Ongevallencijfers, het is maar hoe je ernaar kijkt

Bron: Arbo-online.nl

Lies, damned lies and statistics … Liegen of halve waarheden verkondigen met statistieken is erg eenvoudig. Statistieken zijn simpel te manipuleren zonder de getallen te vervalsen. Kijk dus altijd goed naar hoe de cijfers worden gepresenteerd. Maar ongevallen geven wel een signaal.

Gaan die cijfers over ongevallen en (on)veiligheid, dan moeten we extra op ons hoede zijn. Voordat we er erg in hebben, ontstaan er veiligheidsfabels door statistieken. Door kritisch te kijken naar ongevallencijfers, kunnen we die ontrafelen.
Wonend en werkend in het buitenland gaat veel Nederlands nieuws aan me voorbij. Dankzij internet bereiken sommige koppen over veiligheid en arbeidsomstandigheden mij desondanks. Zoals de berichtgeving dat de Inspectie SZW zich zorgen maakt over het aantal ongevallen dat de laatste jaren blijft stijgen (terwijl ze tegelijkertijd zegt dat de kans op een ongeval in Nederland laag is). Vorig jaar kopte Cobouw al met een “rampjaar”. Misschien een goed moment om even stil te staan bij wat dit soort koppen en ongevallencijfers ons kunnen vertellen.
“De kans dat Nederlandse werknemers een ongeval krijgen is lager dan het EU-gemiddelde. De kans op een dodelijk arbeidsongeval is in Nederland zelfs het laagst van alle EU-landen.” (Bron: I-SZW jaarverslag 2016)
Ik heb geen concrete antwoorden. Wel een heleboel vragen. Als we over een paar daarvan reflecteren, kan ons dat misschien helpen om op een gezonde manier om te gaan met statistieken.
Ongevallen zijn verschrikkelijk, ze roepen een oerreactie bij ons op
Laten we ons om te beginnen eens afvragen wat dit met ons doet. Ongevallen zijn verschrikkelijk, zeker als mensen hun leven verliezen of blijvende lichamelijke of psychische schade oplopen. Dergelijke gebeurtenissen vragen onze aandacht en spreken onze emoties aan. Die oerreactie geeft al gauw maatschappelijke, politieke en morele druk om ‘iets’ te doen. Er is een sense of urgency: dit was verschrikkelijk en het mag nooit meer gebeuren!
Maar is die primaire reactie altijd de beste? In het Engels bestaat de uitdrukking knee-jerk reaction. Dat is een ondoordachte, reflexmatige reactie. Die vaak volgt op ongevallencijfers en statistieken. Men roept de eerste oorzaak die zich aanbiedt (“menselijke fouten”, “slechte cultuur”) en bedenkt een snelle actie (“meer toezicht”, “inscherpen regels”, “een campagne”). Deze acties zijn vaak ineffectief en gaan ten koste van andere structurele veiligheidsacties. We doen er dus goed aan om eerst even na te denken.
Instinctief leggen we de link ‘veel ongevallen = onveilig’
Ongevallen zijn verschrikkelijk, maar wat zeggen ze over veiligheid?
Ongevallen zijn verschrikkelijk, maar wat zeggen ze eigenlijk over veiligheid? Instinctief leggen we de link ‘veel ongevallen = onveilig’. Het aantal ongevallen geeft zeker een indicatie van de veiligheid, maar die is beperkt. Dit werkt overigens beide kanten op.
We doen een heleboel onveilige dingen zonder dat die tot een ongeval leiden. Als iemand in zwaar beschonken toestand gaat autorijden en zonder een schrammetje thuiskomt, zal niemand dat veilig noemen. We spreken dan eerder van geluk. Geen ongeval is dus niet per se veilig. En het omgekeerde? Betekent een ongeval dat het onveilig was? Intuïtief zeggen we “Natuurlijk, anders was er geen ongeval gebeurd”. Maar dat is achteraf-redenatie. Voordat het ongeval gebeurde, ging men er waarschijnlijk vanuit dat het veilig was. Misschien terecht, misschien niet.
Het ongeval kan het gevolg zijn van een onvoorziene samenloop van omstandigheden, maar ook van een geaccepteerd risico. Er zijn immers heel veel risico’s die we willens en wetens nemen. Als je in de uiterwaarden gaat wonen, moet je niet raar opkijken als je soms natte voeten krijgt. Een één-in-een-miljoen-kans beschouwen we vaak als veilig, maar dat betekent niet dat er geen ongeval kan gebeuren. En er zijn risico’s die we niet volledig kunnen beheersen, hoewel we er ons uiterste best voor doen. Dé reden voor airbags, autogordels en kreukzones.
Ongevallen zijn een nog slechtere maat voor veiligheid als het over letsels gaat. Hierbij speelt toeval een nog grotere rol. Een en hetzelfde ongeval, zeg een aanrijding van een auto op een overweg, kan beperkte gevolgen hebben (bestuurder komt met de schrik vrij), ernstige (de enige inzittende komt om het leven) of zeer ernstige (een gezin van vijf komt om het leven). Het ongeval was hetzelfde, de gevolgen zeer divers.

