27 november 2013
Het percentage arbeidsongevallen onder uitzendkrachten daalt. Dat blijkt uit een onderzoek dat TNO heeft uitgevoerd in opdracht van de Stichting Arbo Flexbranche (STAF). De daling treedt op terwijl de kans op ongevallen bij vaste krachten stabiel bleef.
TNO analyseerde de databestanden van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden over de jaren 2005-2012. Daaruit bleek dat het percentage arbeidsongevallen onder uitzendkrachten daalde van 11% in 2005 naar 6% in 2012. Ter vergelijking: het aantal arbeidsongevallen onder vaste medewerkers bleef in deze jaren stabiel rond de 7%. In de meeste gevallen gaat het om ongevallen als gevolg van snijden, stoten, ergens door geraakt worden of beknelling.
TrendsNaast de algehele trend is ook gekeken naar trends bij subgroepen van werknemers. Hoewel het gemiddeld percentage ongevallen onder alle uitzendkrachten (9%) over meerdere jaren gemiddeld hoger ligt dan bij vaste medewerkers (7%) zijn er groepen waarbij dit lager is. Uitzendkrachten die jonger zijn dan 24 of die een baan hebben tussen de 24 en 32 uur of die werken in de vervoersector, hebben minder vaak een ongeval dan hun collega’s die in vaste dienst werken.
Uitzendkrachten in de sector vervoer, in de ambachtelijke industriële en dienstverlenende beroepen, in bedrijven met minder dan 10 werknemers en jongere uitzendkrachten, hebben een hoger ongevalsrisico dan hun collega’s in vaste dienst, maar het verschil is wel kleiner geworden ten opzichte van eerdere jaren. Bij laagopgeleide werkenden is nagenoeg geen verschil meer waar te nemen in het risico op bedrijfsongevallen tussen uitzendkrachten en niet-uitzendkrachten.
Blijven promotenStichting Arbo Flexbranche ziet in de positieve ontwikkeling van deze cijfers een bevestiging dat continue aandacht voor preventie helpt. Door het aanbod van arbochecklists en andere instrumenten die veilig werken onder werkgevers en werknemers te promoten lopen uitzendkrachten steeds minder kans op ongelukken.
Technische toelichtingTot 2007 gebruikte STAF de publicatie ‘Achtergronden dodelijke en ernstige ongevallen’ van Inspectie SZW. Sinds het stopzetten hiervan wordt gebruik gemaakt van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). De NEA is het grootste periodieke onderzoek naar de arbeidsomstandigheden, waaronder ongevallen, van werknemers in Nederland. De NEA wordt uitgevoerd door TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De NEA-gegevens kunnen als representatief worden beschouwd voor de Nederlandse situatie. Het aandeel uitzendkrachten in de NEA is 2% van de totale werknemerspopulatie. Om betrouwbare uitspraken over subgroepen te kunnen doen en trends te analyseren is in de analyses een aantal jaren samen genomen, namelijk 2005-2010 en 2007-2012.