Maatregelen tegen schijnzelfstandigheid, reacties uit de markt

Bron:Flexnieuws.nl

De maatregelen tegen schijnzelfstandigheid van minister Van Gennip en staatssecretaris Van Rij leiden tot veel reacties uit het veld. Hieronder een samenvatting, maar eerst even een kort overzicht van de hoofdlijnen en de voorgestelde maatregelen.

Het kabinet wil schijnzelfstandigheid op drie hoofdlijnen aanpakken:

  • Een gelijker speelveld voor contractvormen in het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en in de fiscale behandeling.
  • Meer duidelijkheid over de criteria voor arbeidsrelaties: het verschil tussen werknemer en zelfstandige.
  • Beter toezicht en handhaving op schijnzelfstandigheid.

Een uitgebreider overzicht staat hier.

Maatregelen

  • Oproepcontracten en min-max-contracten worden vervangen door basiscontracten met meer werkzekerheid en roosterzekerheid.
  • De positie van uitzendkrachten wordt beter met gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden aan werknemers die direct in dienst zijn. Opeenvolgende tijdelijke contracten (‘draaideurflex’) wordt tegengegaan door de pauze in de keten te schrappen.
  • Een aparte regeling voor seizoenswerk wordt onderzocht.
  • De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen laat nog enkele jaren op zich wachten, maar komt er wel.
  • Er komen mogelijkheden om pensioen op te bouwen voor zelfstandigen en beperking van de zelfstandigenaftrek.
  • Voor bepaling van de arbeidsrelatie wordt het begrip ‘gezag’ verduidelijkt en er komt een ‘rechtsvermoeden’; de werkgever (in plaats van de werkende) moet voortaan bewijs leveren dat er geen sprake is van een dienstverband.
  • Toezicht en handhaving op schijnzelfstandigheid wordt verbeterd, waarbij het handhavingsmoratorium (Wet DBA) uiterlijk 1 januari 2025 wordt afgeschaft.
  • Er komen ook maatregelen om interne flexibiliteit te verbeteren, zoals deeltijd-WW en verbetering van de regeling loondoorbetaling bij ziekte in het tweede jaar.
  • Certificering arbeidsbemiddelaars vanaf 2025

Een uitgebreider overzicht staat hier.

ABU: samenhang en rechtsvermoeden

De Algemene Bond Uitzendondernemingen roept het kabinet op om het SER-advies over uitzenden en zzp gelijktijdig en in samenhang om te zetten in wetgeving: “De voorstellen om schijnzelfstandigheid aan te pakken zijn nog te weinig concreet en zullen mogelijk pas lang na de nieuwe uitzendregels ingevoerd worden. Zeer onwenselijk, want dit zal leiden tot een waterbedeffect van goed gereguleerd uitzendwerk naar nog meer schijnzelfstandigheid.” Daarnaast vindt de ABU het belangrijk dat het SER-advies als een samenhangend en uitgebalanceerd geheel wordt behandeld. Er mogen geen krenten uit de pap worden gehaald of aanvullingen komen.

De ABU hecht verder waarde aan het SER-advies om een rechtsvermoeden van werknemerschap te laten gelden bij een tarief onder het maximumdagloon (30 à 35 euro per uur). Dit beschermt de kwetsbaarste werkenden; een generieke verduidelijking van het gedragscriterium doet dit onvoldoende.

NBBU: sectoraal maatwerk

De NBBU is er, net als de minister, een voorstander van als werkenden, dus zowel werknemers als zelfstandigen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid gelijkwaardig verzekerd zijn. Daarmee wordt een groot deel van de ongelijkheid weggenomen. Wel vindt men dat de minister te voorzichtig is bij het moderniseren van de arbeidswetgeving. Rigide vasthouden aan het begrip ‘gezag’ in de beoordeling van de arbeidsrelatie is de reden dat tot dusverre de overheidspogingen om duidelijkheid te bieden zijn mislukt. De NBBU vindt dat de oplossing gezocht moet worden in sectoraal maatwerk, zodat werkenden in de verschillende sectoren herkennen en begrijpen waar de grenzen liggen bij het al dan niet werken als zelfstandig ondernemer.

I-ZO: rampzalige criteria

“De politiek dreigt nu zijn heil te zoeken in nieuwe criteria om te bepalen of iemand wel of niet arbeid in loondienst moet verrichten. Het gaat dan om criteria als ‘gezag’ en ‘inbedding in de organisatie’. Als deze criteria leidend worden, is dat redelijk rampzalig voor onze leden”, zegt Josien van Breda van I-ZO.nl (Intermediairs voor Zelfstandig Ondernemers). “Dan kan er nauwelijks iets meer.”

VvDN: volg Belgisch model

De Vereniging van Detacheerders Nederland heeft samen met de ABU, Bovib, I-ZO Nederland, NBBU en RIM een brief gestuurd naar de minister en de staatssecretaris. Ook daarin wordt samenhang benadrukt: handhaving, verduidelijking en vernieuwing van regels moeten inderdaad hand in hand gaan. De brief roept het kabinet op om de voordelen van de Belgische Arbeidsrelatiewet te onderzoeken. Naast neutrale en algemene criteria die voor alle ingehuurde zzp’ers gelden, zijn er aanvullende strengere regels (inclusief een rechtsvermoeden van werknemerschap) voor sectoren met een hoger risico op misbruik. De aanvullende criteria voor specifieke sectoren zijn opgesteld in overleg met de sociale partners. De sectorale benadering vergroot de effectiviteit van handhaving en doet recht aan de behoeftes van verschillende branches. Omdat de criteria voor een groot deel specifiek zijn toegesneden op de situatie waarin een werkende wordt ingehuurd door een opdrachtgever, is het Belgische model werkbaarder dan de Nederlandse webmodule.

FNV Zelfstandigen: te traag, en geen eerlijk speelveld

FNV Zelfstandigen vindt de deadline veel te ruim; het kan en moet sneller. Ook het feit dat er nauwelijks handhaving plaatsvindt is onwenselijk. De bond is verder ontevreden over de manier waarop de minister en staatssecretaris de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen. Er worden diverse regelingen voor zelfstandigen afgeschaft, terwijl zelfstandigen geen redelijk alternatief wordt geboden. Dat past niet bij een eerlijk speelveld.

PZO en VZN: wet- en regelgeving

Dat laatste bezwaar wordt gedeeld door het Platform Zelfstandige Ondernemers en VZN. De lasten van zelfstandigen stijgen, maar niet direct hun inkomsten. De zelfstandige wordt getroffen en de opdrachtgever ongemoeid gelaten. Dan is het de vraag of er daadwerkelijk een gelijk speelveld ontstaat. Of dat juist de kwetsbare zelfstandigen nog verder de armoede in raken. Ze vinden het goed dat het kabinet met schijnzelfstandigheid aan de slag gaat, maar zijn verbaasd dat er niet wordt ingegaan op de broodnodige nieuwe wet- en regelgeving. De zzp-organisaties stellen verder voor het ondernemerschap weer in de beoordeling van de arbeidsrelatie terug te brengen. Ze benadrukken dat in het coalitieakkoord staat dat ondernemers de ruimte moeten krijgen, en niet moeten worden beoordeeld als werknemer.

Werkvereniging: betaalbaar sociaal stelsel

De Werkvereniging vindt het terecht dat de handhaving wordt opgeschort, omdat het anders de geloofwaardigheid zou ondermijnen. Maar het doel moet niet zijn om van iedereen een werknemer te maken, het gaat niet om het begrip gezagsverhouding. Het gaat om bescherming van zwakkere werkenden en een betaalbaar sociaal stelsel voor iedereen. Werkenden hebben meer behoefte aan autonomie, duidelijkheid, wendbaarheid, weerbaarheid en wederkerige solidariteit. De Werkvereniging pleit ervoor om zekerheden te koppelen aan de werkenden zelf, zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze willen werken. Zet werkenden en het werk centraal, niet het stelsel en de contractvorm.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *