Overgenomen van: Arbo-Online
Een installateur van zonnepanelen moet het werk stilleggen wegens het ontbreken van doelmatige valbescherming. Maar is dat terecht?
Op 28 september 2023 legt de minister aan een installateur van zonnepanelen een bevel tot stillegging van werk op voor de duur van een maand. Het bedrijf is na eerdere inspecties al vier keer beboet. De reden: bij het uitvoeren van werkzaamheden was geen of geen doelmatige valbescherming aanwezig.
De installateur maakt bezwaar tegen de stillegging. Hij verzoekt in een kort geding-procedure dat het bevel tot stilleggen niet mag worden uitgevoerd zolang er nog geen beslissing is genomen in de bezwaarprocedure.
Voldaan aan voorwaarden preventieve stillegging
Voor een bevel preventieve stillegging moet aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Er moet een eerste overtreding zijn geconstateerd waarvoor een boete is opgelegd. Daarna moet er een tweede overtreding zijn geconstateerd waarvoor een boete is opgelegd én een waarschuwing is gegeven. Vervolgens moet er een derde overtreding zijn geconstateerd.
De voorzieningenrechter stelt vast dat aan deze voorwaarden is voldaan. Daarmee is de minister in beginsel bevoegd om aan het bedrijf een bevel tot stillegging op te leggen.
Bevel tot stillegging moet werknemers beschermen
Een bevel tot stillegging is een geschikt middel om te voorkomen dat werknemers bloot (kunnen) worden gesteld aan valgevaar, met alle gevolgen van dien. Als een waarschuwing een nieuwe overtreding niet heeft voorkomen, is een preventieve stillegging in principe gerechtvaardigd.
Het opleggen van bestuurlijke boetes is blijkbaar niet toereikend geweest om herhaling van de overtreding te voorkomen. De rechter is dan ook van oordeel dat het bevel tot stillegging noodzakelijk was om verdere overtredingen te voorkomen.
Maar is uitvoering van het bevel nog evenredig?
Maar dan komt de rechter toe aan de vraag of uitvoering van het bevel nu nog evenredig is. Want de installateur heeft na de laatste geconstateerde overtreding het bestaande veiligheidsbeleid aangepast. Zo werkt het bedrijf actief aan verbetering van de veiligheidscultuur en vergroting van het bewustzijn daarvan. Ook is het bezig een gedragsverandering op de korte en lange termijn te bewerkstelligen.
De minister kan niet duidelijk maken wat het bedrijf nu nog meer kan en moet doen dan het nu al doet. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de minister dan ook onvoldoende gemotiveerd dat uitvoering van het bevel nog steeds evenredig is.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening daarom toe. Dit betekent dat de preventieve stillegging niet ten uitvoer kan worden gelegd.
Bron: Rechtbank Limburg 17 november 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:6728