Ongevallencijfers fluctueren, kijk naar de redenen voor schommelingen
Wat zegt een piek of een dal, een stijgende of dalende lijn eigenlijk? Onze hersens zijn gemaakt om patronen te herkennen. Dat is een eigenschap die ons helpt om effectief en efficiënt te functioneren. Soms echter zien we patronen die er niet zijn en kennen we aan die zogenaamde patronen een betekenis toe die ze niet hebben. Drie ongevallen op drie achtereenvolgende dagen betekent niet noodzakelijkerwijs dat de onveiligheid plotseling dramatisch is toegenomen.
Zie je een piek, dal of stijging, plaats die dan in context. Kijk of wáár ze gebeuren (omstandigheden, sector, locatie) inderdaad het grootste probleem is of dat er misschien zaken zijn die meer aandacht verdienen. Er overlijden bijvoorbeeld meer mensen aan blootstelling aan diverse stoffen dan aan arbeidsongevallen.
Ongevallencijfers kunnen over de jaren fors fluctueren. Kijk naar de redenen voor deze schommelingen. Soms kunnen die, zoals we zagen, stom toeval zijn. Soms ook is er een correlerende factor. Als de activiteit in de bouw verdubbelt, is het op zich niet vreemd dat het aantal ongevallen stijgt.
Vraag je af welke boodschap de cijferpresentatie ondersteunt
Kijk altijd naar hoe de ongevallencijfers worden gepresenteerd. Liegen of halve waarheden verkondigen met statistieken is heel erg eenvoudig. Statistieken zijn simpel te manipuleren zonder de getallen te vervalsen. Door schalen aan te passen, af te kappen, door een tijdsperiode te beperken of juist te verlengen, door iets in percentages, verhoudingen of juist absolute getallen uit te drukken, kun je een bepaalde boodschap versterken.
Statistieken zijn simpel te manipuleren zonder de getallen te vervalsen
Drie doden per jaar op overwegen klinkt behoorlijk ernstig, 0,006 doden per bewaakte overweg al een stuk minder en van 0,0009 doden per overweg ligt waarschijnlijk niemand wakker. Omgekeerd kun je (zoals Cobouw deed met het “rampjaar”) een stijging in het aantal doden doen voorkomen als rampzalig door alleen naar het voorafgaande jaar te kijken, in plaats van naar het verloop in bijvoorbeeld de afgelopen vijf jaar.
Vraag je af welke boodschap de manier van presenteren ondersteunt. En hoe de getallen eruit zouden zien als ze op een andere manier werden gepresenteerd. Het is altijd verstandig om bij berichtgeving over dramatische getallen even stil te staan bij de vraag welke belangen die berichtgeving dient. Dat belang is namelijk lang niet altijd veiligheid.
Schenk niet meer aandacht aan ongevallencijfers dan ze verdienen
Je moet een getal, een trend of een piek dan ook niet beschouwen als een antwoord; iets wat tot ogenschijnlijk daadkrachtige paniekacties leidt. Beschouw ze liever als iets wat nieuwsgierigheid opwekt. Iets wat de vraag oproept “Waarom is dit zoals het is?” Iets wat je daarnaast ook moet beschouwen in het historische perspectief en de context.
Ongevallencijfers? Mijn advies: schenk er niet meer aandacht aan dan ze verdienen vanuit een veiligheidskundig perspectief. Ongevallen geven ons het signaal dat we naar alle waarschijnlijkheid ergens kunnen verbeteren. Ze geven informatie over niet erkende of onbekende risico’s. Over onverwachte effecten. Bekijk ze zo nuchter mogelijk en niet als een kip zonder kop.
Carsten Busch | Senior adviseur arbeidsveiligheid bij Politidirektoratet, de overkoepelende organisatie van de Noorse politie en actief binnen diverse vakfora en eigenaar van www.mindtherisk.com.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *