijd met deze wet of de daarop berustende bepalingen indien daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers ontstaat of te verwachten is.
Zoals overigens het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch zelf in een commune zaak op 28 april jl. al deed met kwalificatie als de eendaadse samenloop van brandstichting met daarvan te duchten (1) gemeen gevaar voor goederen en (2) levensgevaar: ECLI:NL:GHSHE:2023:1769 .
Werk bagageafhandelaren Schiphol nog steeds te zwaar, inspectie grijpt in
bron: NOS Nieuws, Dinsdag 5 september 2023
Zes bagageafhandelaren op Schiphol krijgen definitief een dwangsom opgelegd, omdat ze te weinig maatregelen nemen om het fysiek zware werk voor grondmedewerkers te verlichten. Ze tillen nog steeds te zwaar en doen werk dat hun gezondheid en veiligheid in gevaar brengt, zo concludeert de Arbeidsinspectie.
In februari van dit jaar werd bekend dat vakbond FNV een massaclaimzaak voorbereidde tegen de bagage- en vrachtbedrijven op Schiphol. De vakbond deed dit nadat de gezamenlijke onderzoeksredactie van de NOS en Nieuwsuur in september had aangetoond dat deze bedrijven hun personeel al jaren fysiek te zwaar werk lieten doen, terwijl ze op de hoogte waren van de gezondheidsrisico’s.
De afhandelaren hebben tilhulpen en bagagerobots aangeschaft om het werk voor hun personeel te verlichten. Volgens de inspectie is er wel verbetering te zien, maar lang niet genoeg. De tilhulpen worden niet overal gebruikt en voor personeel is er nog te weinig afwisseling in werk. Afgelopen juni stuurde de inspectie hierover ook al een waarschuwing naar de bagageafhandelaren.
Klachten aan rug en schouders
Het afhandelen van bagage moet de komende jaren volledig worden geautomatiseerd. Nu gaat bijna al het sjouwwerk nog met de hand. FNV kreeg honderden meldingen van Schipholmedewerkers met klachten aan schouder, rug en knie. Tot die tijd moet het sjouwwerk dus minder zwaar gemaakt worden door robots, tilhulpen en meer afwisseling in werkzaamheden.
De dwangsommen bedragen in totaal 200.000 euro per maand. De boetes verschillen, maar de hoogste boete voor bagageafhandelaren is 65.000 euro. De inspectie gaat regelmatig controleren of de omstandigheden verbeteren. Zo niet, dan moeten de bedrijven betalen.
Nieuwsuur en de NOS deden eerder onderzoek naar de arbeidsomstandigheden op Schiphol:
Voornemen Last Onder Dwangsom bagage-afhandelaren Schiphol
bron: NLA
De 6 bagage-afhandelaren op vliegveld Schiphol hebben van de Nederlandse Arbeidsinspectie een voornemen tot oplegging van een Last Onder Dwangsom (LOD) ontvangen. De Inspectie heeft onlangs bij een controle geconstateerd dat zij niet voldoen aan de eis die in maart aan hen is gesteld. De LOD verschilt per bagage-afhandelaar, de hoogste bedraagt € 65.000 per maand. Tegen de LOD kunnen de bagage-afhandelaars een zienswijze indienen.
Op 14 maart eiste de Arbeidsinspectie dat de 6 bagage-afhandelaren per direct en totdat de automatiseringen/ mechanisatie van het bagage- afhandelproces is voltooid, gebruik moesten maken van hulpmiddelen om bagage af te handelen. Hulpmiddelen zoals de CLS (container loading system) vacuümheffers en mechanische tilhulpen.
De Inspectie heeft eerder ook laten weten dat er een situatie kan ontstaan waarin luchthaven en afhandelaars naar elkaar wijzen en er per saldo voor de werknemers te weinig verbetering optreedt en dat de handhaving erop wordt gericht dat te vermijden.
De Arbeidsinspectie kondigde toen al aan dat zij de bagage-afhandelaren opnieuw hierop zou inspecteren. Eind april heeft wederom een inspectie plaatsgevonden bij de bagage-afhandelaren. De inspecteurs hebben geconstateerd dat de hulpmiddelen om bagage te tillen niet aanwezig waren en als de hulpmiddelen wel aanwezig waren deze niet werden gebruikt. Deze fysieke belasting levert een gevaar op voor de gezondheid en veiligheid van de medewerkers. Om die reden is dus een voornemen LOD verstuurd. Een last is een verplichting die, in dit geval door de Inspectie, op grond van de wet wordt opgelegd. Een dwangsom is een bedrag dat betaald moet worden aan de overheid als aan de verplichting niet wordt voldaan.
De LOD die de bagage-afhandelaren nu hebben gekregen is een kennisgeving. Zij kunnen binnen 15 dagen na ontvangst van deze kennisgeving een zienswijze indienen.
De zes bagage-afhandelaren op vliegveld Schiphol hebben van de Nederlandse Arbeidsinspectie een voornemen tot oplegging van een Last Onder Dwangsom (LOD) ontvangen. De Inspectie heeft onlangs bij een controle geconstateerd dat zij niet voldoen aan de eis die in maart aan hen is gesteld. De LOD verschilt per bagage-afhandelaar, de hoogste bedraagt € 65.000 per maand. Tegen de LOD kunnen de bagage-afhandelaars een zienswijze indienen.
Op 14 maart eiste de Arbeidsinspectie dat de zes bagage-afhandelaren per direct en totdat de automatiseringen/ mechanisatie van het bagage- afhandelproces is voltooid, gebruik moesten maken van hulpmiddelen om bagage af te handelen. Hulpmiddelen zoals de CLS (container loading system) vacuümheffers en mechanische tilhulpen.
De Inspectie heeft eerder ook laten weten dat er een situatie kan ontstaan waarin luchthaven en afhandelaars naar elkaar wijzen en er per saldo voor de werknemers te weinig verbetering optreedt en dat de handhaving erop wordt gericht dat te vermijden.
De Arbeidsinspectie kondigde toen al aan dat zij de bagage-afhandelaren opnieuw hierop zou inspecteren. Eind april heeft wederom een inspectie plaatsgevonden bij de bagage-afhandelaren. De inspecteurs hebben geconstateerd dat de hulpmiddelen om bagage te tillen niet aanwezig waren en als de hulpmiddelen wel aanwezig waren deze niet werden gebruikt. Deze fysieke belasting levert een gevaar op voor de gezondheid en veiligheid van de medewerkers. Om die reden is dus een voornemen LOD verstuurd. Een last is een verplichting die, in dit geval door de Inspectie, op grond van de wet wordt opgelegd. Een dwangsom is een bedrag dat betaald moet worden aan de overheid als aan de verplichting niet wordt voldaan.
De LOD die de bagage-afhandelaren nu hebben gekregen is een kennisgeving. Zij kunnen binnen 15 dagen na ontvangst van deze kennisgeving een zienswijze indienen.
ProRail moet stoppen met kankerverwekkende steentjes tussen rails
De Arbeidsinspectie kan ProRail een boete opleggen of het werk stilleggen als het bedrijf doorgaat met het gebruik van steentjes met de kankerverwekkende stof kwarts tussen de rails. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid veegde de bezwaren van de spoorwegbeheerder daartegen van tafel.
Twee jaar geleden onthulde tv-programma Zembla dat de spoorwegwerkers die met de stenen werkten, jarenlang werden blootgesteld aan te hoge concentraties kankerverwekkend kwartstof. Daarop voerde de Arbeidsinspectie een controle uit. Ze eisten dat ProRail moest stoppen met het gebruik van de kwartsstenen. Gebruik ervan werd tot 1 januari dit jaar gedoogd.
In bezwaar
ProRail ging vorig jaar in bezwaar bij het ministerie omdat vervanging van de stenen op korte termijn niet mogelijk zou zijn zonder dat de treinreizigers daar grote hinder van zouden ondervinden. Volgens het bedrijf was de eis van de inspectie ’technisch onuitvoerbaar’.
Stenen als ballast
De laag stenen op het spoor is het zogenaamde ballastmateriaal. De stenen zorgen ervoor dat het spoor in een rechte lijn blijft liggen, dempen trillingen en voeren overtollig regenwater af.
Van tafel geveegd
In een brief aan ProRail van eind januari veegde minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze bezwaren van tafel. Het ministerie zelf wil daar niets over zeggen en wil ook de brief niet vrijgeven ‘omdat de zaak nog loopt’, zegt een woordvoerder van het ministerie van SZW. Tv-programma Zembla heeft de brief in handen.
“Iedereen in Nederland moet gezond en veilig zijn werk kunnen doen”, zegt de SZW-woordvoerder. “Blootstelling aan gevaarlijke stoffen is een belangrijk risico voor werkenden. ProRail heeft als opdrachtgever en werkgever een zorgplicht voor de bescherming van mensen die werken aan het spoor.”
Volgens een woordvoerder van de Arbeidsinspectie zijn op de Europese markt ook kwartsloze stenen te koop. Hij kan niet aangeven of deze duurder zijn. “Maar gezondheid gaat boven economisch belang.”
‘Meer tijd nodig’
ProRail werkt naar eigen zeggen al toe naar het gebruik van stenen zonder kwarts, maar zegt dat daarvan nog onvoldoende beschikbaar zijn. Volgens een woordvoerder van ProRail heeft het bedrijf daarom meer tijd nodig dan het nu van de Arbeidsinspectie krijgt. Hij zegt daarnaast dat stofvorming tijdens het werk wordt tegengegaan door de stenen nat te houden en dat werknemers verplicht een mondmasker moeten dragen.
“Over de termijn van die overgang – en de gevolgen daarvan – gaat ProRail verder in gesprek met het ministerie. Verder zullen we ook bij de rechter laten toetsen of de termijn die we krijgen voor de overgang uitvoerbaar is.” ProRail kan nog in beroep bij de bestuursrechter en, als ook die het spoorbedrijf in het ongelijk stelt, bij de Raad van State. Dat betekent niet dat ProRail nu mag doorgaan met het gebruik van stenen met kwarts, zegt de Arbeidsinspectie.
Sinds 1994 is bekend dat kwartsstof kankerverwekkend is. In 1997 trad al een Arbobesluit in werking dat aannemers verplichtte om de stenen te vervangen voor stenen zonder kwarts. ProRail heeft dus 25 jaar de tijd gehad om de stenen gehad om te vervangen, meldt Zembla.
Rechter: Arbeidsinspectie legt werk installateur zonnepanelen na 3 boetes terecht stil
Bron:solarmagazine.nl
De rechtbank Den Haag vindt dat de Arbeidsinspectie terecht het werk van een installateur van zonnepanelen voor 1 maand heeft stilgelegd, omdat deze geen veiligheidsmaatregelen nam om valgevaar te voorkomen.
Eind oktober besloot de Arbeidsinspectie het werk van de installateur van zonnepanelen voor een periode van 1 maand stil te leggen, nadat deze meerdere keren geen veiligheidsmaatregelen nam om het risico op vallen van installateurs te voorkomen. Het bedrijf tekende tegen dit besluit bezwaar aan en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
3 boetes De Arbeidsinspectie had het bedrijf 2 keer een boete van 3.600 euro opgelegd en een schriftelijke waarschuwing gegeven dat bij herhaling van eenzelfde of soortgelijke overtreding een bevel van stillegging kon worden opgelegd.
Bij de eerste overtreding die het bedrijf beging, vond een arbeidsongeval plaats. Toen afgelopen augustus een derde overtreding plaatsvond, werd een derde boete van 1.800 euro opgelegd en besloten dat het bedrijf vanaf 5 november de werkzaamheden 1 maand zou moeten stilleggen.
Valhoogte De zonnepaneelinstallateur is echter van mening dat de Arbeidsinspectie ten onrechte uit is gegaan van een valhoogte van 2,5 meter of hoger bij de overtreding die in augustus werd geconstateerd. De werkzaamheden werden verricht aan de voorkant van de woning waar een glazen luifel was gevestigd die verder uitstak dan het dak. Daarom was er volgens de installateur geen sprake van valgevaar van 2,5 meter of hoger. Daar komt volgens hem bij dat vanwege de vorm van de woning en het dak het niet mogelijk was om een steiger te plaatsen of ankerpunten te vestigen voor veiligheidslijnen.
Bovendien vindt het bedrijf dat de Arbeidsinspectie niet bevoegd is om een bevel tot stillegging van de werkzaamheden op te leggen, omdat tussen de 2 vastgestelde overtredingen een tijdsbestek van ruim 5 jaar zit.
Spoedeisend belang Bij de behandeling van de kwestie heeft de rechtbank geconcludeerd dat de Arbeidsinspectie niet hoeft af te zien van het bevel tot stillegging. In het boeterapport van de inspectie staat namelijk dat er valgevaar bestond van 5 tot 8 meter hoogte en de arbeidsplaats niet beveiligd was tijdens de werkzaamheden. Zo ontbraken er collectieve (steigers) of persoonlijke valbeveiliging. De bijlage van het boeterapport bevat foto’s van de situatie ter plekke en bevestigen naar het oordeel van de voorzieningenrechter de geconstateerde overtreding. Op de foto’s zijn namelijk 2 medewerkers te zien die werkzaamheden verrichten bij de nok van het dak zonder veiligheidsmaatregelen tegen valgevaar.
Er bestaat volgens de rechter geen reden om te twijfelen aan de bevindingen van de arbeidsinspecteur. Los van de vraag of een glazen luifel het valgevaar wegneemt, had de zijkant van de woning geen luifel zodat daar valgevaar van 2,5 meter en hoger bestond. De stelling van het installatiebedrijf dat de vorm van de woning het onmogelijk maakte om veiligheidsvoorzieningen te treffen, is zonder onderbouwing onvoldoende om niet uit te gaan van het boeterapport. In het boeterapport staat dat de arbeidsinspecteur heeft vastgesteld dat er geen belemmeringen waren om veiligheidsvoorzieningen aan te brengen. Ook had de woning niet zo’n vorm dat het aanbrengen van veiligheidsvoorzieningen grotere gevaren of risico’s met zich meebrengt dan het valgevaar waarvoor de veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen.
Verstrekkende gevolgen Omdat het bevel tot stillegging van 28 oktober jongstgeleden binnen 5 jaar na de waarschuwing van 31 oktober 2017 heeft plaatsgevonden, is de Arbeidsinspectie volgens de rechter bevoegd om het werk stil te leggen. De rechter ziet dit als een uiterst middel tegen werkgevers bij wie herhaaldelijk is vastgesteld dat zij de wetgeving niet naleven en bij wie een boete niet tot gedragsverbetering heeft geleid. De rechtbank vindt bovendien dat het bevel tot stillegging een geschikt en noodzakelijk middel is.
Het is geschikt omdat het voorkomt dat medewerkers worden blootgesteld aan valgevaar en het installatiebedrijf de gelegenheid biedt de situatie te herstellen door de benodigde veiligheidsmaatregelen te treffen en haar personeel indringend te instrueren tot naleving daarvan. Dat het bevel noodzakelijk is, blijkt uit het feit dat 2 eerdere boetes en een waarschuwing niet tot naleving van de veiligheidsvoorschriften hebben geleid. Hoewel uit de door het bedrijf verstrekte gegevens volgens de rechter blijkt dat stillegging van haar werkzaamheden verstrekkende gevolgen heeft voor haar bedrijfsvoering, volgt uit die gegevens niet dat dit onomkeerbare gevolgen heeft.
Directeur erkent ernst niet Dat het installatiebedrijf in 2019 en 2021 veiligheidsmateriaal heeft aangeschaft en recent een veiligheidsinspecteur heeft ingeschakeld om toe te zien op de naleving van veiligheidsmaatregelen onder het personeel, verandert de zaak volgens de rechter niet.
Het veiligheidsmateriaal is afgelopen augustus niet gebruikt en ook is onvoldoende duidelijk hoe de veiligheidsinspecteur in de praktijk de naleving van de veiligheidsmaatregelen waarborgt. Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat de directeur van het installatiebedrijf in de rechtbank niet liet blijken de ernst van de overtredingen in te zien. Zo ontkende hij het valgevaar. Hij gaf er ook geen blijk van dat werknemers een losstaande ladder die rust tegen een dakgoot niet mogen gebruiken om zonnepanelen naar het dak te vervoeren.
Al met al wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Dit betekent dat het bevel tot stillegging van de werkzaamheden in stand blijft. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Boete blijft staan voor arbeidsongeval bij bedrijf
Bron: 112vdg
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mocht een boete van 27.000 euro en een waarschuwing tot stillegging opleggen aan een bedrijf in Deurne. Dit bepaalde de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Het bedrijf overtrad de Arbowet, waardoor het kon gebeuren dat een vrouw tijdens haar werk een vingertopje verloor.
De vrouw werkte in mei 2020 via een uitzendbureau bij het bedrijf dat sauzen, marinades en dressings maakt. Tijdens het schoonmaken van een tank kwam ze erachter dat een koppelslang verstopt zat. Ze wilde dit zelfstandig oplossen en koppelde daarom een metalen leiding los zodat ze met haar wijsvinger in de opening van een pomp kon komen. Door een roterend deel van de pomp werd het topje van haar vinger vervolgens afgesneden.
Het bedrijf meldde het arbeidsongeval een dag later bij de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De inspectie stelde daarop een onderzoek in. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek, legde de staatssecretaris een boete op van 27.000 euro voor overtreding van de Arbowet. Verder kreeg het bedrijf een waarschuwing: bij een nieuwe overtreding moet al het werk worden stilgelegd.
Standpunt bedrijf Volgens het bedrijf was er geen sprake van een overtreding van de Arbowet. Er zouden maatregelen zijn getroffen om het werk op een veilige manier te doen, namelijk door het instellen van een speciaal reinigingsprogramma van de machine. De vrouw heeft dit programma niet aangezet, terwijl ze wel wist dat de machine met dit programma moet worden gereinigd. En nadat zij had vastgesteld dat de leidingen waren verstopt, had de vrouw de hulp moeten inroepen van de technische dienst. Door onbevoegd een handeling aan de pomp uit te voeren, zocht zij het gevaar op, stelt het bedrijf. Zij vindt daarom niet dat de inspectie de boete en de waarschuwing mocht opleggen.
Oordeel rechtbank De rechtbank stelt vast dat de pomp aan stond tijdens de poging van de vrouw om de verstopping te verhelpen. Die pomp kon worden uitgeschakeld of spanningsloos worden gemaakt. Omdat dat niet was gebeurd heeft het bedrijf daarmee de Arbowet overtreden. Doeltreffende maatregelen moeten alleen worden genomen als een apparaat niet kan worden uitgezet. Omdat het verweer van het bedrijf alleen ziet op die maatregelen, strandt dat verhaal van het bedrijf. Dit betekent dat de staatssecretaris in zijn recht stond om een boete op te leggen. De rechtbank ziet ook geen reden om de hoogte van die boete te verlagen. De vrouw is hooguit onvoorzichtig geweest. Ook de waarschuwing voor stillegging van het bedrijf laat de rechtbank in stand. Die waarschuwing heeft een sterk preventief karakter om duidelijk te maken dat in Nederland geen plaats is voor bedrijven die wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden niet naleven.
Arbeidsinspectie pakt drie verdachten van witwassen op
De Opsporingsdienst van de Nederlandse Arbeidsinspectie heeft drie personen aangehouden die verdacht worden van witwassen. Daarnaast zijn elf doorzoekingen geweest waarbij beslag is gelegd op banktegoeden, onroerend goed, auto’s, horloges, gegevensdragers en administratie.
De aanhoudingen van drie mannen vonden plaats in Amsterdam. Daarnaast zijn nog vijf rechtspersonen aangemerkt als verdachte in deze witwaszaak. De doorzoekingen hebben plaatsgevonden in vier woningen in Amsterdam, Berkhout en Purmerend; in vier bedrijfspanden in Amsterdam, Zaandam, Halfweg en Alphen aan de Rijn en in drie kluizen in Den Haag, Amsterdam en Zaandam. Het onderzoek, dat staat onder leiding stond van het Functioneel Parket, is gestart naar aanleiding van een reeks van FIU-meldingen.
Bron:112vdg.nl
De stichting Signi Zoekhonden overtrad de Arbeidsomstandighedenwet door het inzetten van vrijwillige duikers tijdens een zoekactie. De minister legde dan ook terecht een boete op. De rechtbank Oost-Brabant heeft de hoogte van die boete – door de financiële situatie van de stichting – wel fors verlaagd tot 1.200 euro.
De Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid constateerde dat de stichting in februari 2019 de Arbowet overtrad. Duikers waren in de Oosterschelde bij Zierikzee aan het zoeken naar een vermist persoon. Er was echter geen reserveduiker of ploegleider aanwezig, 2 duikers beschikten niet over een benodigd certificaat en ook had geen van de aanwezigen een certificaat om duikers medische begeleiding te kunnen verlenen. Uiteindelijk legde de minister in december 2020 een boete op van in totaal 4.800 euro voor het overtreden van die regels. De stichting maakte bezwaar, ving bot en stapte vervolgens naar de rechter.
Standpunten
De stichting Signi Zoekhonden heeft als doel vermiste personen terug te vinden en werkt volledig met vrijwilligers. Zij vreest voor haar voortbestaan als hoge bestuurlijke boetes worden opgelegd voor activiteiten waarmee zij zich bezighouden. Volgens de stichting verdienen zij de opgelegde boete niet. De duikers die in februari 2019 aanwezig waren, zouden geen ‘arbeid’ hebben verricht. De duikactiviteit van alle zoekacties is beperkt tot het enkel waarnemen van het object. Dat lokaliseren is volgens de stichting niet anders dan het in vrije tijd observeren van vissen. Kort gezegd: de duiktochten vallen niet onder arbeid, maar onder vrijwillige of recreatieve activiteiten.
Verder stelt de stichting dat de veiligheidsmaatregelen uit de Arbowet vooral bedoeld zijn voor bedrijven die zwaardere en hooggespecialiseerde duikwerkzaamheden uitvoeren. De zware eisen voor dat werk zouden niet moeten gelden voor vrijwillige en zelfstandige duikers.
De minister ziet dit anders. Volgens hem is wel degelijk sprake van duikarbeid zoals in de Arbowet staat, en niet van onderwatersport of een recreatieduik. Het zoeken naar vermiste personen kan volgens de minister niet gelijk worden gesteld met het duiken om vissen te observeren. Daarnaast benadrukt de minister dat aan duikarbeid bijzondere gevaren voor de veiligheid of de gezondheid zijn verbonden. Die gevaren vloeien onder meer voort uit het gebruik van gas onder druk en uit de fysiek zware arbeid in duisternis of slecht zicht. Daarom heeft de wetgever ervoor gekozen dat ook vrijwilligers beschermd worden. Al met al vindt de minister de opgelegde boete terecht.
Oordeel
De rechtbank volgt de stichting niet in de stelling dat het zoeken van een object hetzelfde is als het in vrije tijd observeren van vissen. Cruciaal verschil is dat het observeren van vissen voor eigen plezier gedaan wordt. Daaraan ligt geen plan of ander doel ten grondslag. Als er op een aangegeven tijd en locatie door een organisatie gericht gezocht wordt naar een object of lichaam, is sprake van arbeid. Dat is hier dus het geval. Verder ziet de rechtbank in de wet- en regelgeving, anders dan de stichting, geen aanknopingspunten om vrijwilligers of zelfstandigen die duikarbeid verrichten vrij te stellen van de regels in de Arbowet. Uitgangspunt voor de veiligheidsmaatregelen is of er sprake is van duikarbeid. De mate van ervaring, de locatie, de diepte of de gebruikte apparatuur zijn dan niet relevant.
Voor de rechtbank staat daarmee vast dat de stichting een boete moet betalen. De opgelegde boete is echter te hoog. De stichting had eind 2019 weliswaar eigen vermogen, maar het positief resultaat over 2020 was zeer beperkt. De boete van 4.800 euro kon alleen worden betaald door een gift van een donateur, anders was het voor de stichting onmogelijk geweest om de boete te voldoen. De rechtbank stelt de boete vast op 25% van het opgelegde bedrag. Dit maakt dat de stichting 1.200 euro moet betalen.
De rechtbank is zich er van bewust dat deze uitspraak niet de boodschap bevat waarop de stichting en duikverenigingen in Nederland gehoopt hadden. De vrees vanuit de branche voor hoge boetes is enerzijds invoelbaar, anderzijds moet het ook voor kleine organisaties mogelijk zijn om aan de regels te voldoen. De vraag of de Arbowet voor sportduikers daarvoor moet worden aangepast, moet worden beantwoord door de wet- en regelgever en niet door de rechter.
‘Arbeidsinspectie legde op 3 locaties installatie zonnepanelen stil, werkwijze verbeterd’
De Arbeidsinspectie heeft bij de onderaannemer van een energiebedrijf afgelopen jaar op 3 locaties de installatie van zonnepanelen stilgelegd. Er werd op dat moment volgens de inspecteurs onveilig gewerkt.
Bron: solarmagazine.nl
Dat heeft minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten na Kamervragen van Chris Stoffer van de SGP. De minister meldt daarbij dat de antwoorden zijn verzorgd door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Indien de antwoorden vervolgvragen oproepen, wil zij een gesprek of een technische briefing aanbieden met de Arbeidsinspectie.
Extra inzet Naar aanleiding van berichtgeving van Solar Magazine over extra controles van de Nederlandse Arbeidsinspectie bij installateurs van zonnepanelen, wilde Stoffer meer weten over de resultaten van die controles. Het Kamerlid wilde onder meer weten hoeveel van de meldingen van bedrijfsongevallen in de afgelopen 5 jaar betrekking hadden op werken op hoogte; een meer in het bijzonder op asbestsanering, bouw en de installatie van zonnepanelen.
De minister meldt dat volgens de arbeidsinspectie 1.000 meldingen hebben geleid tot een onderzoek betrekking hebbend op bedrijfsongevallen met werken op hoogte. Dit betreft 9 procent van het totaal aantal bedrijfsongevallen in de periode 2017-2021.
50.000 bedrijven geïnspecteerd In die 5 jaar zijn in totaal ongeveer 50.000 bedrijven geïnspecteerd. Daarvan had 13 procent betrekking op de werkvelden asbestsanering en bouw.
De minister benadrukt dat de focus van de Arbeidsinspectie niet op capaciteit of het aantal controles, maar op het te bereiken effect: gezond en veilig werk. ‘Het inzichtelijk maken van effect is uiteraard ingewikkelder dan te rapporteren over het aantal controles’, aldus Van Gennip. ‘Een concreet voorbeeld kan dit inzichtelijk maken. Een energiebedrijf verzorgt voor een bedrijf met veel dakoppervlakte de installatie van zonnepanelen. Daarbij worden ook onderaannemers in de arm genomen. Tijdens een inspectie constateren 2 inspecteurs een onveilige werkwijze bij de werkzaamheden op hoogte. Uit een gesprek met het energiebedrijf, dat de inspecteurs samen met een specialist van het Inspectiebrede Kenniscentrum voeren, blijkt dat niet goed is nagedacht over het veilig plaatsen van de zonnepanelen. De gekozen werkwijze blijkt niet acceptabel voor de Arbeidsinspectie; de arbeidshygiënische strategie wordt niet goed gevolgd.’
Onvoldoende randbeveiliging ‘Zo is er bijvoorbeeld sprake van onvoldoende randbeveiliging en afscherming in de nabijheid van lichtkoepels en lichtstraten’, vervolgt de minister. ‘Deze situatie wordt aangetroffen op een locatie in Noord-Nederland. In dezelfde periode legt een inspecteur in Zuid-Nederland installatiewerkzaamheden van zonnepanelen stil vanwege valgevaar, welke in opdracht van dezelfde opdrachtgever blijkt plaats te vinden. Daarnaast komt in het oosten van het land een melding binnen over een gevaarlijke situatie bij installatiewerkzaamheden. Wanneer de inspecteur ter plaatse langs gaat, worden ook daar de installatiewerkzaamheden stilgelegd. Het bij elkaar brengen van informatie en de stapeling van gevaarlijke situaties leidt tot een gesprek met de opdrachtgever en ondernemers.’
Dit heeft volgens de minister als resultaat opgeleverd dat bij de werkzaamheden extra en overall toezicht komt door de opdrachtgever. ‘Ook het bedrijf op wiens panden zonnepanelen worden aangelegd, gaat toezicht op de werkzaamheden uitvoeren. Naar aanleiding van het stilgelegde werk is er een procedure opgesteld waarbij personen die op het dak willen komen extra worden geïnstrueerd. De panden staan volledig in de dakrandbeveiliging, zowel aan de binnenzijde als ook aan de buitenzijde (zoals het hoort). Voor het werken in de nabijheid van de daklichtkoepels, wordt gebruikt gemaakt van een harnasgordel met gebiedsbeperking, aangezien het systeem van de legrichting van de zonnepanelen daar niet meer veranderd kan worden. Nadat de inspecteurs ter plaatse zijn geweest, worden de stilleggingen opgeheven. Naast een verbetering van de werkomstandigheden op 3 locaties waar de Arbeidsinspectie aanwezig was, levert de aangepaste werkwijze van de opdrachtgever ook verbetering op voor in ieder geval tientallen daken van het bedrijf op wiens panden zonnepanelen worden aangelegd.’
Opbouw boetes Arbeidsinspectie bij overtredingen Arbowet
Bron:rendement.nl
Werkgevers die de Arbowet overtreden, kunnen daarvoor op de vingers getikt worden door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Ook al is de overtreding onbedoeld, de werkgever kan hiervoor wel een boete te krijgen. Voor het berekenen van de boete hanteert de Inspectie normbedragen.
Hoe komen die tot stand?
De Nederlandse Arbeidsinspectie onderzoekt of organisaties de Arbowet naleven door steekproefsgewijs organisaties te bezoeken en door gericht onderzoek te doen, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of meldingen die zijn binnengekomen. Soms zijn de geconstateerde overtredingen zo ernstig dat het tot een boete komt. Ook het niet opvolgen van waarschuwingen kan tot een boete leiden. Boetes kunnen hoog oplopen, zeker bij ernstige zaken zoals niet-melden van een arbeidsongeval (tool). Hoe hoog de boetebedragen zijn, hangt af van verschillende factoren zoals ernst van de overtreding en de grootte van de organisatie.
Direct boete bij zware overtreding
Het boetebeleid van de Arbeidsinspectie staat in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving. In de beleidsregel staat een schema met de regels uit de Arbowet waarbij een boete mogelijk is. Deze zijn ingedeeld naar ernst van de overtreding: van zware overtredingen waarbij direct een boete wordt aangezegd tot overige overtredingen zoals administratieve verplichtingen, denk aan het ontbreken van gebruiksaanwijzingen bij ingewikkelde apparaten. De inspecteur geeft in die gevallen meestal een waarschuwing. De werkgever heeft dan tijd om alsnog aan de eisen te voldoen.
Hogere boete voor grotere werkgevers
Voor de mogelijke overtredingen zijn er zeven categorieën normbedragen, van € 340 tot en met € 13.500. Afhankelijk van de grootte van de organisatie betaalt de werkgever 100% van het normbedrag (bij 500 of meer werknemers) aflopend tot 10% (organisaties met maximaal 4 werknemers). Het boetebedrag kan ook nog vermenigvuldigd worden, van 5 keer bij een dodelijk arbeidsongeval, tot 1,5 keer als 10 tot 50 werknemers zijn blootgesteld aan de gevolgen van een niet-administratieve overtreding. Zo kan het ontbreken van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) een boete van maximaal € 4.500 opleveren en het ontbreken van een plan van aanpak maximaal € 3.000.
Aspergeteler krijgt forse boete van Arbeidsinspectie
Bron:Nieuweoogst.nl
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft een aspergeteler in het Limburgse Linne een boete opgelegd van in totaal 85.000 euro. Die krijgt hij vanwege ernstige overtredingen als werkgever van arbeidsmigranten.
Bij een gezamenlijke controle met de gemeente vorig jaar constateerde de Arbeidsinspectie dat de buitenlandse werknemers op het bedrijf onder erbarmelijke omstandigheden werkten en woonden. Uit verklaringen en urenbriefjes kwam naar voren dat de werknemers meer dan tachtig uur per week werkten, voor 7 euro per uur.
Naast de boete heeft het bedrijf van de Limburgse aspergeteler een zogeheten ‘waarschuwing preventieve stillegging’ gekregen. Dat betekent dat de Arbeidsinspectie de werkzaamheden kan stilleggen als de werkgever binnen vijf jaar weer de Wet minimumloon overtreedt.
Minder uren uitbetaald
De Arbeidsinspectie heeft na de controle op het bedrijf nader onderzoek gedaan naar de gewerkte uren en de loonbetalingen. Vaststaat dat de werkgever minder uren heeft uitbetaald dan er daadwerkelijk zijn gewerkt. De werkgever haalde namelijk de reistijd tussen de verschillende aspergepercelen af van de gewerkte uren.
Een aspergeteler uit Linne krijgt een boete opgelegd vanwege ernstige overtredingen. Bij een controle vorig jaar constateerde de Arbeidsinspectie dat de werknemers onder erbarmelijke omstandigheden op het bedrijf werkten en woonden.
De werkgever verklaarde geen administratie meer te hebben waarin de begin- en eindtijden van individuele werknemers te herleiden zijn. De urenbriefjes waren volgens de werkgever al weggegooid. Daardoor is niet te controleren hoeveel de werknemers precies hebben gewerkt en kan geen nader onderzoek naar vermoedelijke onderbetaling worden uitgevoerd.
Geen bewijsstukken overlegd
De Arbeidsinspectie heeft na het onderzoek geconcludeerd dat de aspergekweker geen bewijsstukken heeft overgelegd waaruit blijkt wat de daadwerkelijk gewerkte uren zijn. Het was daarom niet duidelijk hoeveel loon de werknemers daadwerkelijk per uur kregen uitbetaald en hoeveel aan huisvesting werd betaald.
Voor deze overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag moet de werkgever een boete van 70.000 euro betalen. De werkgever is daarnaast op grond van de Arbeidstijdenwet verplicht om voor controle een deugdelijke registratie te voeren van de feitelijk gewerkte uren per werknemer. Omdat de werkgever ook deze gegevens niet kan overhandigen, heeft de Arbeidsinspectie daarvoor een boete opgelegd van 15.000 euro.
Samenwerking in aanpak arbeidsmigratie Duits grensgebied
Overgenomen van:werkenveiligheid.nl
De arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten is niet enkel een Nederlands probleem. Samen met de inspectie van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen heeft de Arbeidsinspectie medio februari huisvestingcontroles in het grensgebied uitgevoerd. Er werden tekortkomingen op het vlak van brandveiligheid en veilige stroomvoorziening geconstateerd.
De Duitse inspectie en de Nederlandse Arbeidsinspectie hebben huisvestingscontroles uitgevoerd in het Duits-Nederlandse grensgebied. In totaal zijn zes accommodaties in het Duitse Geldern en Emmerich op onder meer bouwvoorschriften, woonkwaliteit, overbevolking en hygiënevoorschriften gecontroleerd.
Huisvesting
De controle bevestigde het vermoeden dat werknemers ernstig benadeeld worden door uitzendbureaus in het Duits-Nederlandse grensgebied. Het betrof voornamelijk Bulgaarse en Roemeense werknemers. In de gecontroleerde accommodaties werden significante tekortkomingen op het gebied van brandbeveiliging, schimmel, ongedierte, een gebrek aan stroomvoorziening en andere bouw- en woningwetten geconstateerd.
De Arbeidsinspectie heeft tijdens de twee dagen dat de controles plaatsvonden, gesprekken gevoerd met de arbeidsmigranten. De inspecteurs vermoeden overtredingen van de verschillende arbeidswetten als minimumloon en werktijden. Dit wordt de komende tijd verder uitgezocht door de inspecteurs.
Internationale samenwerking
Meer dan 140 mensen werden op de twee controledagen gecontroleerd door 40 medewerkers van verschillende Duitse en Nederlandse instanties. De actie werd geïnitieerd en gecoördineerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, Gemeentelijke Zaken, Bouw en Gelijkheid van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Veel werknemers zijn gehuisvest in collectieve huisvesting in Duitsland en werken in Nederland via uitzendbureaus, die voornamelijk werknemers uitlenen in de vleesverwerkende industrie.
Bron: Nederlandse Arbeidsinspectie
Arbeidsinspectie doet inval bij omstreden uitzendbureau Reyhan
Bron:NRC
De Arbeidsinspectie heeft woensdag een inval gedaan bij uitzendbureau Reyhan in het Gelderse ’s-Heerenberg en twee medewerkers van het bedrijf aangehouden. Dat zeggen bronnen rondom het onderzoek tegen NRC. Ook een administratiekantoor in het nabijgelegen Ulft, dat de administratie van Reyhan doet, en een woning in Doetinchem zijn doorzocht.
De inval is onderdeel van een onderzoek van het functioneel parket van het Openbaar Ministerie. Het uitzendbureau wordt verdacht van valsheid in geschrifte en verduistering, waarvoor de rechter een gevangenisstraf van drie tot maximaal zes jaar kan opleggen. De Arbeidsinspectie vermoedt dat werknemers van het uitzendbureau niet het afgesproken loon kregen uitbetaald en dat hun handtekeningen zijn vervalst.
Een manager van Reyhan erkent dat de Arbeidsinspectie woensdag langs is geweest op het kantoor in ’s-Heerenberg. Hij wil niet vertellen wat de Arbeidsinspectie heeft meegenomen.
Strafrechtelijk onderzoek
De Arbeidsinspectie deed de inval woensdag vanwege een strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het uitzendbureau. Drie panden zijn doorzocht. Er is beslag gelegd op onder meer fysieke en digitale gegevens, contant geld en waardevolle spullen. Ook verschillende bedrijfsauto’s zijn doorzocht.
Het onderzoek startte na eerdere controles bij het uitzendbedrijf. De Arbeidsinspectie legde verschillende keren boetes op. In 2017 kreeg het uitzendbedrijf een boete van 11.500 euro, omdat 21 uitzendkrachten contant waren betaald. En in 2018 stuitten inspecteurs op „vreemdelingen” die geen papieren hadden om in Nederland te werken bij vleesverwerker Vitelco in Den Bosch. Reyhan, die het personeel had geregeld, en Vitelco kregen beide een boete van 8.000 euro opgelegd.
Ook gemeenten zitten met het uitzendbedrijf in hun maag. In Brabant meldde de gemeente Meierijstad (Schijndel, Sint-Oedenrode, Veghel) aan de Arbeidsinspectie dat Reyhan „personen illegaal” zou huisvesten. De ambtenaar van Meierijstad vreesde bovendien voor „uitbuiting” van werknemers.
In 2019 kwamen bij de gemeente Montferland klachten binnen over een hoekpand in ’s-Heerenberg dat was omgebouwd tot arbeidsmigrantenhotel met 22 bedden. De gemeente liet het pand ontruimen, omdat het onhygiënisch en brandonveilig was. Toen een paar weken later opnieuw werd gecontroleerd was het weer mis: er waren negen mensen in het pand dat bedoeld is voor één huishouden. De gemeente legde Reyhan een dwangsom van 50.000 euro op, die inmiddels is omgezet in een boete. Deze is volgens de gemeente Montferland niet betaald. Reyhan is in beroep gegaan bij de Raad van State tegen de boete. De procedure loopt nog.
Om de druk op te voeren, heeft de gemeente Montferland de dwangsom verhoogd tot 200.000 euro per week, met een maximum van 600.000 euro.
Kamer: laat inspectie ingrijpen bij vermoeden arbeidsuitbuiting
BRON:RD
De arbeidsinspectie krijgt de mogelijkheid werk per direct stil te leggen bij het vermoeden van uitbuiting van werknemers. De Tweede Kamer stemde dinsdag voor een voorstel hiertoe van GroenLinks en BIJ1. Het kabinet ziet ook wel wat in het plan.
De Rekenkamer oordeelde recentelijk dat de aanpak van ernstige overtredingen van arbeidswetten door de inspectie niet effectief is en veel te wensen over laat. De Rekenkamer adviseerde al om te kijken of de regels aangepast kunnen worden en of de „bestaande instrumenten” beter ingezet kunnen worden.
Ook de partijen zien dat een goede aanpak van arbeidsuitbuiting (waaronder misleiding, onderbetaling en ‘wurgcontracten’) ontbreekt, omdat de inspectie „alleen boetes en waarschuwingen kan opleggen, waarvoor soms ook langer durend onderzoek nodig is”.
Volgens GroenLinks-Kamerlid Senna Maatoug is het „heel belangrijk dat dit gat in de regelgeving zo snel mogelijk wordt gefixt”. Ze is blij dat de inspectie meer bevoegdheden krijgt. „Afkeurende woorden zijn niet genoeg om arbeidsuitbuiting tegen te gaan. BIJ1-Kamerlid Sylvana Simons zegt dat er nog veel te vaak sprake is van misstanden in Nederland. Vooral arbeidsmigranten zijn hiervan vaak slachtoffer. „En het is aan de politiek om daar een einde te maken.”
Inspectie ontdekt tiental illegale werknemers op vakantiepark in Hellevoetsluis
Uit controle naar schoonmaakwerkzaamheden in vijf vakantieparken in Nederland blijkt dat er niet wordt gewerkt volgens de regels. Eén van de parken die werd gecontroleerd ligt in Hellevoetsluis. Op het park werden zestien mensen aangetroffen, waarvan er 7 sowieso niet in Nederland mochten werken. Naar negen anderen wordt onderzoek gedaan.
In Hellevoetsluis zijn meerdere vakantieparken. Welk vakantiepark is gecontroleerd, wil het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet zeggen. Uit de controle blijkt onder meer dat werknemers er te lang werken en onderbetaald worden.
Door het inzetten van illegale werknemers wordt de Wet Arbeid Vreemdelingen overtreden. De Inspectie SZW doet verder onderzoek naar deze mensen en de werkgever, in dit geval het schoonmaakbedrijf of het uitzendbureau waar de schoonmakers voor werken. Dat bedrijf krijgt een boete.
Arbeidsinspectie arresteert moeder en zoon op verdenking van arbeidsuitbuiting, woning doorzocht in Assendelft
Vrijdag 4 juni 2021 ASSENDELFT/AMSTERDAM
De Arbeidsinspectie heeft twee verdachten, een vrouw (70) en een man (51) die moeder en zoon van elkaar zijn, vrijdag aangehouden op verdenking van arbeidsuitbuiting. Bij de arrestatie heeft de politie ook in totaal drie woningen doorzocht in Amsterdam en Assendelft.
Het duo wordt verdacht van arbeidsuitbuiting, mensensmokkel en illegale tewerkstelling. Ze zijn aangehouden te Amsterdam. Twee mogelijke slachtoffers van het duo hebben aangifte tegen hen gedaan, nadat zij respectievelijk 68 en 86 uur per week gedwongen waren om te werken in de bouw- en schoonmaaksector. Hiervoor zouden ze ook te weinig loon hebben ontvangen. Beide slachtoffers woonden illegaal in Nederland en werden gehuisvest in de woning van de moeder.
Bij de woningdoorzoekingen is beslag gelegd op administratie, laptops, tablets en telefoons. Daarnaast is er geld en cryptocurrency in beslag genomen. Er is conservatoir beslag gelegd op de woningen van verdachten. Verder zijn ook auto’s van verdachten en bedrijfswagens die bij de woningen stonden doorzocht.
De arbeidsinspectie gaat in nader onderzoek uitzoeken of er mogelijk meer slachtoffers zijn van arbeidsuitbuiting en mensenhandel. Mogelijkerwijs zou er ook sprake zijn van witwassen.
Inspectie SZW ontdekt illegale arbeid bij Brabantse aspergeteler
De Inspectie SZW heeft tijdens een controle bij een aspergeteler vier Oekraïense aspergestekers aangetroffen die niet in Nederland mogen werken. Hun werkgever heeft geen tewerkstellingsvergunning voor hen terwijl dit wel verplicht is. Van een vijfde aspergesteker was het niet mogelijk om zijn identiteit te achterhalen. De Inspectie SZW doet nog nader onderzoek naar mogelijke onderbetaling en overtreding van de Arbeidstijdenwet.
De werkgever kan in elk geval boetes tegemoet zien voor overtredingen van de Wet Arbeid Vreemdelingen. Ook bleek de aspergekweker te werken met ongekeurde arbeidsmiddelen zoals heftrucks. Hiervoor ontvangt de werkgever een waarschuwing. De Inspectie SZW ziet erop toe dat de werkgever zo snel mogelijk verbetermaatregelen neemt.
De komende tijd zal de Inspectie SZW vaker controleren bij aspergetelers in verband met mogelijke risico’s op oneerlijk werk.
Asbestverwijderingsbedrijf uit Ede voor tweede keer stilgelegd.
Een asbestverwijderingsbedrijf uit Ede mag vanaf 1 april twee maanden lang geen asbestwerkzaamheden verrichten. Het bedrijf was al eerder in juli 2020 een maand stilgelegd. Dat meldt de inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een persbericht. Er wordt daarin niet bekendgemaakt om welk bedrijf het gaat.
Het bedrijf heeft geen adequate inspanningen gepleegd om verdere asbest overtredingen na de eerste stillegging te voorkomen. Voor de eerste stillegging in 2020 heeft de Inspectie SZW in 2015, in 2016, tweemaal in 2017, in 2018 en in 2020 overtredingen van het arbobesluit geconstateerd. Met als resultaat een stillegging van een maand. Niet lang na de eerste stillegging in juli 2020, constateerde een inspecteur dat het bedrijf op 18 augustus 2020 wederom in de fout ging. Dit keer bij asbestwerkzaamheden in Geldermalsen.
De stillegging betreft alle werkzaamheden met asbest of asbesthoudende producten door en ten behoeve van het bedrijf uit Ede.
Inspectie beboet werkgever voor illegale werknemers en onveilige werksituaties
Uit:Werkenveiligheid.nl, Door Erik Jan Homan
De eigenaar van een Brabants agrarisch bedrijf krijgt een boete van de Inspectie SZW voor de illegale inzet van arbeidsmigranten. Daarmee overtreedt de werkgever de Wet arbeid vreemdelingen. Ook voldeed het bedrijf niet aan veilige arbeidsomstandigheden, zoals veiligheidskleding en onvoldoende afscherming van gevaarlijke machines. De Inspectie doet nog nader onderzoek naar de arbeidstijden en salariëring van de werknemers.
Bij een controle van een agrarisch bedrijf in Etten-Leur (Noord-Brabant) troffen inspecteurs acht Oekraïense werknemers aan die illegaal in Nederland aan het werk waren. De werkgever kan een boete verwachten voor het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen. Inspecteurs doen nog nader onderzoek naar de arbeidstijden van de werknemers en of de regels voor het minimumloon zijn nageleefd. De inspectie werd uitgevoerd in samenwerking met de vreemdelingenpolitie en handhavers van de gemeente Etten-Leur.
Op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden schoot de werkgever ook tekort. De Inspectie SZW trof in het bedrijf onveilige situaties aan. Machines met draaiende delen waren onvoldoende afgeschermd, waardoor deze gevaar konden opleveren voor werknemers. In het bedrijf waren een ongekeurde heftruck, trekker en andere machines aanwezig. Werknemers droegen geen veiligheidsschoenen, terwijl dit wel noodzakelijk was. De werkgever moet deze punten in orde maken.
Een aantal van de arbeidsmigranten woont in een loods op het terrein. Voor deze huisvesting is geen vergunning aangevraagd of verkregen. Deze zaak wordt verder door de gemeente onderzocht.
Fabriek stelde medewerkers willens en wetens bloot aan kankerverwekkende stof
Zwolle, 26 februari 2021
Een luchtfilterfabriek uit Emmen en twee leidinggevenden zijn donderdag 25 februari veroordeeld omdat zij hun medewerkers willens en wetens onbeschermd en onwetend lieten werken met de kankerverwekkende stof formaldehyde. De rechtbank Overijssel legt het bedrijf een geldboete op van 200.000 euro. De twee leidinggeven krijgen een voorwaardelijke celstraf van 6 en 9 maanden. Ook moeten ze beiden een taakstraf uitvoeren van 240 uur. De medewerkers blijven de rest van hun leven in onzekerheid of zij ooit ziek zullen worden.
Economische belangen boven medewerkers
De leiding wist dat de medewerkers werden blootgesteld aan de gevaarlijke stof maar ondernam geen actie, ondanks meerdere waarschuwingen, rapporten en aanbevelingen. De rechtbank rekent het hen aan dat zij de economische belangen van het bedrijf boven het welzijn van haar medewerkers stelde. Naar schatting bespaarde het bedrijf hiermee zo’n 2 miljoen euro.
Onbeschermd aan het werk
Het bedrijf stelde haar werknemers jarenlang onnodig bloot aan deze gevaarlijke stof. Zij kregen geen persoonlijke beschermingsmiddelen en geen voorlichting over het werken met deze gevaarlijke stof. Sterker nog, de meeste werknemers wisten niet dat deze stof vrij kwam bij het arbeidsproces. De werknemers die het wel wisten werd verteld dat het geen kwaad kon. Pas in oktober 2017, nadat de Arbeidsinspectie de betreffende afdeling had afgesloten, zijn de werknemers hierover ingelicht.
Onzeker over ziek worden
Het is niet duidelijk of de medewerkers van die afdeling ziek worden. Een arts die in deze zaak optrad als deskundige verklaarde dat blootstelling aan formaldehyde de kans op neuskanker, aanzienlijk vergroot. Hierdoor verkeren de medewerkers al jaren in onzekerheid en deze onzekerheid zal blijven. Voor de medewerkers die daadwerkelijk ziek worden is dat bijzonder schrijnend.
Letselschadeprocedures
Bij het opleggen van de straffen houdt de rechtbank rekening met de acties die binnen het bedrijf zijn ondernomen. De fabriek is gesloten en de medewerkers hebben een aanbod gekregen om de angstschade te compenseren. Alle relevante stukken worden bewaard door een notaris, zodat medewerkers die kunnen gebruiken bij (eventueel in de toekomst) nog te voeren letselschadeprocedures.
Straf voor bedrijf dat werknemers blootstelt aan gevaarlijke stof
De rechter in Zwolle heeft een luchtfilterfabrikant veroordeeld tot het betalen van twee ton boete. Ook moeten twee leidinggevenden van het bedrijf een taakstraf van 240 uur uitvoeren. Henk en John, twee inspecteurs die gespecialiseerd zijn in de regels voor het werken met gevaarlijke stoffen, onderzochten deze zaak. Jarenlang werden in de fabriek werknemers blootgesteld aan de kankerverwekkende stof formaldehyde. Soms tot wel 22 keer boven de wettelijk toegestane grenswaarde.
“Het balletje begon te rollen in 2017” blikken Arbo-inspecteurs Henk en John terug. “Er was blootstelling aan een groene kleurstof gemeld. Werknemers van het bedrijf waren groen uitgeslagen, net als de ‘Hulk’”. De klacht was reden om een inspectie uit te voeren in de fabriek. De groene kleurstof was niet te missen. Ook de blootstelling aan formaldehyde kwam snel aan het licht. “Het venijn is: zo’n stof zie je niet, ruik je niet. En toch bekroop ons direct het gevoel dat hier weleens sprake van blootstelling kon zijn. We hadden zoiets eigenlijk nooit eerder gezien” stelt John. Henk vervolgt “Er was sprake van direct ernstig gevaar, reden voor ons om de productieafdeling van de fabriek stil te leggen”.
Harslijm In eerste instantie wordt het onderzoek door de Arbo-inspecteurs bestuursrechtelijk opgepakt. Uit rapportages blijkt dat het bedrijf al jarenlang van de blootstelling had kunnen, misschien wel moeten weten. “Een document uit ’98 gaf al weer dat er in de fabriek een probleem was met een formaldehydehoudende harslijm” vertelt John.
Samenwerking Gezien het mogelijk verwijtbaar handelen, werd besloten het bedrijf strafrechtelijk aan te pakken. Henk en John zoeken contact met een rechercheur binnen de directie Opsporing van de Inspectie SZW. Een team van opsporing pakt de zaak samen met de arbo-inpsecteurs verder op onder leiding van de Officier van Justitie (OvJ). In het voorjaar van 2018 volgt een doorzoeking in de fabriek. Het bedrijf had toen al besloten de deuren van de fabriek te sluiten. “Op de dag van de inval zaten werknemers huilend in de kantine” vertelt John. In opdracht van het Functioneel Parket worden die dag de administratie en de aanwezige meetrapporten in beslag genomen. “Ruim 7 terabyte aan data en minstens een busje vol documenten” stelt Henk.
Bewijs Aan de hand van tal van verhoren en de in beslag genomen documentatie gaat een rechercheteam aan de slag met de voorbereiding van de zaak. Uit die gegevens wordt bewijs gehaald dat de verdachten, twee leidinggevenden, op de hoogte waren van het verhoogde formaldehydegehalte in de lucht. Het proces-verbaal tegen de rechtspersoon en de twee leidinggevenden ging eind 2018 naar het OM.
In januari van dit jaar eiste de OvJ onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en een boete tegen de drie verdachten. Uiteindelijk oordeelt de rechter dat het bedrijf onrechtmatig heeft gehandeld en legt het bedrijf 200.000 euro boete op én taakstraffen van 240 uur voor de twee leidinggevenden.
Inspectie SZW controleert extra in distributiecentra en bij maaltijdbezorgers
Overgenomen van FOODHOLLAND
De Inspectie SZW blijft de komende weken controleren of distributiecentra en maaltijdbezorging zich aan de regels houden van gezond, veilig en eerlijk werk. Gezien de lockdown zal er extra druk zijn in deze sectoren om aan alle vraag te voldoen. Het risico op het overtreden van coronamaatregelen, arbeidsongevallen, te lang werken en te weinig betaald krijgen wordt met deze extra drukte alleen maar groter.
De Inspectie SZW zal zowel actief gaan controleren als reactief naar aanleiding van meldingen die bij de Inspectie binnen komen. De afgelopen maanden werd er al gecontroleerd in 200 distributiecentra.
Vorig jaar en ook dit jaar heeft daarnaast een team inspecteurs veelvuldig maaltijdbezorgers gecontroleerd. De wetgeving voor maaltijdbezorgers is mede naar aanleiding van een signaal van de Inspectie SZW sinds 1 juli dit jaar gewijzigd.
Juist nu er extra druk komt te staan op deze sectoren wordt de kans op een ongeval in distributiecentra groter. Het gaat hier om ernstige ongevallen die meestal veroorzaakt worden door onachtzaamheid of het niet opvolgen van veiligheidsinstructies.
Ook kan de drukte een ongewenst effect hebben op het aantal uur dat werknemers moeten werken. Structureel te lang werken kan een overtreding zijn van de Arbeidstijdenwet.
Maar ook onderbetaling is één van de risico’s die de Inspectie ziet. Tijdens de controles kijkt de Inspectie ook of het bedrijf de coronamaatregelen goed heeft opgevolgd.
bron: Inspectie SZW, 17/12/2020
Arbeidsmigranten: afstand houden op werk onmogelijk
Bron: NRC Arbeidsomstandigheden Het naleven van de coronaregels is onhaalbaar voor veel arbeidsmigranten. Dat blijkt uit een onderzoek van de Inspectie SZW.
Arbeidsmigranten komen tijdens hun werk in Nederland in de knel met de coronamaatregelen. Eén op de vijf kan geen anderhalve meter afstand houden op de werkvloer en loopt extra besmettingsgevaar. In distributiecentra, groothandels en pakketsorteercentra geldt dit zelfs voor de helft van de werknemers. Dit blijkt uit een enquête van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) onder 380 arbeidsmigranten.
Aanleiding voor het Inspectie-onderzoek zijn de misstanden in slachthuizen, die aan het begin van de coronacrisis aan het licht kwamen. In mei vorig jaar moesten enkele vleesverwerkers de deuren sluiten, nadat er grote corona-uitbraken waren onder met name buitenlandse medewerkers. De veiligheid kon niet langer worden gegarandeerd. Daarnaast zouden medewerkers onder druk zijn gezet om door te werken met ziekteverschijnselen. Ook in de fruitverwerking ontstonden coronabrandhaarden onder arbeidsmigranten.
Op elkaar gepropt in busjes
Door corona kregen de slechte werkomstandigheden van arbeidsmigranten, naar schatting vijfhonderdduizend in Nederland, ineens vol de aandacht. Uit een rondgang van NRC in mei vorig jaar langs vakantieparken, oude barakken en wooncomplexen bleek dat arbeidsmigranten met veel mensen in kleine woningen wonen en op elkaar gepropt in busjes naar hun werk worden gebracht. Ook vertelden veel arbeidsmigranten dat hun zorgverzekeringen niet waren geregeld en ze afhankelijk zijn van hun uitzendbureau voor een baan én bed. Bij werkverlies, zo bleek, werden veel arbeidsmigranten onmiddellijk op straat gezet door hun uitzendbureau. Reden voor de Inspectie om onderzoek te doen naar de naleving van de coronamaatregelen onder arbeidsmigranten.
De opvallendste conclusie uit het onderzoek is dat in distributiecentra afstand houden onmogelijk is, volgens de helft van de respondenten. Bij het inpakken van boodschappen en het sorteren van bestellingen wordt vaak zij aan zij gewerkt aan de lopende band en in de smalle gangpaden is elkaar ontwijken onmogelijk. In de land- en tuinbouw speelt dit minder, stelt de Inspectie: in de agrarische sector kan 12 procent van de respondenten geen afstand houden.
In koelhuizen en voedselverwerkingsbedrijven speelt nog een extra gevaar: de lage temperatuur. „Er is een aanname vanuit de vleesindustrie dat aerosolen met virusdeeltjes langer overleven in een koude omgeving. Deze koude omstandigheden doen zich onder andere voor bij slachterijen, fabrikanten van gesneden groenten, vers fruit en kant-en-klaarmaaltijden”, schrijft de Inspectie. Het coronavirus is waarschijnlijk levensvatbaarder bij koele temperaturen.
Te rooskleurig
Medio vorig jaar bezochten SZW-inspecteurs onaangekondigd ongeveer 550 arbeidsmigranten thuis, in flats, in vakantieparken en op campings. Tweederde van hen werkte mee aan het onderzoek, soms werd daarbij een tolk ingezet. „Een deel haakte af”, schrijven de inspecteurs in het rapport, toen duidelijk werd dat deelname kon leiden tot een bezoek aan de baas door de Inspectie. Eén inspecteur werd van het terrein gestuurd door een werkgever.
De onderzoekers wijzen erop dat de migranten door hun afhankelijkheidsrelatie met hun werkgever mogelijk „sociaal wenselijke” antwoorden hebben gegeven. „Het risico op sociaal wenselijke beantwoording is bij deze verkenning daarom waarschijnlijk wat groter dan gemiddeld.” Dit heeft mogelijk geleid tot „een rooskleuriger beeld” dan de werkelijkheid.
Het kabinet stelde onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer het zogeheten ‘aanjaagteam’ aan, dat aanbevelingen moest doen om corona-uitbraken onder arbeidsmigranten te voorkomen en oplossingen aan te dragen voor de slechte arbeids- en huisvestingsomstandigheden van deze groep.
Niet doorbetaald bij ziekte
Roemer en het aanjaagteam pleitten in juni dat arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis een eigen kamer moeten krijgen, maar dat blijkt amper het geval onder de geënquêteerden: twee derde deelt een kamer. Zeker 40 procent van de kamers blijkt kleiner dan tien vierkante meter te zijn en 85 procent van de migranten deelt keuken en sanitair met anderen. Ook zegt de helft van de geënquêteerden niet te worden doorbetaald bij ziekte of dat niet te weten.
Los van de enquête heeft de Inspectie SZW een meldpunt waar werkgerelateerde besmettingsrisico’s gemeld kunnen worden. Dat meldpunt heeft in de periode van 2 maart tot en met 6 december 2020, 1.359 meldingen ontvangen die gaan over arbeidsmigranten en besmettingsrisico’s. Dat is ruim een vijfde van het totaal aantal ontvangen coronameldingen (6.448).
De Inspectie SZW stelt dat arbeidsmigranten beter moeten worden geregistreerd, zodat bekend is waar zij wonen en werken. Ook bemoeilijkt hun afhankelijkheid van uitzendbureaus het toezicht, schrijft Inspectie SZW. Wettelijk gezien kan de Inspectie alleen toezicht houden op werkomstandigheden, terwijl arbeidsmigranten ook problemen ervaren met hun huisvesting, vervoer en zorgverzekering; zaken die meestal geregeld worden door de uitzendbureaus.
Handhaving Inspectie SZW
Tijdens de coronacrisis heeft de Inspectie verschillende bedrijven waar arbeidsmigranten werken gewaarschuwd over het niet naleven van de coronamaatregelen. Twee bedrijven hebben hun werkzaamheden tijdelijk moeten stilleggen, er zijn amper boetes uitgedeeld.
Inspectie sluit bouwlocatie Lelystad vanwege overtredingen
donderdag 19 november 2020
LELYSTAD – Een bouwlocatie in de gemeente Lelystad werd door bouwvakkers ook gebruikt om er te wonen en te slapen. Er werden zelfs huisdieren en diervoeding aangetroffen. De bouwlocatie is direct gesloten.
De Inspectie SZW trof op locatie 18 bouwvakkers aan, waarbij twee van hen geen vergunning hadden om überhaupt hier te werken. Het betrof hier een Georgiër en een Rus. De overige aangetroffen bouwvakkers kwamen uit Oekraïne en Wit-Rusland. Vanwege het ontbreken van papieren is het op dit moment nog niet duidelijk of de werkgever hen legaal hier heeft laten werken.
Op de bouwlocatie wordt een kantorencomplex omgebouwd tot appartementen. Het was niet de eerste keer dat de Inspectie SZW hier een controle deed. In december 2019 constateerde de Inspectie al dat op de locatie gewoond werd. Toentertijd is al duidelijk gemaakt aan de opdrachtgever dat dit niet is toegestaan.
De verwondering was dan ook groot van de inspecteurs dat zij wederom op de bouwlocatie matrassen aantrof en duidelijk werd dat de bouwvakkers hier verbleven. Er lagen kleren, schoenen en de was hing te drogen. Bijzonder was verder dat er door de bouwvakkers hamsters werden gehouden als huisdier, blijkens de kooien en diervoeding die er aangetroffen werden.
Verder is het vermoeden dat er op ondeskundige wijze asbest is verwijderd op de bouwlocatie en dat het om een illegale asbestsanering ging, daar de werkzaamheden niet waren gemeld.
De verblijfslocatie van de bouwvakkers was verder verre van veilig. Elektriciteitskabels hingen overal los en waren ondeugdelijk aangelegd. Reden voor de Inspectie SZW om de hele bouwlocatie af te sluiten. Daarnaast doet de Inspectie SZW nog nader onderzoek naar overtredingen van onder meer de arbeidsomstandigheden, of het minimumloon wel werd betaald en of er niet te lang werd gewerkt.
De controle werd gedaan in overleg met het Samenwerkingsplatform Arbeidsmigranten en COVID-19 . Sinds 1 september 2020 werken diverse organisaties als Inspectie SZW, GGD, Veiligheidsregio en NVWA samen om misstanden van woon-, werk- en vervoersomstandigheden van arbeidsmigranten efficiënt en effectief aan te pakken.
Twee vestigingen van een supermarkt in de Amsterdamse binnenstad moeten een maand lang de deuren sluiten. De Inspectie SZW heeft de werkzaamheden per 21 september stilgelegd, omdat de onderneming meerdere malen de Wet arbeid vreemdelingen heeft overtreden. Bij diverse controles in de afgelopen jaren troffen inspecteurs werknemers met een buitenlandse nationaliteit aan die alleen in Nederland mogen werken met een tewerkstellingsvergunning. De werkgever liet het personeel echter steeds zonder de verplichte vergunning werken.
In totaal heeft de Inspectie SZW het bedrijf sinds 2015 zes maal een boete opgelegd voor illegale arbeid. Ook heeft de werkgever drie keer een waarschuwing gekregen dat het bedrijf kan worden stilgelegd vanwege herhaling van dezelfde of soortgelijke overtredingen. Ondanks deze waarschuwingen beging de onderneming in maart wederom dezelfde fout. Weer troffen de inspecteurs een werknemer in de winkel aan, terwijl de werkgever niet beschikte over de verplichte tewerkstellingsvergunning.
De Inspectie SZW kan concluderen dat het bedrijf zich niet heeft ingespannen om de regels voor eerlijk werk beter te gaan naleven. Het is niet gebleken dat de supermarkt adequate maatregelen heeft getroffen om dezelfde of soortgelijke overtredingen te voorkomen. Om verdere recidive tegen te gaan, heeft de Inspectie SZW besloten de werkzaamheden van de twee vestigingen stil te leggen voor de periode van één maand. Het negeren van de stillegging is strafbaar. De Inspectie zal erop toezien dat de werkgever zich aan de stillegging houdt.
Inspectie gooit asbestverwerker in Roden maand op slot wegens overtredingen
1 september 2020, bron Ditisroden.nl
Een asbestverwijderingsbedrijf uit Roden mag vanaf 1 september 2020 een maand lang geen asbestwerkzaamheden verrichten. De Inspectie SZW heeft sinds 2019 drie maal geconstateerd dat het bedrijf dezelfde overtreding begaat op het gebied van asbestsanering. De Inspectie SZW heeft het bedrijf hiervoor nu een maand stilgelegd, meldt Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De eerste keer dat de Inspectie SZW constateerde dat het bedrijf het Arbeidsomstandighedenbesluit overtrad met betrekking tot asbestsanering was in 2019 bij asbestwerkzaamheden in de plaats Nijlande. Dezelfde overtreding zag de Inspectie bij werkzaamheden door het bedrijf in de gemeente Gieten, ook in 2019. Als een bedrijf dezelfde overtreding vaker begaat kan besloten worden om werkzaamheden van het bedrijf preventief stil te leggen. Na de laatste overtreding heeft het bedrijf een waarschuwing gekregen dat werkzaamheden door het bedrijf bij een volgende overtreding zouden kunnen worden stilgelegd. In juni dit jaar constateerden inspecteurs wederom een overtreding bij asbestwerkzaamheden, dit keer in de gemeente Vriescheloo.
De stillegging waar het bedrijf voor werd gewaarschuwd, wordt nu geëffectueerd. De overtreding waar het om gaat is dat het bedrijf nagelaten heeft om preventieve maatregelen te treffen om de concentratie van asbestvezels in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarden te houden. Bekend is dat er grote risico’s verbonden zijn aan het verwijderen van asbest. Het asbestverwijderingsbedrijf uit Roden overtrad hiermee het Arbeidsomstandighedenbesluit. De stillegging betreft alle werkzaamheden met asbest of asbesthoudende producten door en/of ten behoeve van het bedrijf uit Roden. De duur van de stillegging betreft een periode van 1 maand en gaat in op 1 september 2020.
Vier bedrijven beboet voor ondeskundig slopen schuren met asbest
Bron: Inspectie SZW
Vier bedrijven hebben van de Inspectie SZW in totaal een boete gekregen van € 72.000,- voor het ondeskundig slopen van asbesthoudende schuren in de gemeente Beuningen. Er werden werkzaamheden verricht zonder dat er voorzorgsmaatregelen waren genomen om asbestverspreiding te voorkomen. Werknemers en toezichthouders hebben hierdoor een groot risico gelopen op blootstelling aan asbestvezels.
De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) meldde vorig jaar aan de Inspectie SZW dat bij de sloop van een aantal schuren in Beuningen vermoedelijk asbest was vrijgekomen. Gespecialiseerde asbest inspecteurs van de Inspectie SZW en handhavers van de ODRN hielden direct daarna in april 2019 een controle op het terrein waar de schuren gesloopt werden.
Om asbest te verwijderen moet een aantal maatregelen genomen worden om te voorkomen dat werknemers blootgesteld worden aan asbestvezels. Asbest vervliegt of verdwijnt niet. Vezels die eenmaal zijn vrijgekomen en niet zijn opgeruimd vormen een blijvend gevaar voor personen. Gelet op de gevolgen die de blootstelling aan asbestvezels met zich mee brengen, is iedere overtreding in verband met asbest ernstig.
Bij de sloop waren vier bedrijven betrokken die allen de asbestregelgeving hebben overtreden. Een bedrijf uit Venlo had als opdrachtgever van de sloop geen veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld, wat dit bedrijf een boete van € 13.500,- opleverde. Een tweede bedrijf uit Venlo was al begonnen met sloopwerkzaamheden aan een schuur voordat het asbest was verwijderd. Dit bedrijf kreeg hiervoor ook een boete van € 13.500,-. Een grondverzet- en sloopbedrijf uit Nijmegen heeft als niet gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf ondeskundig asbest gesloopt en heeft daardoor derden in gevaar gebracht. De boete hiervoor bedraagt voor dit bedrijf € 43.200,-. Ook een asbestsaneringsbedrijf uit Ede kreeg een boete, omdat dit bedrijf niet op de juiste wijze was omgegaan met de ontstane asbestverontreiniging, geen asbestinventarisatie had laten uitvoeren en ook geen melding van de asbestwerkzaamheden bij de Inspectie SZW had gedaan. Dit bedrijf kreeg een boete van € 1.800,-.
Bekend is dat er grote risico’s verbonden zijn bij het verwijderen van asbest. De bedrijven overtraden hiermee de Arbeidsomstandighedenwet en hebben gezamenlijk dan ook een boete gekregen van € 72.000,00. Tegen deze boete kunnen bedrijven nog in beroep gaan.
Asbestverwijderingsbedrijf uit Ede voor maand stilgelegd
Bron: InspectieSZW, 08 juli 2020
Een asbestverwijderingsbedrijf uit Ede mag vanaf 8 juli 2020 een maand lang geen asbestwerkzaamheden verrichten. De afgelopen jaren is het bedrijf verschillende keren beboet voor dezelfde overtredingen op het gebied van asbestsanering. De Inspectie SZW heeft het bedrijf hiervoor nu een maand stilgelegd.
De eerste keer dat de Inspectie SZW constateerde dat het bedrijf het arbobesluit overtrad met betrekking tot asbestsanering was in 2015. Dezelfde overtredingen volgden in 2016, tweemaal in 2017, in 2018 en de laatste keer in 2020.
Als een bedrijf dezelfde overtreding vaker begaat kan besloten worden om werkzaamheden van het bedrijf preventief stil te leggen. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf al een waarschuwing gekregen dat werkzaamheden door het bedrijf bij een volgende overtreding zouden kunnen worden stilgelegd. Deze stillegging wordt nu geëffectueerd.
Het bedrijf heeft voor deze overtredingen € 54.675,- aan boetes opgelegd gekregen. Niet alle boetes zijn al onherroepelijk, de rechtsgang tegen enkele overtredingen staat nog open voor het bedrijf. De overtreding waar het hier om gaat is dat het bedrijf nagelaten heeft om preventieve maatregelen te treffen om de concentratie van asbestvezels in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarden te houden.
Naast deze overtredingen van het arbobesluit, heeft het bedrijf in de afgelopen jaren ook voor andere overtredingen van het arbobesluit boetes opgelegd gekregen, in totaal € 31.200,-.
De stillegging betreft alle werkzaamheden met asbest of asbesthoudende producten door en/of ten behoeve van het bedrijf uit Ede. De duur van de stillegging betreft een periode van 1 maand en gaat in op 8 juli 2020
bron: Inspectie SZW
De Inspectie SZW heeft 26 juni samen met gemeenten en de politie zes vestigingen van een fastfoodketen gecontroleerd. Vijf vijftienjarige bezorgers bleken na 21.00 uur en zelfs om 23.00 uur nog aan het werk te zijn terwijl dit niet is toegestaan. De Inspectie SZW heeft die werkzaamheden direct stil gelegd. Aanleiding voor de inspectie waren meldingen over jonge maaltijdbezorgers die tot laat in de avond nog aan het werk zouden zijn. De controles vonden plaats in Amstelveen, Bussum, Huizen, Utrecht en Hilversum.
De maaltijdbezorging maakt de laatste jaren een grote groei door. Niet alleen neemt het aantal maaltijdbezorgers toe, er is ook een duidelijke verschuiving te zien in leeftijd. De bezorgers worden steeds jonger. Bij jonge maaltijdbezorgers onder de 16 jaar ziet de Inspectie verschillende gevaren bij het bezorgen van de maaltijden. Zoals werken onder tijdsdruk, onveilige verkeersomstandigheden en het uitvoeren van betalingen. De Inspectie SZW vindt een ondubbelzinnige norm van maatschappelijk belang. Daarom heeft de Inspectie de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om maaltijdbezorging door jongeren onder de 16 jaar expliciet te verbieden. Dit verbod treedt op 1 juli 2020 in werking.
De controle op de maaltijdbezorgers is het afgelopen jaar door de Inspectie SZW geïntensiveerd. Bij meer dan de helft van de gecontroleerde bedrijven bleek het mis te gaan. Het ontbreekt bij deze bedrijven vaak aan kennis over wat wettelijk is toegestaan. Bezorgers krijgen te weinig betaald, werken te lang of mogen überhaupt op bepaalde tijden niet werken omdat ze te jong zijn. Dit geldt zowel voor grote ketens met eigen bezorgers als voor de kleinere eetgelegenheden met eigen bezorgers.
Brabantse aspergekwekerij stilgelegd: Polen en Roemenen werkten zes weken achter elkaar, veertien uur per dag
Bron:ed.nl
De werkzaamheden bij een aspergekwekerij ergens in Noord-Brabant zijn tijdelijk stilgelegd door de Inspectie SZW. De 44 werknemers, afkomstig uit Polen en Roemenië, bleken al zes weken lang iedere dag asperges te steken, voor zo’n 8 tot 14 uur per dag.
De Brabantse werkgever – de inspectie meldt niet waar precies – moet volgens de Inspectie SZW orde op zaken stellen en zich houden aan de regels over wekelijkse rust van minimaal 36 aaneengesloten uren. Door de stillegging krijgen de werknemers de tijd om te rusten.
De controle is samen met handhavers van de gemeente uitgevoerd. De 44 aspergestekers zijn arbeidsmigranten uit Polen en Roemenië en wonen in huisvesting van de werkgever. Tijdens de inspectie is ook gecontroleerd of de arbeidsomstandigheden veilig en gezond zijn en of de werkgever het risico op een besmetting met Covid-19 tijdens het werk zo goed mogelijk voorkomt.
Onderzoek
De Inspectie SZW doet momenteel nader onderzoek naar naleving van de Wet Minimumloon en de Arbeidstijdenwet. De inspectie constateerde dat de werkgever op een aantal punten tekort schiet en ziet erop toe dat de werkgever zo snel mogelijk verbetermaatregelen neemt.
Arbeidsinspectie legt politie dwangsom op
Overgenomen van: Politienieuws.com
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft de politie een dwangsom van 325.000 euro opgelegd vanwege problemen met het communicatiesysteem C2000. Als de politie binnen zestien weken niet aan de eisen van de inspectie voldoet, wordt de boete geïnd. Het bedrag kan vervolgens elke twee maanden oplopen tot maximaal één miljoen euro. In sommige regio’s kunnen agenten momenteel niet of nauwelijks communiceren via C2000, en bij grote crisissituaties raakt het systeem overbelast.
De dwangsom moet de politie aansporen om veiligheidsmaatregelen voor medewerkers te verbeteren zolang het systeem niet optimaal functioneert. De politie betreurt het besluit en benadrukt al actief te werken aan verbetering van opleiding en training voor het juiste gebruik van C2000. Daarnaast is ze bezig met het updaten van 60.000 portofoons en 10.000 mobilofoons, een proces dat dit jaar moet leiden tot een beter bereik. De politie overweegt bezwaar te maken tegen de opgelegde dwangsom. Uiterlijk juni 2025 moet C2000 voldoen aan de vereiste technische verbeteringen en dekking om een veilige werkomgeving te garanderen.
Bron: ad.nl
Geldboete voor producent hoogwerkers na dodelijk ongeval
Bron:Cobouw, Petra Platschorre
Een Limburgse producent van hoogwerkers moet een boete van 30.000 euro betalen vanwege een dodelijk arbeidsongeval in 2022. De hoogwerker bleek niet aan de veiligheidseisen te voldoen.
Het fatale ongeval vond plaats op 25 juli 2022 bij werkzaamheden aan verkeerslichten op een kruising in Rotterdam. Een 57-jarige werknemer was bezig met de installatie toen hij bekneld raakte tussen het bakje van de hoogwerker en de verkeerslichten. Hij werd zwaar gewond overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij een paar dagen later overleed.
Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie bleek dat de hoogwerker niet voldeed aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften. Zo kon het bedieningspaneel van de hoogwerker onbedoeld bediend worden, waardoor de hoogwerker kon gaan werken zonder dat dit de bedoeling was. Ook was de voorziening om een nooddaling te maken niet duidelijk aangegeven en moeilijk bereikbaar.
Voor het Openbaar Ministerie was dat aanleiding om de producent van hoogwerkers een strafbeschikking van 30.000 euro op te leggen. Justitie vindt dat het bedrijf zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Warenwet en aan dood door schuld.
Passende afdoening
In een verklaring laat het OM weten dat de Limburgse onderneming mee heeft gewerkt aan het onderzoek en dat ze “lessen heeft getrokken en direct maatregelen heeft genomen om soortgelijke hoogwerkers aan te passen”. Het bedrijf betaalt bovendien een schadevergoeding aan de nabestaanden van het slachtoffer. Justitie noemt de strafbeschikking daarom een “passende afdoening van deze strafzaak.”
PostNL moet personeel binnen drie weken minder vaak zware pakketten laten tillen
PostNL moet binnen drie weken maatregelen nemen zodat personeel in sorteercentra minder vaak te zware pakketten hoeft te tillen. Het postbedrijf had bij de rechter uitstel gevraagd voor die eis van de Arbeidsinspectie. Maar daar gaat de rechter niet in mee.
In december constateerde de Arbeidsinspectie dat medewerkers in sorteercentra van PostNL fysiek te zwaar worden belast. Zo moesten ze vaak pakketten tillen die zwaarder zijn dan de toegestane 23 kilo. Daarna eiste de Arbeidsinspectie op 21 mei dat PostNL binnen drie maanden veranderingen zou doorvoeren: de fysieke belasting van medewerkers moest worden voorkomen of op zijn minst teruggedrongen.
‘Maatregelen te kostbaar’
PostNL stapte daarop naar de rechter. Volgens het postbedrijf waren de benodigde maatregelen onduidelijk omschreven. Ook zouden ze niet doelmatig of onnodig kostbaar zijn. En bij concurrenten wordt niet ingegrepen en dat zou PostNL benadelen, aldus het bedrijf.
De rechter zegt nu dat het belang van de gezondheid van werknemers in deze zaak voorgaat. Ook vindt de rechter dat PostNL al langer op de hoogte had kunnen zijn van de te zware belasting en de noodzaak om maatregelen te treffen. PostNL heeft nog tot 21 augustus de tijd om maatregelen te nemen.
De Arbeidsinspectie gaf eerder aan dat het werk vooral zo zwaar is doordat medewerkers vaak zwaar moeten tillen. PostNL kan volgens de rechter dus ook tijdelijk de frequentie van de tilwerkzaamheden terugbrengen en dan onderzoeken welke andere maatregelen nodig zijn.
PostNL: ‘al maatregelen genomen’
PostNL zegt in een reactie al diverse maatregelen te hebben genomen. “We hebben de rechter om meer tijd gevraagd om de resterende verbeteringen door te voeren, omdat de implementatie veel tijd kost. De komende periode gaan we nieuwe manieren testen en onderzoeken om onze processen verder te automatiseren.”
De Arbeidsinspectie zegt in een reactie dat met name in distributiecentra duizenden werknemers klachten krijgen aan hun rug, nek, schouders en knieën. “Afgelopen jaar hebben we bij zo’n 200 distributiecentra gecontroleerd, ook in andere sectoren. We kondigen nooit handhavingsacties aan, maar je kunt er vanuit gaan dat ook concurrenten een bezoek van ons hebben gehad of nog krijgen.”
Boete van 53.000 euro voor installatie zonnepanelen door illegale werknemers
Overgenomen van:Solarmagazine
De Arbeidsinspectie heeft een boete van 53.000 euro opgelegd voor het illegaal in Nederland tewerkstellen van buitenlanders bij de installatie van zonnepanelen. De dienst vindt de boete echter te laag.
In 2022 gaf de Nederlandse Arbeidsinspectie in haar jaarverslag aan vaker onderzoek te willen doen naar bedrijfseconomische drijfveren achter misstanden op de arbeidsmarkt. Dit om na te gaan of de handhaving en boetes wel in verhouding staan tot de drijfveren om gedragsverandering te bewerkstelligen.
24 casussen
De Arbeidsinspectie heeft daarom in de afgelopen periode onderzoek gedaan naar overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen, waarbij de werkgever deze werknemer uit een ‘derde land’ heeft tewerkgesteld zonder de benodigde vergunning.
Het signaal laat zien dat in de 24 onderzochte casussen de boete bijna altijd lager is dan het financiële voordeel dat de werkgever behaalt. De boetes voor het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen hebben namelijk geen gelijke tred gehouden met de ontwikkeling van de welvaart en inflatie. Daarmee is ook het afschrikwekkende effect – om illegale arbeid tegen te gaan – van de boetebedragen uitgehold. De Arbeidsinspectie concludeert dat het nuttig kan zijn om boetenormbedragen van de Wet arbeid vreemdelingen daarom automatisch of minimaal regelmatig aan te passen aan de ontwikkeling van de welvaartsstijging en de inflatie. Dat gebeurt nu niet. De kostenreductie die werkgevers behalen met de overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, is volgens de Arbeidsinspectie gemiddeld 60 procent.
Ongeval bij installatie
Een van de 24 casussen heeft betrekking op de zonne-energiesector. Bij het door de Arbeidsinspectie onderzochte incident, waarvan de datum waarop het plaatsvond niet bekend is, is een buitenlandse werknemer tijdens het installeren van zonnepanelen door een lichtplaat gevallen en door het ongeval met zware verwondingen in het ziekenhuis opgenomen.
Als uitvloeisel van het onderzoek naar het arbeidsongeval heeft de inspectie ontdekt dat 6 werknemers uit derde landen zonder de nodige vergunningen meewerkten aan de installatie van zonnepanelen. 5 van deze personen hadden een arbeidsovereenkomst met een Litouws bedrijf. Vanuit daar werden ze uitgeleend naar Nederland. Ook in Litouwen beschikten de werknemers echter niet over de nodige vergunningen om daar te mogen werken. De zesde persoon heeft een arbeidsovereenkomst met een Pools bedrijf, maar de Arbeidsinspectie heeft niet genoeg informatie boven water gekregen over de wijze waarop deze werknemer betaald wordt.
9 euro per uur
‘De werknemers verklaren dat ze 1 tot 3 weken zouden werken aan de installatie van zonnepanelen en daarna mogelijk een verdere klus zouden krijgen’, aldus de Arbeidsinspectie in haar onderzoeksrapport. ‘1 werknemer verklaart iedere dag 8 tot 9 uur te werken, zijn collega 8 tot 11,5 uur. Eén van de derdelanders – tevens slachtoffer van het arbeidsongeval – geeft aan 9 euro netto per uur te verdienen.’
De Arbeidsinspectie schat dat de daadwerkelijke arbeidskosten voor de werkgever op ongeveer 12 euro per uur lagen. Bij legale tewerkstelling op tegen het in Nederland geldende minimumloon zouden de arbeidskosten 18,33 euro per uur bedragen. Het financiële voordeel is daarmee 6,33 euro per uur. ‘Gedurende een periode van 2 weken bedraagt het financiële voordeel bij deze vorm van illegale tewerkstelling 45 uur x 2 weken x 6,33 euro x 5 werkenden 2.849 euro’, concludeert de inspectie. ‘Ervan uitgaande dat het illegale doorlenen van werknemers uit Litouwen een verdienmodel is en de werknemers was toegezegd dat mogelijk andere werkzaamheden zouden volgen, kan het financiële voordeel in een jaar oplopen tot 45 uur x 52 weken x 6,33 euro x 5 werkenden = 74.061 euro.’
Terugverdientijd 38 weken
Deze berekening veronderstelt volgens de inspectie dat het zonne-energiebedrijf in Nederland vakmensen zou kunnen vinden die op minimumloonniveau zonnepanelen kunnen installeren. Omdat dat niet realistisch lijkt, is het feitelijk verkregen loonvoordeel vermoedelijk dus nog groter.
In totaal heeft de Arbeidsinspectie in deze zaak 5 bedrijven als werkgever van de 5 derdelanders aangemerkt. Deze ondernemingen hebben verschillende rollen als opdrachtgever, hoofdaannemer, aannemer, uitlener of doorlener. ‘We kunnen niet nader uitsplitsen welke ondernemingen welk financieel voordeel hebben genoten’, aldus de inspectie. ‘In totaal wordt de 5 betrokken ondernemingen een boetebedrag van 50.000 euro opgelegd voor het illegale tewerkstellen van 5 derdelanders (red. 5 werkgevers x 5 werkenden x 2.000 euro). Daarnaast ontvangen 2 ondernemingen nog een boete van elk 1.500 euro voor het niet voldoen aan de meldplicht in het kader van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU).’
De totale boete bedraagt daarmee 53.000 euro, maar die is lager dan het financiële voordeel van 74.061 euro. De Arbeidsinspectie heeft voor alle 24 casussen berekend wat de gemiddelde ‘terugverdientijd’ is. Dat is een wat cynische term in dit verband, omdat de ‘verdiensten’ door wetsovertreding ontstaan; dus hoe lang de werkgever het voordeel moet genieten dat met de overtreding wordt behaald om het bedrag van de boete ‘goed te maken’. De ‘terugverdientijd’ van de boete bedraagt volgens de inspectie in de zonnepaneelcasus 38 weken. Bij 7 van de 24 onderzochte situaties is de terugverdientijd zelfs 3 maanden of minder.
Onderzoek
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip heeft de Tweede Kamer geïnformeerd een onderzoek in te stellen naar de maatschappelijke effecten van boetes die bedrijven krijgen voor de verschillende misstanden in de 24 casussen van de inspectie.
‘Het doel is minder misstanden en daarmee de positie van kwetsbare werknemers verbeteren’, aldus Van Gennip. ‘Daarom is het belangrijk te weten of en hoe het verhogen van boetes hieraan bijdraagt voordat we de boetes daadwerkelijk gaan verhogen. Om die reden stel ik een onderzoek in naar de maatschappelijke effecten van boetes. Hierbij kijken we naar waarom sommige sancties de naleving al dan niet verhogen en welke oplossingen we hiervoor kunnen bieden. Zo kijken we bijvoorbeeld ook naar de pakkans, de preventieve werking van boetes en andere prikkels die kunnen bijdragen aan de verhoging van de naleving van wetgeving.’
Bovendien onderzoekt het kabinet volgens de minister in hoeverre misstanden door malafide werkgevers met het huidige instrumentarium effectief genoeg te sanctioneren zijn en of er eventueel nieuwe of andere sancties ingevoerd moeten worden.
De samenloop van overtreding van de artikelen 32 Arbowet en 307/308 Sr: niet meer- maar ééndaads!
Bron: denHollander.info door: mr. F.A. Dudok van Heel1
Annotatie bij Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 30 juni 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2110
1. Inleiding
Op 27 augustus 2018 is een werknemer van een transportbedrijf uit Helmond om het leven gekomen nadat hij bedolven is geraakt onder een lading maïsvoermeel. Na onderzoek door de Nederlandse Arbeidsinspectie veroordeelde de Rechtbank Oost-Brabant het bedrijf op 20 juli 2021 tot een geldboete van € 100.000,- waarvan € 25.000,- voorwaardelijk. Bijkomend werd door de rechtbank – voorwaardelijk – de gedeeltelijke stillegging uitgesproken van het bedrijf. Het bedrijf werd ter zake van één en hetzelfde feitencomplex veroordeeld voor zowel overtreding van art. 32 van de Arbeidsomstandighedenwet2 (hierna: Arbowet) als dood door schuld: art. 307 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Op 30 juni 2023 heeft het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in het door het bedrijf ingestelde hoger beroep tegen dit vonnis. Het vonnis is bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straffen. Met gelijke bewezenverklaring en kwalificatie is het bedrijf tot dezelfde geldboete veroordeeld; de voorwaardelijke stillegging is door het gerechtshof evenwel niet overgenomen. Die stillegging heeft naar het oordeel van het gerechtshof geen meerwaarde meer, omdat het bedrijf inmiddels door de voormalige directeur is verkocht en het thans een lege vennootschap betreft waarin geen activiteiten meer worden ontplooid. Er is geen beroep in cassatie ingesteld: het arrest is inmiddels onherroepelijk.
2. Samenloop
De verdediging heeft in hoger beroep bepleit dat de onder feit 1 (art. 32 Arbowet) en feit 2 (art. 307 Sr) tenlastegelegde feiten in eendaadse samenloop zijn begaan en niet, zoals door de rechtbank gekwalificeerd, in meerdaadse samenloop. Kwalificatie van de feiten als eendaadse samenloop dient een strafmatigend effect te hebben, aldus de verdediging. Het gerechtshof heeft dit verweer verworpen. Daartoe is kort gezegd overwogen dat (ten eerste) art. 307 Sr en art. 32 Arbowet verschillende belangen beschermen die in zodanige mate uiteen lopen dat sprake is van meerdaadse samenloop. Ook de omstandigheid (ten tweede) dat overtreding van art. 307 Sr een schuldmisdrijf betreft en de opzettelijke overtreding van art. 32 Arbowet (op de wijze zoals bewezenverklaard) een opzetdelict is en (ten derde) dat de ten aanzien van beide feiten mogelijk op te leggen sancties aanmerkelijk uiteenlopen maken naar het oordeel van het gerechtshof dat kwalificatie als meerdaadse samenloop is aangewezen. Dat oordeel wordt in deze annotatie kritisch beschouwd.
2.1. Aspectenleer
In het arrest Oude Kijk in ’t Jatstraat introduceerde de Hoge Raad in 1932 de leer t.a.v. kwalificatie als een- dan wel meerdaadse samenloop die bekend is geworden als de aspectenleer, overwegende dat:
“het kenmerkende van het [ene] feit moet worden gezocht in den toestand, waarin hij, verdachte, tijdens het besturen van een motorrijtuig, verkeerde — terwijl […] het kenmerkende van het [andere] feit is gelegen in den toestand, waarin het door verdachte bestuurde motorrijtuig verkeerde;
[…]
deze twee feiten geheel los van elkander kunnen worden gedacht en elk feit op zichzelf een zelfstandige overtreding van verschillend karakter oplevert,
[…]
het eene feit niet als ’t ware in het andere opgaat en het eene feit dan ook niet kan worden beschouwd als een omstandigheid, waaronder het andere feit zich voordoet;
[…]uit dit alles voortvloeit, dat zich hier niet voordoet het geval voorzien bij artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht, doch hier plaats heeft gehad samenloop van twee overtredingen op de wijze als bij artikel 62 van dat Wetboek is geregeld.”3
Decennialang deed de aspectenleer in de jurisprudentie vervolgens opgeld. Zoals ook in de onderhavige zaak door het gerechtshof werd overwogen konden verweren strekkende tot kwalificatie als eendaadse samenloop door feitenrechters vaak worden verworpen door te wijzen op de verschillende rechtsgoederen ter bescherming waarvan verschillende strafbaarstellingen dienden. Zo ook in zaken betreffende dodelijke arbeidsongevallen, zoals ook het gerechtshof deed in de onderhavige zaak. Met bevestiging van het vonnis werd door het gerechtshof aangesloten bij de al in eerste aanleg uitgesproken verwerping van hetzelfde kwalificatieverweer:
“Feit 1 is een economisch delict dat specifiek betrekking heeft op voorschriften waaraan een werkgever zich moet houden ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers tijdens hun werkzaamheden in het algemeen. Feit 2 is een commuun delict waarin het veroorzaken van de dood door schuld is strafbaar gesteld. Hierbij vormt het menselijk leven het beschermd belang. De uiteenlopende belangen maken dat niet kan worden gesproken van hetzelfde feit.”4
2.2. Nuancering aspectenleer
In 2017, 85 jaar na introductie van de Oude Kijk in ’t Jatstraatjurisprudentie, heeft de Hoge Raad de toepasselijkheid van deze aspectenleer in een reeks arresten evenwel sterk genuanceerd. Daarbij werd gewezen op een gewijzigd inzicht van de wetgever, die zorgen had geuit over mogelijke dubbele bestraffing:
“Uit hetgeen hiervoor onder 2.6 is overwogen blijkt dat ook de wetgever zich ervan bewust is dat recente wetgeving aanleiding geeft tot zorg over dubbele bestraffing en dat tegen die zorg wordt ingebracht dat de samenloopregeling waarborgen en oplossingen biedt. Dat betekent dat de samenloopregeling – en dan meer in het bijzonder de eendaadse samenloop en de voortgezette handeling – daarvoor ook daadwerkelijk voldoende ruimte moet bieden.
Daarom moet worden benadrukt dat naar huidig inzicht een enigszins uiteenlopen van de strekking van de desbetreffende strafbepalingen niet in de weg staat aan het aannemen van eendaadse samenloop indien het in essentie om hetzelfde feitencomplex gaat. Een dergelijk uiteenlopen is evenmin een blokkade voor het aannemen van een voortgezette handeling.
In het bijzonder verdient dus aandacht dat de rechter ruimte heeft voor het aannemen van eendaadse samenloop of een voortgezette handeling, ook indien de bewezenverklaring valt onder meerdere strafbepalingen met een enigszins uiteenlopende strekking.
Vervolgens komt het voor de eendaadse samenloop vooral aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt.”5 (onderstreping FD).”
Het is dit arrest uit 2017, en dan met name de concluderende nuancering van de Hoge Raad “dat het toepassingsbereik van deze regelingen ruimer is dan wellicht kon worden afgeleid uit eerdere rechtspraak waarin vooral de verschillen in de strekking van de betrokken strafbepalingen centraal stonden”, dat de verdediging in de onderhavige zaak aangreep ter onderbouwing van haar kwalificatieverweer. Mijn inziens terecht: het Openbaar Ministerie legt in strafzaken betreffende arbeidsongevallen te gemakkelijk cumulatief overtreding van zowel art. 32 Arbowet als art. 307 (of 308) Sr ten laste, met na kwalificatie als te zijn gepleegd in meerdaadse samenloop navenant hogere strafeisen en -opleggingen ten gevolge.
2.2.1. Uiteenlopende beschermde rechtsgoederen
Feitenrechters hebben, sinds nuancering van de aspectenleer door de Hoge Raad in 2017, inmiddels gevolg gegeven aan de ruimere duiding van het toepassingsbereik van de eendaadse samenloopregeling. De Hoge Raad liet bij uitspraak van 28 september 2021 een arrest in stand waarbij de verdachte was veroordeeld voor “eendaadse samenloop van opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, en opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is”.6
In lijn met die ontwikkeling zou de voor het in brand steken van, bijvoorbeeld, één theedoek veroordeelde verdachte, waardoor zowel gemeen gevaar voor goederen (art. 157 Sr onder 1°.) als levensgevaar voor anderen (art. 157 Sr onder 2°.) is te duchten, na kwalificatie van de bewezenverklaarde feiten als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop, heden ten dage zeer wel mogelijk een lagere straf opgelegd krijgen dan vóór 2017 (toen dat nog werd gekwalificeerd als meerdaadse samenloop onder de aspectenleer). In 1987 werd de in dit voorbeeld besproken casus van de in brand gestoken theedoek door de Hoge Raad nog geduid als meerdaadse samenloop7 , anno 2021 aldus niet meer.
Ook recenter nog is dit uitgangspunt overgenomen door feitenrechters. Het Gerechtshof Amsterdam sprak op 9 maart 2023 veroordeling uit voor “de eendaadse samenloop van poging tot moord, meermalen gepleegd en opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is”8 . Voor het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waren de uiteenlopende door de artikelen 317 Sr (afpersing) en 13 van de Wet wapens en munitie (het voorhanden hebben van, in casu, een op een vuurwapen gelijkend airsoftpistool) beschermde rechtsgoederen géén belemmering voor kwalificatie van beide bewezenverklaarde feiten als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop.9 Ook het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zag onlangs in het uiteenlopen van de door overtreden strafbepalingen beschermde rechtsgoederen geen belemmering in kwalificatie als eendaadse samenloop van wederspannigheid (art. 181 Sr, een misdrijf tegen het openbaar gezag) en mishandeling (art. 300 Sr, strekkende ter bescherming van de lichamelijke integriteit).10
2.2.2. Uiteenlopende strafbedreigingen
Ook (grote) verschillen in maximale strafbedreigingen hoeven niet, zoals in de onderhavige zaak door het gerechtshof werd overwogen, in de weg te staan aan kwalificatie als eendaadse samenloop. Brandstichting, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, kent een maximale strafbedreiging van twaalf jaren. De strafbedreiging is maximaal vijftien jaren gevangenisstraf in geval van door het bewezenverklaarde handelen te duchten levensgevaar. Poging tot moord wordt bedreigd met maximaal twintig jaren gevangenisstraf; toch gaf het Amsterdamse hof in voornoemde zaak toepassing aan de eendaadse samenloopregeling.
Het Gerechtshof Den Haag oordeelde op 3 juli 2023 dat bewezenverklaarde opruiing en het verspreiden van opruiende afbeeldingen in eendaadse samenloop waren begaan met bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.11 Opruiing – een misdrijf tegen de openbare orde (Titel V. van het Wetboek van Strafrecht) – kent een maximale strafbedreiging van vijf jaren gevangenisstraf. Bedreiging (Titel XVIII.: misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid) wordt bestraft met maximaal drie jaren gevangenisstraf.
2.2.3. Schuld en opzet
De militaire kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde bovendien onlangs dat ook de omstandigheid dat veroordeling volgt voor zowel een schuld- als voor een opzetdelict niet in de weg staat aan kwalificatie van twee bewezenverklaarde feiten als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop. Een verdachte Kmar-militair werd op 15 juni 2023 veroordeeld voor de eendaadse samenloop van schuld aan zwaar lichamelijk letsel (art. 308 Sr) en het opzettelijk overtreden van een dienstvoorschrift.12
3. Conclusie
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft in de onderhavige casus naar mijn mening te strak vastgehouden aan de oude aspectenleer, terwijl daaraan heden ten dage niet meer dezelfde betekenis toekomt als 85 jaar geleden. Met name de opvatting van het gerechtshof dat geen sprake kan zijn van eendaadse samenloop omdat met de bewezenverklaarde strafbaarstellingen van enerzijds art. 32 Arbowet en anderzijds art. 307 Sr verschillende belangen worden beschermd die in sterke mate uiteenlopen is door de jurisprudentie ingehaald. Juist in strafzaken betreffende dodelijke arbeidsongevallen hangen tenlastegelegde overtredingen van art. 32 Arbowet en art. 307 (of 308) Sr doorgaans zo sterk met elkaar samen dat kwalificatie als meerdaadse samenloop bij gelijktijdige berechting onevenredige aansprakelijkheid en bestraffing met zich brengt. Immers, in zaken als de onderhavige, waarin de tenlastegelegde gedragingen zich op exact dezelfde tijd en plaats afspelen, wordt aan de verdachte in de regel in wezen één en hetzelfde verwijt gemaakt.
De Hoge Raad heeft inmiddels onmiskenbaar duidelijk gemaakt dat de feitenrechter ruimte heeft voor kwalificatie als eendaadse samenloop, ook in die gevallen waarin de bewezenverklaring valt onder verschillende strafbepalingen met een uiteenlopende strekking. De tijd is voor de rechter daar om die ruimte te benutten: verschillen in de strekking van enerzijds art. 32 Arbowet (bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers) en anderzijds art. 307 Sr (bescherming van het menselijk leven) kunnen niet langer dienen ter onderbouwing van de verwerping van een verweer als door de verdediging in de onderhavige zaak gevoerd. Overtreding van deze beide wetsartikelen geschiedt doorgaans in eendaadse samenloop: het is de hoogste tijd dat feitenrechters – ook in zaken waarin het verwijt wordt gemaakt dat sprake is van overtreding van de Arbowet – aansluiting zoeken bij de hiervoor besproken casus van de brandende theedoek.13
Naar boven
Voetnoten
Naar boven
Gerelateerde artikelen
1 artikel ter vulling voordat de eerste echte editie is geplaatst
Werk bagageafhandelaren Schiphol nog steeds te zwaar, inspectie grijpt in
bron: NOS Nieuws, Dinsdag 5 september 2023
Zes bagageafhandelaren op Schiphol krijgen definitief een dwangsom opgelegd, omdat ze te weinig maatregelen nemen om het fysiek zware werk voor grondmedewerkers te verlichten. Ze tillen nog steeds te zwaar en doen werk dat hun gezondheid en veiligheid in gevaar brengt, zo concludeert de Arbeidsinspectie.
In februari van dit jaar werd bekend dat vakbond FNV een massaclaimzaak voorbereidde tegen de bagage- en vrachtbedrijven op Schiphol. De vakbond deed dit nadat de gezamenlijke onderzoeksredactie van de NOS en Nieuwsuur in september had aangetoond dat deze bedrijven hun personeel al jaren fysiek te zwaar werk lieten doen, terwijl ze op de hoogte waren van de gezondheidsrisico’s.
De afhandelaren hebben tilhulpen en bagagerobots aangeschaft om het werk voor hun personeel te verlichten. Volgens de inspectie is er wel verbetering te zien, maar lang niet genoeg. De tilhulpen worden niet overal gebruikt en voor personeel is er nog te weinig afwisseling in werk. Afgelopen juni stuurde de inspectie hierover ook al een waarschuwing naar de bagageafhandelaren.
Klachten aan rug en schouders
Het afhandelen van bagage moet de komende jaren volledig worden geautomatiseerd. Nu gaat bijna al het sjouwwerk nog met de hand. FNV kreeg honderden meldingen van Schipholmedewerkers met klachten aan schouder, rug en knie. Tot die tijd moet het sjouwwerk dus minder zwaar gemaakt worden door robots, tilhulpen en meer afwisseling in werkzaamheden.
De dwangsommen bedragen in totaal 200.000 euro per maand. De boetes verschillen, maar de hoogste boete voor bagageafhandelaren is 65.000 euro. De inspectie gaat regelmatig controleren of de omstandigheden verbeteren. Zo niet, dan moeten de bedrijven betalen.
Nieuwsuur en de NOS deden eerder onderzoek naar de arbeidsomstandigheden op Schiphol:
Voornemen Last Onder Dwangsom bagage-afhandelaren Schiphol
bron: NLA
De 6 bagage-afhandelaren op vliegveld Schiphol hebben van de Nederlandse Arbeidsinspectie een voornemen tot oplegging van een Last Onder Dwangsom (LOD) ontvangen. De Inspectie heeft onlangs bij een controle geconstateerd dat zij niet voldoen aan de eis die in maart aan hen is gesteld. De LOD verschilt per bagage-afhandelaar, de hoogste bedraagt € 65.000 per maand. Tegen de LOD kunnen de bagage-afhandelaars een zienswijze indienen.
Op 14 maart eiste de Arbeidsinspectie dat de 6 bagage-afhandelaren per direct en totdat de automatiseringen/ mechanisatie van het bagage- afhandelproces is voltooid, gebruik moesten maken van hulpmiddelen om bagage af te handelen. Hulpmiddelen zoals de CLS (container loading system) vacuümheffers en mechanische tilhulpen.
De Inspectie heeft eerder ook laten weten dat er een situatie kan ontstaan waarin luchthaven en afhandelaars naar elkaar wijzen en er per saldo voor de werknemers te weinig verbetering optreedt en dat de handhaving erop wordt gericht dat te vermijden.
De Arbeidsinspectie kondigde toen al aan dat zij de bagage-afhandelaren opnieuw hierop zou inspecteren. Eind april heeft wederom een inspectie plaatsgevonden bij de bagage-afhandelaren. De inspecteurs hebben geconstateerd dat de hulpmiddelen om bagage te tillen niet aanwezig waren en als de hulpmiddelen wel aanwezig waren deze niet werden gebruikt. Deze fysieke belasting levert een gevaar op voor de gezondheid en veiligheid van de medewerkers. Om die reden is dus een voornemen LOD verstuurd. Een last is een verplichting die, in dit geval door de Inspectie, op grond van de wet wordt opgelegd. Een dwangsom is een bedrag dat betaald moet worden aan de overheid als aan de verplichting niet wordt voldaan.
De LOD die de bagage-afhandelaren nu hebben gekregen is een kennisgeving. Zij kunnen binnen 15 dagen na ontvangst van deze kennisgeving een zienswijze indienen.
Voornemen Last Onder Dwangsom bagage-afhandelaren Schiphol
Ron: RiskenBusiness
De zes bagage-afhandelaren op vliegveld Schiphol hebben van de Nederlandse Arbeidsinspectie een voornemen tot oplegging van een Last Onder Dwangsom (LOD) ontvangen. De Inspectie heeft onlangs bij een controle geconstateerd dat zij niet voldoen aan de eis die in maart aan hen is gesteld. De LOD verschilt per bagage-afhandelaar, de hoogste bedraagt € 65.000 per maand. Tegen de LOD kunnen de bagage-afhandelaars een zienswijze indienen.
Op 14 maart eiste de Arbeidsinspectie dat de zes bagage-afhandelaren per direct en totdat de automatiseringen/ mechanisatie van het bagage- afhandelproces is voltooid, gebruik moesten maken van hulpmiddelen om bagage af te handelen. Hulpmiddelen zoals de CLS (container loading system) vacuümheffers en mechanische tilhulpen.
De Inspectie heeft eerder ook laten weten dat er een situatie kan ontstaan waarin luchthaven en afhandelaars naar elkaar wijzen en er per saldo voor de werknemers te weinig verbetering optreedt en dat de handhaving erop wordt gericht dat te vermijden.
De Arbeidsinspectie kondigde toen al aan dat zij de bagage-afhandelaren opnieuw hierop zou inspecteren. Eind april heeft wederom een inspectie plaatsgevonden bij de bagage-afhandelaren. De inspecteurs hebben geconstateerd dat de hulpmiddelen om bagage te tillen niet aanwezig waren en als de hulpmiddelen wel aanwezig waren deze niet werden gebruikt. Deze fysieke belasting levert een gevaar op voor de gezondheid en veiligheid van de medewerkers. Om die reden is dus een voornemen LOD verstuurd. Een last is een verplichting die, in dit geval door de Inspectie, op grond van de wet wordt opgelegd. Een dwangsom is een bedrag dat betaald moet worden aan de overheid als aan de verplichting niet wordt voldaan.
De LOD die de bagage-afhandelaren nu hebben gekregen is een kennisgeving. Zij kunnen binnen 15 dagen na ontvangst van deze kennisgeving een zienswijze indienen.
ProRail moet stoppen met kankerverwekkende steentjes tussen rails
De Arbeidsinspectie kan ProRail een boete opleggen of het werk stilleggen als het bedrijf doorgaat met het gebruik van steentjes met de kankerverwekkende stof kwarts tussen de rails. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid veegde de bezwaren van de spoorwegbeheerder daartegen van tafel.
Twee jaar geleden onthulde tv-programma Zembla dat de spoorwegwerkers die met de stenen werkten, jarenlang werden blootgesteld aan te hoge concentraties kankerverwekkend kwartstof. Daarop voerde de Arbeidsinspectie een controle uit. Ze eisten dat ProRail moest stoppen met het gebruik van de kwartsstenen. Gebruik ervan werd tot 1 januari dit jaar gedoogd.
In bezwaar
ProRail ging vorig jaar in bezwaar bij het ministerie omdat vervanging van de stenen op korte termijn niet mogelijk zou zijn zonder dat de treinreizigers daar grote hinder van zouden ondervinden. Volgens het bedrijf was de eis van de inspectie ’technisch onuitvoerbaar’.
Stenen als ballast
De laag stenen op het spoor is het zogenaamde ballastmateriaal. De stenen zorgen ervoor dat het spoor in een rechte lijn blijft liggen, dempen trillingen en voeren overtollig regenwater af.
Van tafel geveegd
In een brief aan ProRail van eind januari veegde minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze bezwaren van tafel. Het ministerie zelf wil daar niets over zeggen en wil ook de brief niet vrijgeven ‘omdat de zaak nog loopt’, zegt een woordvoerder van het ministerie van SZW. Tv-programma Zembla heeft de brief in handen.
“Iedereen in Nederland moet gezond en veilig zijn werk kunnen doen”, zegt de SZW-woordvoerder. “Blootstelling aan gevaarlijke stoffen is een belangrijk risico voor werkenden. ProRail heeft als opdrachtgever en werkgever een zorgplicht voor de bescherming van mensen die werken aan het spoor.”
Volgens een woordvoerder van de Arbeidsinspectie zijn op de Europese markt ook kwartsloze stenen te koop. Hij kan niet aangeven of deze duurder zijn. “Maar gezondheid gaat boven economisch belang.”
‘Meer tijd nodig’
ProRail werkt naar eigen zeggen al toe naar het gebruik van stenen zonder kwarts, maar zegt dat daarvan nog onvoldoende beschikbaar zijn. Volgens een woordvoerder van ProRail heeft het bedrijf daarom meer tijd nodig dan het nu van de Arbeidsinspectie krijgt. Hij zegt daarnaast dat stofvorming tijdens het werk wordt tegengegaan door de stenen nat te houden en dat werknemers verplicht een mondmasker moeten dragen.
“Over de termijn van die overgang – en de gevolgen daarvan – gaat ProRail verder in gesprek met het ministerie. Verder zullen we ook bij de rechter laten toetsen of de termijn die we krijgen voor de overgang uitvoerbaar is.” ProRail kan nog in beroep bij de bestuursrechter en, als ook die het spoorbedrijf in het ongelijk stelt, bij de Raad van State. Dat betekent niet dat ProRail nu mag doorgaan met het gebruik van stenen met kwarts, zegt de Arbeidsinspectie.
Sinds 1994 is bekend dat kwartsstof kankerverwekkend is. In 1997 trad al een Arbobesluit in werking dat aannemers verplichtte om de stenen te vervangen voor stenen zonder kwarts. ProRail heeft dus 25 jaar de tijd gehad om de stenen gehad om te vervangen, meldt Zembla.
Bron: RTL Nieuws
Rechter: Arbeidsinspectie legt werk installateur zonnepanelen na 3 boetes terecht stil
Bron:solarmagazine.nl
De rechtbank Den Haag vindt dat de Arbeidsinspectie terecht het werk van een installateur van zonnepanelen voor 1 maand heeft stilgelegd, omdat deze geen veiligheidsmaatregelen nam om valgevaar te voorkomen.
Eind oktober besloot de Arbeidsinspectie het werk van de installateur van zonnepanelen voor een periode van 1 maand stil te leggen, nadat deze meerdere keren geen veiligheidsmaatregelen nam om het risico op vallen van installateurs te voorkomen. Het bedrijf tekende tegen dit besluit bezwaar aan en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
3 boetes
De Arbeidsinspectie had het bedrijf 2 keer een boete van 3.600 euro opgelegd en een schriftelijke waarschuwing gegeven dat bij herhaling van eenzelfde of soortgelijke overtreding een bevel van stillegging kon worden opgelegd.
Bij de eerste overtreding die het bedrijf beging, vond een arbeidsongeval plaats. Toen afgelopen augustus een derde overtreding plaatsvond, werd een derde boete van 1.800 euro opgelegd en besloten dat het bedrijf vanaf 5 november de werkzaamheden 1 maand zou moeten stilleggen.
Valhoogte
De zonnepaneelinstallateur is echter van mening dat de Arbeidsinspectie ten onrechte uit is gegaan van een valhoogte van 2,5 meter of hoger bij de overtreding die in augustus werd geconstateerd. De werkzaamheden werden verricht aan de voorkant van de woning waar een glazen luifel was gevestigd die verder uitstak dan het dak. Daarom was er volgens de installateur geen sprake van valgevaar van 2,5 meter of hoger. Daar komt volgens hem bij dat vanwege de vorm van de woning en het dak het niet mogelijk was om een steiger te plaatsen of ankerpunten te vestigen voor veiligheidslijnen.
Bovendien vindt het bedrijf dat de Arbeidsinspectie niet bevoegd is om een bevel tot stillegging van de werkzaamheden op te leggen, omdat tussen de 2 vastgestelde overtredingen een tijdsbestek van ruim 5 jaar zit.
Spoedeisend belang
Bij de behandeling van de kwestie heeft de rechtbank geconcludeerd dat de Arbeidsinspectie niet hoeft af te zien van het bevel tot stillegging. In het boeterapport van de inspectie staat namelijk dat er valgevaar bestond van 5 tot 8 meter hoogte en de arbeidsplaats niet beveiligd was tijdens de werkzaamheden. Zo ontbraken er collectieve (steigers) of persoonlijke valbeveiliging. De bijlage van het boeterapport bevat foto’s van de situatie ter plekke en bevestigen naar het oordeel van de voorzieningenrechter de geconstateerde overtreding. Op de foto’s zijn namelijk 2 medewerkers te zien die werkzaamheden verrichten bij de nok van het dak zonder veiligheidsmaatregelen tegen valgevaar.
Er bestaat volgens de rechter geen reden om te twijfelen aan de bevindingen van de arbeidsinspecteur. Los van de vraag of een glazen luifel het valgevaar wegneemt, had de zijkant van de woning geen luifel zodat daar valgevaar van 2,5 meter en hoger bestond. De stelling van het installatiebedrijf dat de vorm van de woning het onmogelijk maakte om veiligheidsvoorzieningen te treffen, is zonder onderbouwing onvoldoende om niet uit te gaan van het boeterapport. In het boeterapport staat dat de arbeidsinspecteur heeft vastgesteld dat er geen belemmeringen waren om veiligheidsvoorzieningen aan te brengen. Ook had de woning niet zo’n vorm dat het aanbrengen van veiligheidsvoorzieningen grotere gevaren of risico’s met zich meebrengt dan het valgevaar waarvoor de veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen.
Verstrekkende gevolgen
Omdat het bevel tot stillegging van 28 oktober jongstgeleden binnen 5 jaar na de waarschuwing van 31 oktober 2017 heeft plaatsgevonden, is de Arbeidsinspectie volgens de rechter bevoegd om het werk stil te leggen. De rechter ziet dit als een uiterst middel tegen werkgevers bij wie herhaaldelijk is vastgesteld dat zij de wetgeving niet naleven en bij wie een boete niet tot gedragsverbetering heeft geleid. De rechtbank vindt bovendien dat het bevel tot stillegging een geschikt en noodzakelijk middel is.
Het is geschikt omdat het voorkomt dat medewerkers worden blootgesteld aan valgevaar en het installatiebedrijf de gelegenheid biedt de situatie te herstellen door de benodigde veiligheidsmaatregelen te treffen en haar personeel indringend te instrueren tot naleving daarvan. Dat het bevel noodzakelijk is, blijkt uit het feit dat 2 eerdere boetes en een waarschuwing niet tot naleving van de veiligheidsvoorschriften hebben geleid. Hoewel uit de door het bedrijf verstrekte gegevens volgens de rechter blijkt dat stillegging van haar werkzaamheden verstrekkende gevolgen heeft voor haar bedrijfsvoering, volgt uit die gegevens niet dat dit onomkeerbare gevolgen heeft.
Directeur erkent ernst niet
Dat het installatiebedrijf in 2019 en 2021 veiligheidsmateriaal heeft aangeschaft en recent een veiligheidsinspecteur heeft ingeschakeld om toe te zien op de naleving van veiligheidsmaatregelen onder het personeel, verandert de zaak volgens de rechter niet.
Het veiligheidsmateriaal is afgelopen augustus niet gebruikt en ook is onvoldoende duidelijk hoe de veiligheidsinspecteur in de praktijk de naleving van de veiligheidsmaatregelen waarborgt. Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat de directeur van het installatiebedrijf in de rechtbank niet liet blijken de ernst van de overtredingen in te zien. Zo ontkende hij het valgevaar. Hij gaf er ook geen blijk van dat werknemers een losstaande ladder die rust tegen een dakgoot niet mogen gebruiken om zonnepanelen naar het dak te vervoeren.
Al met al wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Dit betekent dat het bevel tot stillegging van de werkzaamheden in stand blijft. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Door Edwin van Gastel, Els Stultiens
Boete blijft staan voor arbeidsongeval bij bedrijf
Bron: 112vdg
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mocht een boete van 27.000 euro en een waarschuwing tot stillegging opleggen aan een bedrijf in Deurne. Dit bepaalde de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Het bedrijf overtrad de Arbowet, waardoor het kon gebeuren dat een vrouw tijdens haar werk een vingertopje verloor.
De vrouw werkte in mei 2020 via een uitzendbureau bij het bedrijf dat sauzen, marinades en dressings maakt. Tijdens het schoonmaken van een tank kwam ze erachter dat een koppelslang verstopt zat. Ze wilde dit zelfstandig oplossen en koppelde daarom een metalen leiding los zodat ze met haar wijsvinger in de opening van een pomp kon komen. Door een roterend deel van de pomp werd het topje van haar vinger vervolgens afgesneden.
Het bedrijf meldde het arbeidsongeval een dag later bij de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De inspectie stelde daarop een onderzoek in. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek, legde de staatssecretaris een boete op van 27.000 euro voor overtreding van de Arbowet. Verder kreeg het bedrijf een waarschuwing: bij een nieuwe overtreding moet al het werk worden stilgelegd.
Standpunt bedrijf Volgens het bedrijf was er geen sprake van een overtreding van de Arbowet. Er zouden maatregelen zijn getroffen om het werk op een veilige manier te doen, namelijk door het instellen van een speciaal reinigingsprogramma van de machine. De vrouw heeft dit programma niet aangezet, terwijl ze wel wist dat de machine met dit programma moet worden gereinigd. En nadat zij had vastgesteld dat de leidingen waren verstopt, had de vrouw de hulp moeten inroepen van de technische dienst. Door onbevoegd een handeling aan de pomp uit te voeren, zocht zij het gevaar op, stelt het bedrijf. Zij vindt daarom niet dat de inspectie de boete en de waarschuwing mocht opleggen.
Oordeel rechtbank De rechtbank stelt vast dat de pomp aan stond tijdens de poging van de vrouw om de verstopping te verhelpen. Die pomp kon worden uitgeschakeld of spanningsloos worden gemaakt. Omdat dat niet was gebeurd heeft het bedrijf daarmee de Arbowet overtreden. Doeltreffende maatregelen moeten alleen worden genomen als een apparaat niet kan worden uitgezet. Omdat het verweer van het bedrijf alleen ziet op die maatregelen, strandt dat verhaal van het bedrijf. Dit betekent dat de staatssecretaris in zijn recht stond om een boete op te leggen. De rechtbank ziet ook geen reden om de hoogte van die boete te verlagen. De vrouw is hooguit onvoorzichtig geweest. Ook de waarschuwing voor stillegging van het bedrijf laat de rechtbank in stand. Die waarschuwing heeft een sterk preventief karakter om duidelijk te maken dat in Nederland geen plaats is voor bedrijven die wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden niet naleven.
Arbeidsinspectie pakt drie verdachten van witwassen op
De Opsporingsdienst van de Nederlandse Arbeidsinspectie heeft drie personen aangehouden die verdacht worden van witwassen. Daarnaast zijn elf doorzoekingen geweest waarbij beslag is gelegd op banktegoeden, onroerend goed, auto’s, horloges, gegevensdragers en administratie.
De aanhoudingen van drie mannen vonden plaats in Amsterdam. Daarnaast zijn nog vijf rechtspersonen aangemerkt als verdachte in deze witwaszaak. De doorzoekingen hebben plaatsgevonden in vier woningen in Amsterdam, Berkhout en Purmerend; in vier bedrijfspanden in Amsterdam, Zaandam, Halfweg en Alphen aan de Rijn en in drie kluizen in Den Haag, Amsterdam en Zaandam. Het onderzoek, dat staat onder leiding stond van het Functioneel Parket, is gestart naar aanleiding van een reeks van FIU-meldingen.
Vrijwilligers van zoekactie krijgen flinke boete
Bron:112vdg.nl
De stichting Signi Zoekhonden overtrad de Arbeidsomstandighedenwet door het inzetten van vrijwillige duikers tijdens een zoekactie. De minister legde dan ook terecht een boete op. De rechtbank Oost-Brabant heeft de hoogte van die boete – door de financiële situatie van de stichting – wel fors verlaagd tot 1.200 euro.
De Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid constateerde dat de stichting in februari 2019 de Arbowet overtrad. Duikers waren in de Oosterschelde bij Zierikzee aan het zoeken naar een vermist persoon. Er was echter geen reserveduiker of ploegleider aanwezig, 2 duikers beschikten niet over een benodigd certificaat en ook had geen van de aanwezigen een certificaat om duikers medische begeleiding te kunnen verlenen. Uiteindelijk legde de minister in december 2020 een boete op van in totaal 4.800 euro voor het overtreden van die regels. De stichting maakte bezwaar, ving bot en stapte vervolgens naar de rechter.
Standpunten
De stichting Signi Zoekhonden heeft als doel vermiste personen terug te vinden en werkt volledig met vrijwilligers. Zij vreest voor haar voortbestaan als hoge bestuurlijke boetes worden opgelegd voor activiteiten waarmee zij zich bezighouden. Volgens de stichting verdienen zij de opgelegde boete niet. De duikers die in februari 2019 aanwezig waren, zouden geen ‘arbeid’ hebben verricht. De duikactiviteit van alle zoekacties is beperkt tot het enkel waarnemen van het object. Dat lokaliseren is volgens de stichting niet anders dan het in vrije tijd observeren van vissen. Kort gezegd: de duiktochten vallen niet onder arbeid, maar onder vrijwillige of recreatieve activiteiten.
Verder stelt de stichting dat de veiligheidsmaatregelen uit de Arbowet vooral bedoeld zijn voor bedrijven die zwaardere en hooggespecialiseerde duikwerkzaamheden uitvoeren. De zware eisen voor dat werk zouden niet moeten gelden voor vrijwillige en zelfstandige duikers.
De minister ziet dit anders. Volgens hem is wel degelijk sprake van duikarbeid zoals in de Arbowet staat, en niet van onderwatersport of een recreatieduik. Het zoeken naar vermiste personen kan volgens de minister niet gelijk worden gesteld met het duiken om vissen te observeren. Daarnaast benadrukt de minister dat aan duikarbeid bijzondere gevaren voor de veiligheid of de gezondheid zijn verbonden. Die gevaren vloeien onder meer voort uit het gebruik van gas onder druk en uit de fysiek zware arbeid in duisternis of slecht zicht. Daarom heeft de wetgever ervoor gekozen dat ook vrijwilligers beschermd worden. Al met al vindt de minister de opgelegde boete terecht.
Oordeel
De rechtbank volgt de stichting niet in de stelling dat het zoeken van een object hetzelfde is als het in vrije tijd observeren van vissen. Cruciaal verschil is dat het observeren van vissen voor eigen plezier gedaan wordt. Daaraan ligt geen plan of ander doel ten grondslag. Als er op een aangegeven tijd en locatie door een organisatie gericht gezocht wordt naar een object of lichaam, is sprake van arbeid. Dat is hier dus het geval. Verder ziet de rechtbank in de wet- en regelgeving, anders dan de stichting, geen aanknopingspunten om vrijwilligers of zelfstandigen die duikarbeid verrichten vrij te stellen van de regels in de Arbowet. Uitgangspunt voor de veiligheidsmaatregelen is of er sprake is van duikarbeid. De mate van ervaring, de locatie, de diepte of de gebruikte apparatuur zijn dan niet relevant.
Voor de rechtbank staat daarmee vast dat de stichting een boete moet betalen. De opgelegde boete is echter te hoog. De stichting had eind 2019 weliswaar eigen vermogen, maar het positief resultaat over 2020 was zeer beperkt. De boete van 4.800 euro kon alleen worden betaald door een gift van een donateur, anders was het voor de stichting onmogelijk geweest om de boete te voldoen. De rechtbank stelt de boete vast op 25% van het opgelegde bedrag. Dit maakt dat de stichting 1.200 euro moet betalen.
De rechtbank is zich er van bewust dat deze uitspraak niet de boodschap bevat waarop de stichting en duikverenigingen in Nederland gehoopt hadden. De vrees vanuit de branche voor hoge boetes is enerzijds invoelbaar, anderzijds moet het ook voor kleine organisaties mogelijk zijn om aan de regels te voldoen. De vraag of de Arbowet voor sportduikers daarvoor moet worden aangepast, moet worden beantwoord door de wet- en regelgever en niet door de rechter.
‘Arbeidsinspectie legde op 3 locaties installatie zonnepanelen stil, werkwijze verbeterd’
De Arbeidsinspectie heeft bij de onderaannemer van een energiebedrijf afgelopen jaar op 3 locaties de installatie van zonnepanelen stilgelegd. Er werd op dat moment volgens de inspecteurs onveilig gewerkt.
Bron: solarmagazine.nl
Dat heeft minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten na Kamervragen van Chris Stoffer van de SGP. De minister meldt daarbij dat de antwoorden zijn verzorgd door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Indien de antwoorden vervolgvragen oproepen, wil zij een gesprek of een technische briefing aanbieden met de Arbeidsinspectie.
Extra inzet
Naar aanleiding van berichtgeving van Solar Magazine over extra controles van de Nederlandse Arbeidsinspectie bij installateurs van zonnepanelen, wilde Stoffer meer weten over de resultaten van die controles. Het Kamerlid wilde onder meer weten hoeveel van de meldingen van bedrijfsongevallen in de afgelopen 5 jaar betrekking hadden op werken op hoogte; een meer in het bijzonder op asbestsanering, bouw en de installatie van zonnepanelen.
De minister meldt dat volgens de arbeidsinspectie 1.000 meldingen hebben geleid tot een onderzoek betrekking hebbend op bedrijfsongevallen met werken op hoogte. Dit betreft 9 procent van het totaal aantal bedrijfsongevallen in de periode 2017-2021.
50.000 bedrijven geïnspecteerd
In die 5 jaar zijn in totaal ongeveer 50.000 bedrijven geïnspecteerd. Daarvan had 13 procent betrekking op de werkvelden asbestsanering en bouw.
De minister benadrukt dat de focus van de Arbeidsinspectie niet op capaciteit of het aantal controles, maar op het te bereiken effect: gezond en veilig werk. ‘Het inzichtelijk maken van effect is uiteraard ingewikkelder dan te rapporteren over het aantal controles’, aldus Van Gennip. ‘Een concreet voorbeeld kan dit inzichtelijk maken. Een energiebedrijf verzorgt voor een bedrijf met veel dakoppervlakte de installatie van zonnepanelen. Daarbij worden ook onderaannemers in de arm genomen. Tijdens een inspectie constateren 2 inspecteurs een onveilige werkwijze bij de werkzaamheden op hoogte. Uit een gesprek met het energiebedrijf, dat de inspecteurs samen met een specialist van het Inspectiebrede Kenniscentrum voeren, blijkt dat niet goed is nagedacht over het veilig plaatsen van de zonnepanelen. De gekozen werkwijze blijkt niet acceptabel voor de Arbeidsinspectie; de arbeidshygiënische strategie wordt niet goed gevolgd.’
Onvoldoende randbeveiliging
‘Zo is er bijvoorbeeld sprake van onvoldoende randbeveiliging en afscherming in de nabijheid van lichtkoepels en lichtstraten’, vervolgt de minister. ‘Deze situatie wordt aangetroffen op een locatie in Noord-Nederland. In dezelfde periode legt een inspecteur in Zuid-Nederland installatiewerkzaamheden van zonnepanelen stil vanwege valgevaar, welke in opdracht van dezelfde opdrachtgever blijkt plaats te vinden. Daarnaast komt in het oosten van het land een melding binnen over een gevaarlijke situatie bij installatiewerkzaamheden. Wanneer de inspecteur ter plaatse langs gaat, worden ook daar de installatiewerkzaamheden stilgelegd. Het bij elkaar brengen van informatie en de stapeling van gevaarlijke situaties leidt tot een gesprek met de opdrachtgever en ondernemers.’
Dit heeft volgens de minister als resultaat opgeleverd dat bij de werkzaamheden extra en overall toezicht komt door de opdrachtgever. ‘Ook het bedrijf op wiens panden zonnepanelen worden aangelegd, gaat toezicht op de werkzaamheden uitvoeren. Naar aanleiding van het stilgelegde werk is er een procedure opgesteld waarbij personen die op het dak willen komen extra worden geïnstrueerd. De panden staan volledig in de dakrandbeveiliging, zowel aan de binnenzijde als ook aan de buitenzijde (zoals het hoort). Voor het werken in de nabijheid van de daklichtkoepels, wordt gebruikt gemaakt van een harnasgordel met gebiedsbeperking, aangezien het systeem van de legrichting van de zonnepanelen daar niet meer veranderd kan worden. Nadat de inspecteurs ter plaatse zijn geweest, worden de stilleggingen opgeheven. Naast een verbetering van de werkomstandigheden op 3 locaties waar de Arbeidsinspectie aanwezig was, levert de aangepaste werkwijze van de opdrachtgever ook verbetering op voor in ieder geval tientallen daken van het bedrijf op wiens panden zonnepanelen worden aangelegd.’
Eerder
17 mei 2022
Kamervragen SGP over veilig werken op hoogte bij installatie zonnepanelen
24 juni 2021
Inspectie SZW gaat gericht controleren op veilig werken op hoogte bij installatie zonnepanelen
Door Edwin van Gastel
Opbouw boetes Arbeidsinspectie bij overtredingen Arbowet
Bron:rendement.nl
Werkgevers die de Arbowet overtreden, kunnen daarvoor op de vingers getikt worden door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Ook al is de overtreding onbedoeld, de werkgever kan hiervoor wel een boete te krijgen. Voor het berekenen van de boete hanteert de Inspectie normbedragen.
Hoe komen die tot stand?
De Nederlandse Arbeidsinspectie onderzoekt of organisaties de Arbowet naleven door steekproefsgewijs organisaties te bezoeken en door gericht onderzoek te doen, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of meldingen die zijn binnengekomen. Soms zijn de geconstateerde overtredingen zo ernstig dat het tot een boete komt. Ook het niet opvolgen van waarschuwingen kan tot een boete leiden. Boetes kunnen hoog oplopen, zeker bij ernstige zaken zoals niet-melden van een arbeidsongeval (tool). Hoe hoog de boetebedragen zijn, hangt af van verschillende factoren zoals ernst van de overtreding en de grootte van de organisatie.
Direct boete bij zware overtreding
Het boetebeleid van de Arbeidsinspectie staat in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving. In de beleidsregel staat een schema met de regels uit de Arbowet waarbij een boete mogelijk is. Deze zijn ingedeeld naar ernst van de overtreding: van zware overtredingen waarbij direct een boete wordt aangezegd tot overige overtredingen zoals administratieve verplichtingen, denk aan het ontbreken van gebruiksaanwijzingen bij ingewikkelde apparaten. De inspecteur geeft in die gevallen meestal een waarschuwing. De werkgever heeft dan tijd om alsnog aan de eisen te voldoen.
Hogere boete voor grotere werkgevers
Voor de mogelijke overtredingen zijn er zeven categorieën normbedragen, van € 340 tot en met € 13.500. Afhankelijk van de grootte van de organisatie betaalt de werkgever 100% van het normbedrag (bij 500 of meer werknemers) aflopend tot 10% (organisaties met maximaal 4 werknemers). Het boetebedrag kan ook nog vermenigvuldigd worden, van 5 keer bij een dodelijk arbeidsongeval, tot 1,5 keer als 10 tot 50 werknemers zijn blootgesteld aan de gevolgen van een niet-administratieve overtreding. Zo kan het ontbreken van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) een boete van maximaal € 4.500 opleveren en het ontbreken van een plan van aanpak maximaal € 3.000.
Aspergeteler krijgt forse boete van Arbeidsinspectie
Bron:Nieuweoogst.nl
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft een aspergeteler in het Limburgse Linne een boete opgelegd van in totaal 85.000 euro. Die krijgt hij vanwege ernstige overtredingen als werkgever van arbeidsmigranten.
Bij een gezamenlijke controle met de gemeente vorig jaar constateerde de Arbeidsinspectie dat de buitenlandse werknemers op het bedrijf onder erbarmelijke omstandigheden werkten en woonden. Uit verklaringen en urenbriefjes kwam naar voren dat de werknemers meer dan tachtig uur per week werkten, voor 7 euro per uur.
Naast de boete heeft het bedrijf van de Limburgse aspergeteler een zogeheten ‘waarschuwing preventieve stillegging’ gekregen. Dat betekent dat de Arbeidsinspectie de werkzaamheden kan stilleggen als de werkgever binnen vijf jaar weer de Wet minimumloon overtreedt.
Minder uren uitbetaald
De Arbeidsinspectie heeft na de controle op het bedrijf nader onderzoek gedaan naar de gewerkte uren en de loonbetalingen. Vaststaat dat de werkgever minder uren heeft uitbetaald dan er daadwerkelijk zijn gewerkt. De werkgever haalde namelijk de reistijd tussen de verschillende aspergepercelen af van de gewerkte uren.
Een aspergeteler uit Linne krijgt een boete opgelegd vanwege ernstige overtredingen. Bij een controle vorig jaar constateerde de Arbeidsinspectie dat de werknemers onder erbarmelijke omstandigheden op het bedrijf werkten en woonden.
De werkgever verklaarde geen administratie meer te hebben waarin de begin- en eindtijden van individuele werknemers te herleiden zijn. De urenbriefjes waren volgens de werkgever al weggegooid. Daardoor is niet te controleren hoeveel de werknemers precies hebben gewerkt en kan geen nader onderzoek naar vermoedelijke onderbetaling worden uitgevoerd.
Geen bewijsstukken overlegd
De Arbeidsinspectie heeft na het onderzoek geconcludeerd dat de aspergekweker geen bewijsstukken heeft overgelegd waaruit blijkt wat de daadwerkelijk gewerkte uren zijn. Het was daarom niet duidelijk hoeveel loon de werknemers daadwerkelijk per uur kregen uitbetaald en hoeveel aan huisvesting werd betaald.
Voor deze overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag moet de werkgever een boete van 70.000 euro betalen. De werkgever is daarnaast op grond van de Arbeidstijdenwet verplicht om voor controle een deugdelijke registratie te voeren van de feitelijk gewerkte uren per werknemer. Omdat de werkgever ook deze gegevens niet kan overhandigen, heeft de Arbeidsinspectie daarvoor een boete opgelegd van 15.000 euro.
Samenwerking in aanpak arbeidsmigratie Duits grensgebied
Overgenomen van:werkenveiligheid.nl
De arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten is niet enkel een Nederlands probleem. Samen met de inspectie van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen heeft de Arbeidsinspectie medio februari huisvestingcontroles in het grensgebied uitgevoerd. Er werden tekortkomingen op het vlak van brandveiligheid en veilige stroomvoorziening geconstateerd.
De Duitse inspectie en de Nederlandse Arbeidsinspectie hebben huisvestingscontroles uitgevoerd in het Duits-Nederlandse grensgebied. In totaal zijn zes accommodaties in het Duitse Geldern en Emmerich op onder meer bouwvoorschriften, woonkwaliteit, overbevolking en hygiënevoorschriften gecontroleerd.
Huisvesting
De controle bevestigde het vermoeden dat werknemers ernstig benadeeld worden door uitzendbureaus in het Duits-Nederlandse grensgebied. Het betrof voornamelijk Bulgaarse en Roemeense werknemers. In de gecontroleerde accommodaties werden significante tekortkomingen op het gebied van brandbeveiliging, schimmel, ongedierte, een gebrek aan stroomvoorziening en andere bouw- en woningwetten geconstateerd.
De Arbeidsinspectie heeft tijdens de twee dagen dat de controles plaatsvonden, gesprekken gevoerd met de arbeidsmigranten. De inspecteurs vermoeden overtredingen van de verschillende arbeidswetten als minimumloon en werktijden. Dit wordt de komende tijd verder uitgezocht door de inspecteurs.
Internationale samenwerking
Meer dan 140 mensen werden op de twee controledagen gecontroleerd door 40 medewerkers van verschillende Duitse en Nederlandse instanties. De actie werd geïnitieerd en gecoördineerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, Gemeentelijke Zaken, Bouw en Gelijkheid van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Veel werknemers zijn gehuisvest in collectieve huisvesting in Duitsland en werken in Nederland via uitzendbureaus, die voornamelijk werknemers uitlenen in de vleesverwerkende industrie.
Bron: Nederlandse Arbeidsinspectie
Arbeidsinspectie doet inval bij omstreden uitzendbureau Reyhan
Bron:NRC
De Arbeidsinspectie heeft woensdag een inval gedaan bij uitzendbureau Reyhan in het Gelderse ’s-Heerenberg en twee medewerkers van het bedrijf aangehouden. Dat zeggen bronnen rondom het onderzoek tegen NRC. Ook een administratiekantoor in het nabijgelegen Ulft, dat de administratie van Reyhan doet, en een woning in Doetinchem zijn doorzocht.
De inval is onderdeel van een onderzoek van het functioneel parket van het Openbaar Ministerie. Het uitzendbureau wordt verdacht van valsheid in geschrifte en verduistering, waarvoor de rechter een gevangenisstraf van drie tot maximaal zes jaar kan opleggen. De Arbeidsinspectie vermoedt dat werknemers van het uitzendbureau niet het afgesproken loon kregen uitbetaald en dat hun handtekeningen zijn vervalst.
Een manager van Reyhan erkent dat de Arbeidsinspectie woensdag langs is geweest op het kantoor in ’s-Heerenberg. Hij wil niet vertellen wat de Arbeidsinspectie heeft meegenomen.
Strafrechtelijk onderzoek
De Arbeidsinspectie deed de inval woensdag vanwege een strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het uitzendbureau. Drie panden zijn doorzocht. Er is beslag gelegd op onder meer fysieke en digitale gegevens, contant geld en waardevolle spullen. Ook verschillende bedrijfsauto’s zijn doorzocht.
Het onderzoek startte na eerdere controles bij het uitzendbedrijf. De Arbeidsinspectie legde verschillende keren boetes op. In 2017 kreeg het uitzendbedrijf een boete van 11.500 euro, omdat 21 uitzendkrachten contant waren betaald. En in 2018 stuitten inspecteurs op „vreemdelingen” die geen papieren hadden om in Nederland te werken bij vleesverwerker Vitelco in Den Bosch. Reyhan, die het personeel had geregeld, en Vitelco kregen beide een boete van 8.000 euro opgelegd.
Ook gemeenten zitten met het uitzendbedrijf in hun maag. In Brabant meldde de gemeente Meierijstad (Schijndel, Sint-Oedenrode, Veghel) aan de Arbeidsinspectie dat Reyhan „personen illegaal” zou huisvesten. De ambtenaar van Meierijstad vreesde bovendien voor „uitbuiting” van werknemers.
In 2019 kwamen bij de gemeente Montferland klachten binnen over een hoekpand in ’s-Heerenberg dat was omgebouwd tot arbeidsmigrantenhotel met 22 bedden. De gemeente liet het pand ontruimen, omdat het onhygiënisch en brandonveilig was. Toen een paar weken later opnieuw werd gecontroleerd was het weer mis: er waren negen mensen in het pand dat bedoeld is voor één huishouden. De gemeente legde Reyhan een dwangsom van 50.000 euro op, die inmiddels is omgezet in een boete. Deze is volgens de gemeente Montferland niet betaald. Reyhan is in beroep gegaan bij de Raad van State tegen de boete. De procedure loopt nog.
Om de druk op te voeren, heeft de gemeente Montferland de dwangsom verhoogd tot 200.000 euro per week, met een maximum van 600.000 euro.
Kamer: laat inspectie ingrijpen bij vermoeden arbeidsuitbuiting
BRON:RD
De arbeidsinspectie krijgt de mogelijkheid werk per direct stil te leggen bij het vermoeden van uitbuiting van werknemers. De Tweede Kamer stemde dinsdag voor een voorstel hiertoe van GroenLinks en BIJ1. Het kabinet ziet ook wel wat in het plan.
De Rekenkamer oordeelde recentelijk dat de aanpak van ernstige overtredingen van arbeidswetten door de inspectie niet effectief is en veel te wensen over laat. De Rekenkamer adviseerde al om te kijken of de regels aangepast kunnen worden en of de „bestaande instrumenten” beter ingezet kunnen worden.
Ook de partijen zien dat een goede aanpak van arbeidsuitbuiting (waaronder misleiding, onderbetaling en ‘wurgcontracten’) ontbreekt, omdat de inspectie „alleen boetes en waarschuwingen kan opleggen, waarvoor soms ook langer durend onderzoek nodig is”.
Volgens GroenLinks-Kamerlid Senna Maatoug is het „heel belangrijk dat dit gat in de regelgeving zo snel mogelijk wordt gefixt”. Ze is blij dat de inspectie meer bevoegdheden krijgt. „Afkeurende woorden zijn niet genoeg om arbeidsuitbuiting tegen te gaan. BIJ1-Kamerlid Sylvana Simons zegt dat er nog veel te vaak sprake is van misstanden in Nederland. Vooral arbeidsmigranten zijn hiervan vaak slachtoffer. „En het is aan de politiek om daar een einde te maken.”
Inspectie ontdekt tiental illegale werknemers op vakantiepark in Hellevoetsluis
Uit controle naar schoonmaakwerkzaamheden in vijf vakantieparken in Nederland blijkt dat er niet wordt gewerkt volgens de regels. Eén van de parken die werd gecontroleerd ligt in Hellevoetsluis. Op het park werden zestien mensen aangetroffen, waarvan er 7 sowieso niet in Nederland mochten werken. Naar negen anderen wordt onderzoek gedaan.
In Hellevoetsluis zijn meerdere vakantieparken. Welk vakantiepark is gecontroleerd, wil het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet zeggen. Uit de controle blijkt onder meer dat werknemers er te lang werken en onderbetaald worden.
Door het inzetten van illegale werknemers wordt de Wet Arbeid Vreemdelingen overtreden. De Inspectie SZW doet verder onderzoek naar deze mensen en de werkgever, in dit geval het schoonmaakbedrijf of het uitzendbureau waar de schoonmakers voor werken. Dat bedrijf krijgt een boete.
Arbeidsinspectie arresteert moeder en zoon op verdenking van arbeidsuitbuiting, woning doorzocht in Assendelft
Vrijdag 4 juni 2021 ASSENDELFT/AMSTERDAM
De Arbeidsinspectie heeft twee verdachten, een vrouw (70) en een man (51) die moeder en zoon van elkaar zijn, vrijdag aangehouden op verdenking van arbeidsuitbuiting. Bij de arrestatie heeft de politie ook in totaal drie woningen doorzocht in Amsterdam en Assendelft.
Het duo wordt verdacht van arbeidsuitbuiting, mensensmokkel en illegale tewerkstelling. Ze zijn aangehouden te Amsterdam. Twee mogelijke slachtoffers van het duo hebben aangifte tegen hen gedaan, nadat zij respectievelijk 68 en 86 uur per week gedwongen waren om te werken in de bouw- en schoonmaaksector. Hiervoor zouden ze ook te weinig loon hebben ontvangen. Beide slachtoffers woonden illegaal in Nederland en werden gehuisvest in de woning van de moeder.
Bij de woningdoorzoekingen is beslag gelegd op administratie, laptops, tablets en telefoons. Daarnaast is er geld en cryptocurrency in beslag genomen. Er is conservatoir beslag gelegd op de woningen van verdachten. Verder zijn ook auto’s van verdachten en bedrijfswagens die bij de woningen stonden doorzocht.
De arbeidsinspectie gaat in nader onderzoek uitzoeken of er mogelijk meer slachtoffers zijn van arbeidsuitbuiting en mensenhandel. Mogelijkerwijs zou er ook sprake zijn van witwassen.
bron: Noordhollands Dagblad
Inspectie SZW ontdekt illegale arbeid bij Brabantse aspergeteler
De Inspectie SZW heeft tijdens een controle bij een aspergeteler vier Oekraïense aspergestekers aangetroffen die niet in Nederland mogen werken. Hun werkgever heeft geen tewerkstellingsvergunning voor hen terwijl dit wel verplicht is. Van een vijfde aspergesteker was het niet mogelijk om zijn identiteit te achterhalen. De Inspectie SZW doet nog nader onderzoek naar mogelijke onderbetaling en overtreding van de Arbeidstijdenwet.
De werkgever kan in elk geval boetes tegemoet zien voor overtredingen van de Wet Arbeid Vreemdelingen. Ook bleek de aspergekweker te werken met ongekeurde arbeidsmiddelen zoals heftrucks. Hiervoor ontvangt de werkgever een waarschuwing. De Inspectie SZW ziet erop toe dat de werkgever zo snel mogelijk verbetermaatregelen neemt.
De komende tijd zal de Inspectie SZW vaker controleren bij aspergetelers in verband met mogelijke risico’s op oneerlijk werk.
Bron: Inspectie SZW
Asbestverwijderingsbedrijf uit Ede voor tweede keer stilgelegd.
Een asbestverwijderingsbedrijf uit Ede mag vanaf 1 april twee maanden lang geen asbestwerkzaamheden verrichten. Het bedrijf was al eerder in juli 2020 een maand stilgelegd. Dat meldt de inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een persbericht. Er wordt daarin niet bekendgemaakt om welk bedrijf het gaat.
Het bedrijf heeft geen adequate inspanningen gepleegd om verdere asbest overtredingen na de eerste stillegging te voorkomen. Voor de eerste stillegging in 2020 heeft de Inspectie SZW in 2015, in 2016, tweemaal in 2017, in 2018 en in 2020 overtredingen van het arbobesluit geconstateerd. Met als resultaat een stillegging van een maand. Niet lang na de eerste stillegging in juli 2020, constateerde een inspecteur dat het bedrijf op 18 augustus 2020 wederom in de fout ging. Dit keer bij asbestwerkzaamheden in Geldermalsen.
De stillegging betreft alle werkzaamheden met asbest of asbesthoudende producten door en ten behoeve van het bedrijf uit Ede.
Inspectie beboet werkgever voor illegale werknemers en onveilige werksituaties
Uit:Werkenveiligheid.nl, Door Erik Jan Homan
De eigenaar van een Brabants agrarisch bedrijf krijgt een boete van de Inspectie SZW voor de illegale inzet van arbeidsmigranten. Daarmee overtreedt de werkgever de Wet arbeid vreemdelingen. Ook voldeed het bedrijf niet aan veilige arbeidsomstandigheden, zoals veiligheidskleding en onvoldoende afscherming van gevaarlijke machines. De Inspectie doet nog nader onderzoek naar de arbeidstijden en salariëring van de werknemers.
Bij een controle van een agrarisch bedrijf in Etten-Leur (Noord-Brabant) troffen inspecteurs acht Oekraïense werknemers aan die illegaal in Nederland aan het werk waren. De werkgever kan een boete verwachten voor het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen. Inspecteurs doen nog nader onderzoek naar de arbeidstijden van de werknemers en of de regels voor het minimumloon zijn nageleefd. De inspectie werd uitgevoerd in samenwerking met de vreemdelingenpolitie en handhavers van de gemeente Etten-Leur.
Op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden schoot de werkgever ook tekort. De Inspectie SZW trof in het bedrijf onveilige situaties aan. Machines met draaiende delen waren onvoldoende afgeschermd, waardoor deze gevaar konden opleveren voor werknemers. In het bedrijf waren een ongekeurde heftruck, trekker en andere machines aanwezig. Werknemers droegen geen veiligheidsschoenen, terwijl dit wel noodzakelijk was. De werkgever moet deze punten in orde maken.
Een aantal van de arbeidsmigranten woont in een loods op het terrein. Voor deze huisvesting is geen vergunning aangevraagd of verkregen. Deze zaak wordt verder door de gemeente onderzocht.
Bron: Inspectie SZW
Fabriek stelde medewerkers willens en wetens bloot aan kankerverwekkende stof
Zwolle, 26 februari 2021
Een luchtfilterfabriek uit Emmen en twee leidinggevenden zijn donderdag 25 februari veroordeeld omdat zij hun medewerkers willens en wetens onbeschermd en onwetend lieten werken met de kankerverwekkende stof formaldehyde. De rechtbank Overijssel legt het bedrijf een geldboete op van 200.000 euro. De twee leidinggeven krijgen een voorwaardelijke celstraf van 6 en 9 maanden. Ook moeten ze beiden een taakstraf uitvoeren van 240 uur. De medewerkers blijven de rest van hun leven in onzekerheid of zij ooit ziek zullen worden.
Economische belangen boven medewerkers
De leiding wist dat de medewerkers werden blootgesteld aan de gevaarlijke stof maar ondernam geen actie, ondanks meerdere waarschuwingen, rapporten en aanbevelingen. De rechtbank rekent het hen aan dat zij de economische belangen van het bedrijf boven het welzijn van haar medewerkers stelde. Naar schatting bespaarde het bedrijf hiermee zo’n 2 miljoen euro.
Onbeschermd aan het werk
Het bedrijf stelde haar werknemers jarenlang onnodig bloot aan deze gevaarlijke stof. Zij kregen geen persoonlijke beschermingsmiddelen en geen voorlichting over het werken met deze gevaarlijke stof. Sterker nog, de meeste werknemers wisten niet dat deze stof vrij kwam bij het arbeidsproces. De werknemers die het wel wisten werd verteld dat het geen kwaad kon. Pas in oktober 2017, nadat de Arbeidsinspectie de betreffende afdeling had afgesloten, zijn de werknemers hierover ingelicht.
Onzeker over ziek worden
Het is niet duidelijk of de medewerkers van die afdeling ziek worden. Een arts die in deze zaak optrad als deskundige verklaarde dat blootstelling aan formaldehyde de kans op neuskanker, aanzienlijk vergroot. Hierdoor verkeren de medewerkers al jaren in onzekerheid en deze onzekerheid zal blijven. Voor de medewerkers die daadwerkelijk ziek worden is dat bijzonder schrijnend.
Letselschadeprocedures
Bij het opleggen van de straffen houdt de rechtbank rekening met de acties die binnen het bedrijf zijn ondernomen. De fabriek is gesloten en de medewerkers hebben een aanbod gekregen om de angstschade te compenseren. Alle relevante stukken worden bewaard door een notaris, zodat medewerkers die kunnen gebruiken bij (eventueel in de toekomst) nog te voeren letselschadeprocedures.
Straf voor bedrijf dat werknemers blootstelt aan gevaarlijke stof
De rechter in Zwolle heeft een luchtfilterfabrikant veroordeeld tot het betalen van twee ton boete. Ook moeten twee leidinggevenden van het bedrijf een taakstraf van 240 uur uitvoeren. Henk en John, twee inspecteurs die gespecialiseerd zijn in de regels voor het werken met gevaarlijke stoffen, onderzochten deze zaak. Jarenlang werden in de fabriek werknemers blootgesteld aan de kankerverwekkende stof formaldehyde. Soms tot wel 22 keer boven de wettelijk toegestane grenswaarde.
“Het balletje begon te rollen in 2017” blikken Arbo-inspecteurs Henk en John terug. “Er was blootstelling aan een groene kleurstof gemeld. Werknemers van het bedrijf waren groen uitgeslagen, net als de ‘Hulk’”. De klacht was reden om een inspectie uit te voeren in de fabriek. De groene kleurstof was niet te missen. Ook de blootstelling aan formaldehyde kwam snel aan het licht. “Het venijn is: zo’n stof zie je niet, ruik je niet. En toch bekroop ons direct het gevoel dat hier weleens sprake van blootstelling kon zijn. We hadden zoiets eigenlijk nooit eerder gezien” stelt John. Henk vervolgt “Er was sprake van direct ernstig gevaar, reden voor ons om de productieafdeling van de fabriek stil te leggen”.
Harslijm
In eerste instantie wordt het onderzoek door de Arbo-inspecteurs bestuursrechtelijk opgepakt. Uit rapportages blijkt dat het bedrijf al jarenlang van de blootstelling had kunnen, misschien wel moeten weten. “Een document uit ’98 gaf al weer dat er in de fabriek een probleem was met een formaldehydehoudende harslijm” vertelt John.
Samenwerking
Gezien het mogelijk verwijtbaar handelen, werd besloten het bedrijf strafrechtelijk aan te pakken. Henk en John zoeken contact met een rechercheur binnen de directie Opsporing van de Inspectie SZW. Een team van opsporing pakt de zaak samen met de arbo-inpsecteurs verder op onder leiding van de Officier van Justitie (OvJ). In het voorjaar van 2018 volgt een doorzoeking in de fabriek. Het bedrijf had toen al besloten de deuren van de fabriek te sluiten. “Op de dag van de inval zaten werknemers huilend in de kantine” vertelt John. In opdracht van het Functioneel Parket worden die dag de administratie en de aanwezige meetrapporten in beslag genomen. “Ruim 7 terabyte aan data en minstens een busje vol documenten” stelt Henk.
Bewijs
Aan de hand van tal van verhoren en de in beslag genomen documentatie gaat een rechercheteam aan de slag met de voorbereiding van de zaak. Uit die gegevens wordt bewijs gehaald dat de verdachten, twee leidinggevenden, op de hoogte waren van het verhoogde formaldehydegehalte in de lucht. Het proces-verbaal tegen de rechtspersoon en de twee leidinggevenden ging eind 2018 naar het OM.
In januari van dit jaar eiste de OvJ onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en een boete tegen de drie verdachten. Uiteindelijk oordeelt de rechter dat het bedrijf onrechtmatig heeft gehandeld en legt het bedrijf 200.000 euro boete op én taakstraffen van 240 uur voor de twee leidinggevenden.
Inspectie SZW controleert extra in distributiecentra en bij maaltijdbezorgers
Overgenomen van FOODHOLLAND
De Inspectie SZW blijft de komende weken controleren of distributiecentra en maaltijdbezorging zich aan de regels houden van gezond, veilig en eerlijk werk. Gezien de lockdown zal er extra druk zijn in deze sectoren om aan alle vraag te voldoen. Het risico op het overtreden van coronamaatregelen, arbeidsongevallen, te lang werken en te weinig betaald krijgen wordt met deze extra drukte alleen maar groter.
De Inspectie SZW zal zowel actief gaan controleren als reactief naar aanleiding van meldingen die bij de Inspectie binnen komen. De afgelopen maanden werd er al gecontroleerd in 200 distributiecentra.
Vorig jaar en ook dit jaar heeft daarnaast een team inspecteurs veelvuldig maaltijdbezorgers gecontroleerd. De wetgeving voor maaltijdbezorgers is mede naar aanleiding van een signaal van de Inspectie SZW sinds 1 juli dit jaar gewijzigd.
Juist nu er extra druk komt te staan op deze sectoren wordt de kans op een ongeval in distributiecentra groter. Het gaat hier om ernstige ongevallen die meestal veroorzaakt worden door onachtzaamheid of het niet opvolgen van veiligheidsinstructies.
Ook kan de drukte een ongewenst effect hebben op het aantal uur dat werknemers moeten werken. Structureel te lang werken kan een overtreding zijn van de Arbeidstijdenwet.
Maar ook onderbetaling is één van de risico’s die de Inspectie ziet. Tijdens de controles kijkt de Inspectie ook of het bedrijf de coronamaatregelen goed heeft opgevolgd.
bron: Inspectie SZW, 17/12/2020
Arbeidsmigranten: afstand houden op werk onmogelijk
Bron: NRC
Arbeidsomstandigheden Het naleven van de coronaregels is onhaalbaar voor veel arbeidsmigranten. Dat blijkt uit een onderzoek van de Inspectie SZW.
Arbeidsmigranten komen tijdens hun werk in Nederland in de knel met de coronamaatregelen. Eén op de vijf kan geen anderhalve meter afstand houden op de werkvloer en loopt extra besmettingsgevaar. In distributiecentra, groothandels en pakketsorteercentra geldt dit zelfs voor de helft van de werknemers. Dit blijkt uit een enquête van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) onder 380 arbeidsmigranten.
Aanleiding voor het Inspectie-onderzoek zijn de misstanden in slachthuizen, die aan het begin van de coronacrisis aan het licht kwamen. In mei vorig jaar moesten enkele vleesverwerkers de deuren sluiten, nadat er grote corona-uitbraken waren onder met name buitenlandse medewerkers. De veiligheid kon niet langer worden gegarandeerd. Daarnaast zouden medewerkers onder druk zijn gezet om door te werken met ziekteverschijnselen. Ook in de fruitverwerking ontstonden coronabrandhaarden onder arbeidsmigranten.
Op elkaar gepropt in busjes
Door corona kregen de slechte werkomstandigheden van arbeidsmigranten, naar schatting vijfhonderdduizend in Nederland, ineens vol de aandacht. Uit een rondgang van NRC in mei vorig jaar langs vakantieparken, oude barakken en wooncomplexen bleek dat arbeidsmigranten met veel mensen in kleine woningen wonen en op elkaar gepropt in busjes naar hun werk worden gebracht. Ook vertelden veel arbeidsmigranten dat hun zorgverzekeringen niet waren geregeld en ze afhankelijk zijn van hun uitzendbureau voor een baan én bed. Bij werkverlies, zo bleek, werden veel arbeidsmigranten onmiddellijk op straat gezet door hun uitzendbureau. Reden voor de Inspectie om onderzoek te doen naar de naleving van de coronamaatregelen onder arbeidsmigranten.
De opvallendste conclusie uit het onderzoek is dat in distributiecentra afstand houden onmogelijk is, volgens de helft van de respondenten. Bij het inpakken van boodschappen en het sorteren van bestellingen wordt vaak zij aan zij gewerkt aan de lopende band en in de smalle gangpaden is elkaar ontwijken onmogelijk. In de land- en tuinbouw speelt dit minder, stelt de Inspectie: in de agrarische sector kan 12 procent van de respondenten geen afstand houden.
In koelhuizen en voedselverwerkingsbedrijven speelt nog een extra gevaar: de lage temperatuur. „Er is een aanname vanuit de vleesindustrie dat aerosolen met virusdeeltjes langer overleven in een koude omgeving. Deze koude omstandigheden doen zich onder andere voor bij slachterijen, fabrikanten van gesneden groenten, vers fruit en kant-en-klaarmaaltijden”, schrijft de Inspectie. Het coronavirus is waarschijnlijk levensvatbaarder bij koele temperaturen.
Te rooskleurig
Medio vorig jaar bezochten SZW-inspecteurs onaangekondigd ongeveer 550 arbeidsmigranten thuis, in flats, in vakantieparken en op campings. Tweederde van hen werkte mee aan het onderzoek, soms werd daarbij een tolk ingezet. „Een deel haakte af”, schrijven de inspecteurs in het rapport, toen duidelijk werd dat deelname kon leiden tot een bezoek aan de baas door de Inspectie. Eén inspecteur werd van het terrein gestuurd door een werkgever.
De onderzoekers wijzen erop dat de migranten door hun afhankelijkheidsrelatie met hun werkgever mogelijk „sociaal wenselijke” antwoorden hebben gegeven. „Het risico op sociaal wenselijke beantwoording is bij deze verkenning daarom waarschijnlijk wat groter dan gemiddeld.” Dit heeft mogelijk geleid tot „een rooskleuriger beeld” dan de werkelijkheid.
Het kabinet stelde onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer het zogeheten ‘aanjaagteam’ aan, dat aanbevelingen moest doen om corona-uitbraken onder arbeidsmigranten te voorkomen en oplossingen aan te dragen voor de slechte arbeids- en huisvestingsomstandigheden van deze groep.
Niet doorbetaald bij ziekte
Roemer en het aanjaagteam pleitten in juni dat arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis een eigen kamer moeten krijgen, maar dat blijkt amper het geval onder de geënquêteerden: twee derde deelt een kamer. Zeker 40 procent van de kamers blijkt kleiner dan tien vierkante meter te zijn en 85 procent van de migranten deelt keuken en sanitair met anderen. Ook zegt de helft van de geënquêteerden niet te worden doorbetaald bij ziekte of dat niet te weten.
Los van de enquête heeft de Inspectie SZW een meldpunt waar werkgerelateerde besmettingsrisico’s gemeld kunnen worden. Dat meldpunt heeft in de periode van 2 maart tot en met 6 december 2020, 1.359 meldingen ontvangen die gaan over arbeidsmigranten en besmettingsrisico’s. Dat is ruim een vijfde van het totaal aantal ontvangen coronameldingen (6.448).
De Inspectie SZW stelt dat arbeidsmigranten beter moeten worden geregistreerd, zodat bekend is waar zij wonen en werken. Ook bemoeilijkt hun afhankelijkheid van uitzendbureaus het toezicht, schrijft Inspectie SZW. Wettelijk gezien kan de Inspectie alleen toezicht houden op werkomstandigheden, terwijl arbeidsmigranten ook problemen ervaren met hun huisvesting, vervoer en zorgverzekering; zaken die meestal geregeld worden door de uitzendbureaus.
Handhaving Inspectie SZW
Tijdens de coronacrisis heeft de Inspectie verschillende bedrijven waar arbeidsmigranten werken gewaarschuwd over het niet naleven van de coronamaatregelen. Twee bedrijven hebben hun werkzaamheden tijdelijk moeten stilleggen, er zijn amper boetes uitgedeeld.
Inspectie sluit bouwlocatie Lelystad vanwege overtredingen
donderdag 19 november 2020
LELYSTAD – Een bouwlocatie in de gemeente Lelystad werd door bouwvakkers ook gebruikt om er te wonen en te slapen. Er werden zelfs huisdieren en diervoeding aangetroffen. De bouwlocatie is direct gesloten.
De Inspectie SZW trof op locatie 18 bouwvakkers aan, waarbij twee van hen geen vergunning hadden om überhaupt hier te werken. Het betrof hier een Georgiër en een Rus. De overige aangetroffen bouwvakkers kwamen uit Oekraïne en Wit-Rusland. Vanwege het ontbreken van papieren is het op dit moment nog niet duidelijk of de werkgever hen legaal hier heeft laten werken.
Op de bouwlocatie wordt een kantorencomplex omgebouwd tot appartementen. Het was niet de eerste keer dat de Inspectie SZW hier een controle deed. In december 2019 constateerde de Inspectie al dat op de locatie gewoond werd. Toentertijd is al duidelijk gemaakt aan de opdrachtgever dat dit niet is toegestaan.
De verwondering was dan ook groot van de inspecteurs dat zij wederom op de bouwlocatie matrassen aantrof en duidelijk werd dat de bouwvakkers hier verbleven. Er lagen kleren, schoenen en de was hing te drogen. Bijzonder was verder dat er door de bouwvakkers hamsters werden gehouden als huisdier, blijkens de kooien en diervoeding die er aangetroffen werden.
Verder is het vermoeden dat er op ondeskundige wijze asbest is verwijderd op de bouwlocatie en dat het om een illegale asbestsanering ging, daar de werkzaamheden niet waren gemeld.
De verblijfslocatie van de bouwvakkers was verder verre van veilig. Elektriciteitskabels hingen overal los en waren ondeugdelijk aangelegd. Reden voor de Inspectie SZW om de hele bouwlocatie af te sluiten. Daarnaast doet de Inspectie SZW nog nader onderzoek naar overtredingen van onder meer de arbeidsomstandigheden, of het minimumloon wel werd betaald en of er niet te lang werd gewerkt.
De controle werd gedaan in overleg met het Samenwerkingsplatform Arbeidsmigranten en COVID-19 . Sinds 1 september 2020 werken diverse organisaties als Inspectie SZW, GGD, Veiligheidsregio en NVWA samen om misstanden van woon-, werk- en vervoersomstandigheden van arbeidsmigranten efficiënt en effectief aan te pakken.
Winkels dicht vanwege herhaaldelijke illegale arbeid
bron: Inspectie SZW
Twee vestigingen van een supermarkt in de Amsterdamse binnenstad moeten een maand lang de deuren sluiten. De Inspectie SZW heeft de werkzaamheden per 21 september stilgelegd, omdat de onderneming meerdere malen de Wet arbeid vreemdelingen heeft overtreden. Bij diverse controles in de afgelopen jaren troffen inspecteurs werknemers met een buitenlandse nationaliteit aan die alleen in Nederland mogen werken met een tewerkstellingsvergunning. De werkgever liet het personeel echter steeds zonder de verplichte vergunning werken.
In totaal heeft de Inspectie SZW het bedrijf sinds 2015 zes maal een boete opgelegd voor illegale arbeid. Ook heeft de werkgever drie keer een waarschuwing gekregen dat het bedrijf kan worden stilgelegd vanwege herhaling van dezelfde of soortgelijke overtredingen. Ondanks deze waarschuwingen beging de onderneming in maart wederom dezelfde fout. Weer troffen de inspecteurs een werknemer in de winkel aan, terwijl de werkgever niet beschikte over de verplichte tewerkstellingsvergunning.
De Inspectie SZW kan concluderen dat het bedrijf zich niet heeft ingespannen om de regels voor eerlijk werk beter te gaan naleven. Het is niet gebleken dat de supermarkt adequate maatregelen heeft getroffen om dezelfde of soortgelijke overtredingen te voorkomen. Om verdere recidive tegen te gaan, heeft de Inspectie SZW besloten de werkzaamheden van de twee vestigingen stil te leggen voor de periode van één maand. Het negeren van de stillegging is strafbaar. De Inspectie zal erop toezien dat de werkgever zich aan de stillegging houdt.
Inspectie gooit asbestverwerker in Roden maand op slot wegens overtredingen
1 september 2020, bron Ditisroden.nl
Een asbestverwijderingsbedrijf uit Roden mag vanaf 1 september 2020 een maand lang geen asbestwerkzaamheden verrichten. De Inspectie SZW heeft sinds 2019 drie maal geconstateerd dat het bedrijf dezelfde overtreding begaat op het gebied van asbestsanering. De Inspectie SZW heeft het bedrijf hiervoor nu een maand stilgelegd, meldt Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De eerste keer dat de Inspectie SZW constateerde dat het bedrijf het Arbeidsomstandighedenbesluit overtrad met betrekking tot asbestsanering was in 2019 bij asbestwerkzaamheden in de plaats Nijlande. Dezelfde overtreding zag de Inspectie bij werkzaamheden door het bedrijf in de gemeente Gieten, ook in 2019. Als een bedrijf dezelfde overtreding vaker begaat kan besloten worden om werkzaamheden van het bedrijf preventief stil te leggen. Na de laatste overtreding heeft het bedrijf een waarschuwing gekregen dat werkzaamheden door het bedrijf bij een volgende overtreding zouden kunnen worden stilgelegd. In juni dit jaar constateerden inspecteurs wederom een overtreding bij asbestwerkzaamheden, dit keer in de gemeente Vriescheloo.
De stillegging waar het bedrijf voor werd gewaarschuwd, wordt nu geëffectueerd. De overtreding waar het om gaat is dat het bedrijf nagelaten heeft om preventieve maatregelen te treffen om de concentratie van asbestvezels in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarden te houden. Bekend is dat er grote risico’s verbonden zijn aan het verwijderen van asbest. Het asbestverwijderingsbedrijf uit Roden overtrad hiermee het Arbeidsomstandighedenbesluit. De stillegging betreft alle werkzaamheden met asbest of asbesthoudende producten door en/of ten behoeve van het bedrijf uit Roden. De duur van de stillegging betreft een periode van 1 maand en gaat in op 1 september 2020.
Vier bedrijven beboet voor ondeskundig slopen schuren met asbest
Bron: Inspectie SZW
Vier bedrijven hebben van de Inspectie SZW in totaal een boete gekregen van € 72.000,- voor het ondeskundig slopen van asbesthoudende schuren in de gemeente Beuningen. Er werden werkzaamheden verricht zonder dat er voorzorgsmaatregelen waren genomen om asbestverspreiding te voorkomen. Werknemers en toezichthouders hebben hierdoor een groot risico gelopen op blootstelling aan asbestvezels.
De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) meldde vorig jaar aan de Inspectie SZW dat bij de sloop van een aantal schuren in Beuningen vermoedelijk asbest was vrijgekomen. Gespecialiseerde asbest inspecteurs van de Inspectie SZW en handhavers van de ODRN hielden direct daarna in april 2019 een controle op het terrein waar de schuren gesloopt werden.
Om asbest te verwijderen moet een aantal maatregelen genomen worden om te voorkomen dat werknemers blootgesteld worden aan asbestvezels. Asbest vervliegt of verdwijnt niet. Vezels die eenmaal zijn vrijgekomen en niet zijn opgeruimd vormen een blijvend gevaar voor personen. Gelet op de gevolgen die de blootstelling aan asbestvezels met zich mee brengen, is iedere overtreding in verband met asbest ernstig.
Bij de sloop waren vier bedrijven betrokken die allen de asbestregelgeving hebben overtreden. Een bedrijf uit Venlo had als opdrachtgever van de sloop geen veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld, wat dit bedrijf een boete van € 13.500,- opleverde. Een tweede bedrijf uit Venlo was al begonnen met sloopwerkzaamheden aan een schuur voordat het asbest was verwijderd. Dit bedrijf kreeg hiervoor ook een boete van € 13.500,-. Een grondverzet- en sloopbedrijf uit Nijmegen heeft als niet gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf ondeskundig asbest gesloopt en heeft daardoor derden in gevaar gebracht. De boete hiervoor bedraagt voor dit bedrijf € 43.200,-. Ook een asbestsaneringsbedrijf uit Ede kreeg een boete, omdat dit bedrijf niet op de juiste wijze was omgegaan met de ontstane asbestverontreiniging, geen asbestinventarisatie had laten uitvoeren en ook geen melding van de asbestwerkzaamheden bij de Inspectie SZW had gedaan. Dit bedrijf kreeg een boete van € 1.800,-.
Bekend is dat er grote risico’s verbonden zijn bij het verwijderen van asbest. De bedrijven overtraden hiermee de Arbeidsomstandighedenwet en hebben gezamenlijk dan ook een boete gekregen van € 72.000,00. Tegen deze boete kunnen bedrijven nog in beroep gaan.
Asbestverwijderingsbedrijf uit Ede voor maand stilgelegd
Bron: InspectieSZW, 08 juli 2020
Een asbestverwijderingsbedrijf uit Ede mag vanaf 8 juli 2020 een maand lang geen asbestwerkzaamheden verrichten. De afgelopen jaren is het bedrijf verschillende keren beboet voor dezelfde overtredingen op het gebied van asbestsanering. De Inspectie SZW heeft het bedrijf hiervoor nu een maand stilgelegd.
De eerste keer dat de Inspectie SZW constateerde dat het bedrijf het arbobesluit overtrad met betrekking tot asbestsanering was in 2015. Dezelfde overtredingen volgden in 2016, tweemaal in 2017, in 2018 en de laatste keer in 2020.
Als een bedrijf dezelfde overtreding vaker begaat kan besloten worden om werkzaamheden van het bedrijf preventief stil te leggen. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf al een waarschuwing gekregen dat werkzaamheden door het bedrijf bij een volgende overtreding zouden kunnen worden stilgelegd. Deze stillegging wordt nu geëffectueerd.
Het bedrijf heeft voor deze overtredingen € 54.675,- aan boetes opgelegd gekregen. Niet alle boetes zijn al onherroepelijk, de rechtsgang tegen enkele overtredingen staat nog open voor het bedrijf. De overtreding waar het hier om gaat is dat het bedrijf nagelaten heeft om preventieve maatregelen te treffen om de concentratie van asbestvezels in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarden te houden.
Naast deze overtredingen van het arbobesluit, heeft het bedrijf in de afgelopen jaren ook voor andere overtredingen van het arbobesluit boetes opgelegd gekregen, in totaal € 31.200,-.
De stillegging betreft alle werkzaamheden met asbest of asbesthoudende producten door en/of ten behoeve van het bedrijf uit Ede. De duur van de stillegging betreft een periode van 1 maand en gaat in op 8 juli 2020
Werkzaamheden jonge maaltijdbezorgers stilgelegd
bron: Inspectie SZW
De Inspectie SZW heeft 26 juni samen met gemeenten en de politie zes vestigingen van een fastfoodketen gecontroleerd. Vijf vijftienjarige bezorgers bleken na 21.00 uur en zelfs om 23.00 uur nog aan het werk te zijn terwijl dit niet is toegestaan. De Inspectie SZW heeft die werkzaamheden direct stil gelegd. Aanleiding voor de inspectie waren meldingen over jonge maaltijdbezorgers die tot laat in de avond nog aan het werk zouden zijn. De controles vonden plaats in Amstelveen, Bussum, Huizen, Utrecht en Hilversum.
De maaltijdbezorging maakt de laatste jaren een grote groei door. Niet alleen neemt het aantal maaltijdbezorgers toe, er is ook een duidelijke verschuiving te zien in leeftijd. De bezorgers worden steeds jonger. Bij jonge maaltijdbezorgers onder de 16 jaar ziet de Inspectie verschillende gevaren bij het bezorgen van de maaltijden. Zoals werken onder tijdsdruk, onveilige verkeersomstandigheden en het uitvoeren van betalingen. De Inspectie SZW vindt een ondubbelzinnige norm van maatschappelijk belang. Daarom heeft de Inspectie de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om maaltijdbezorging door jongeren onder de 16 jaar expliciet te verbieden. Dit verbod treedt op 1 juli 2020 in werking.
De controle op de maaltijdbezorgers is het afgelopen jaar door de Inspectie SZW geïntensiveerd. Bij meer dan de helft van de gecontroleerde bedrijven bleek het mis te gaan. Het ontbreekt bij deze bedrijven vaak aan kennis over wat wettelijk is toegestaan. Bezorgers krijgen te weinig betaald, werken te lang of mogen überhaupt op bepaalde tijden niet werken omdat ze te jong zijn. Dit geldt zowel voor grote ketens met eigen bezorgers als voor de kleinere eetgelegenheden met eigen bezorgers.
Brabantse aspergekwekerij stilgelegd: Polen en Roemenen werkten zes weken achter elkaar, veertien uur per dag
Bron:ed.nl
De werkzaamheden bij een aspergekwekerij ergens in Noord-Brabant zijn tijdelijk stilgelegd door de Inspectie SZW. De 44 werknemers, afkomstig uit Polen en Roemenië, bleken al zes weken lang iedere dag asperges te steken, voor zo’n 8 tot 14 uur per dag.
De Brabantse werkgever – de inspectie meldt niet waar precies – moet volgens de Inspectie SZW orde op zaken stellen en zich houden aan de regels over wekelijkse rust van minimaal 36 aaneengesloten uren. Door de stillegging krijgen de werknemers de tijd om te rusten.
De controle is samen met handhavers van de gemeente uitgevoerd. De 44 aspergestekers zijn arbeidsmigranten uit Polen en Roemenië en wonen in huisvesting van de werkgever. Tijdens de inspectie is ook gecontroleerd of de arbeidsomstandigheden veilig en gezond zijn en of de werkgever het risico op een besmetting met Covid-19 tijdens het werk zo goed mogelijk voorkomt.
Onderzoek
De Inspectie SZW doet momenteel nader onderzoek naar naleving van de Wet Minimumloon en de Arbeidstijdenwet. De inspectie constateerde dat de werkgever op een aantal punten tekort schiet en ziet erop toe dat de werkgever zo snel mogelijk verbetermaatregelen neemt.