Minister Kamp: stage voor 12-jarigen is juridisch kinderarbeid Kwaliteitszorg VO 23 augustus 2011 – 10:12

Brugklassers die buiten school hun maatschappelijke stage vervullen verrichten in juridische zin kinderarbeid en is daarom verboden. Het is niet mogelijk om daar ontheffing voor te krijgen. Dat schrijft minister Henk Kamp (Sociale Zaken, VVD) aan de Tweede Kamer. Binnen school is een stage van 12-jarigen wel toegestaan. De bewindsman reageert op een brief die de rector van het Christelijk Lyceum Zeist (CLZ), mede namens twaalf andere middelbare scholen, naar de Kamer had gestuurd. De scholen uitten daarin hun zorg over het feit dat in het wetsvoorstel voor de maatschappelijke stage leerlingen van twaalf jaar niet buiten de schoolpoorten hun uren mogen maken. De Arbeidstijdenwet en de Nadere Regeling Kinderarbeid zouden dat uitsluiten. In een interview met de nieuwsbrief van de Besturenraad noemde de rector van het CLZ, Riemke Leusink, de beperking indertijd 'onbegrijpelijk en bizar' en 'doorgeslagen regelgeving'. Minister Kamp legt in zijn brief uit wat de juridische status is van een maatschappelijke stage en wat daarvan de consequenties zijn. Een maatschappelijke stage buiten school – dit is werken onder gezag – moet als arbeid worden gezien. En dan is een hele reeks regelgeving van toepassing zoals de Arbeidstijdenwet, de Arbowet en het ILO Verdrag (arbeidswetgeving). Een EU-richtlijn, bedoeld om jongeren op het werk te beschermen, sluit arbeid voor 12-jarigen expliciet uit. En de minister vindt het niet wenselijk om de wetgeving – zo dat al mogelijk zou zijn – aan te passen. Geen straf Twaalfjarigen mogen wel binnen de schoolmuren een maatschappelijke stage doen omdat het dan als onderwijs wordt beschouwd. De minister wijst een mogelijke omzeiling van het verbod via een artikel in de Arbeidstijdenwet van de hand. Dat artikel laat het toe dat veroordeelde 12-jarigen bij wijze van sanctie arbeid verrichten. Maar deze uitzondering kan niet voor de maatschappelijke stage gelden omdat het geen vorm van straf is. Ook een andere ontheffingsmogelijkheid die de scholen meenden te signaleren is uitgesloten. In de Arbeidstijdenwet is een uitzondering opgenomen voor medewerking aan 'uitvoeringen van onder meer opvoedkundige aard en daarmee vergelijkbare licht, niet-industriële arbeid'. Maar de minister is van mening dat de stage niet onder deze bepaling valt. Kleine opening De minister biedt nog wel een kleine opening voor de scholen om brugklassers buiten de schoolmuren kennis te laten maken met het fenomeen maatschappelijke stage. Als de leerling(en) onder begeleiding van een docent aan een klasseactiviteit buiten de school meedoen, dan is dat juridisch gezien geen arbeid maar vergelijkbaar met bijvoorbeeld museumbezoek of een sportdag. Minister Kamp wijst erop dat leerlingen vanaf hun 13e jaar meer mogelijkheden hebben om hun stageopdracht te vervullen. Maar rector Leusink zei eerder in het interview dat het belangrijk is om kinderen zo snel mogelijk op stage te laten gaan. 'Als kinderen eenmaal aan het puberen zijn is het voor hen een te grote stap om op stage te gaan'.