Elke dag zetten alle medewerkers van de Inspectie SZW zich in voor het borgen van veilig, gezond en eerlijk werk en bestaanszekerheid voor iedereen.
Onze focus ligt daarbij op de aanpak van bedrijven en instellingen die bewust en vaak ook stelselmatig de regels overtreden. Ons werk doen we betrokken en zo efficiënt mogelijk. Maar hoe meten we of we onze doelen bereiken?
Effectiviteit telt
Tot nu toe werd onze effectiviteit vooral beoordeeld aan de hand van het aantal uitgevoerde inspecties en de boetes die werden opgelegd. Aantallen zeggen alleen weinig over het bereikte doel. Een inspectie kan uren duren, dagen of weken. Een verantwoording met cijfers stimuleert korte inspecties, terwijl het de samenleving gaat om maximaal effect. Om die reden gaan we ons als Inspectie meer richten op die maatschappelijke effecten en ze zichtbaar maken. Een uitdagend leerproces dat we starten door in dit jaarplan per programma de beoogde effecten en resultaten te benoemen.
De inzet van onze mensen en middelen stemmen we daarop af. Aantallen inspecties, boeterapporten, rechercheonderzoeken en onderzoeksrapporten blijven belangrijk, maar zien we niet als doel op zich. Twee elementen springen er voor ons uit. Zo zijn er de toenemende mogelijkheden die het optimaal gebruiken van data ons bieden. Het koppelen van onze data en die van andere diensten wordt steeds belangrijker. Binnen de wettelijke kaders gaan we daarvoor onze gezamenlijke analysetechnieken verder doorontwikkelen. Op deze manier krijgt de risicogerichte aanpak steeds scherper vorm. De andere belangrijke factor is de aandacht voor het menselijk handelen.
Op papier kan een bedrijf perfect aan veiligheidseisen voldoen, maar als in de praktijk de voorman het verkeerde voorbeeld geeft aan zijn medewerkers dan loopt de werkvloer onnodig risico. Een goede veiligheidscultuur betekent dat er korte metten wordt gemaakt met patronen die onveilig gedrag in stand houden. Niet omdat het van de overheid moet, maar omdat werkgevers en werknemers het zelf belangrijk vinden.
Een zaak die me persoonlijk erg imponeert is die van een dodelijk bedrijfsongeval, waarbij nabestaanden er voor kozen om zich in te zetten voor het verbeteren van de veiligheid bij het bedrijf. Het betalen van hoge boetes door het bedrijf maakte in hun ogen het werk voor de collega’s niet veiliger. Aandacht voor veiligheidsprogramma’s en frequente oefeningen, zoals die daar nu jaarlijks worden gehouden, wèl. Om een goede veiligheidscultuur beter op de kaart te zetten gaan we kijken hoe we binnen de aanpak van onze programma’s tot een optimale interventiemix komen.
Succes in de Metaalsector
De metaalsector is hier een mooi voorbeeld van. Zo is in de periode 2009-2015 succesvol aandacht besteed aan de arbeidsomstandigheden. Dit werd gedaan met continue inspectiedruk, de gerichte inzet van communicatiemiddelen, samenwerking met de sociale partners, aandacht voor de jongeren die het metaalvak nog moeten leren en het bevorderen van een goede werkcultuur. Dankzij deze maatregelen nam het aantal slachtoffers met 19% af. Per 100.000 werknemers in de metaal ging het van 121 in 2009 naar 92 in 2015. Bijna dertig mensen die anders niet veilig thuis waren gekomen, maar nu wel door de aandacht voor hun arbeidsomstandigheden. De resultaten van deze interventie zijn des te opmerkelijker, omdat we als Inspectie in de samenleving een forse toename zien van het aantal meldingen van (dodelijke) ongevallen. Een trend die zich ook de komende tijd voort lijkt te zetten.
Ongevalonderzoeken hebben invloed op onze risicogerichte inspecties op het terrein van gezond en veilig werken, omdat ze ons gemiddeld vijf keer meer zaaktijd kosten. De exacte oorzaken voor de toename zijn we aan het onderzoeken, maar we zien vooralsnog in ieder geval een relatie met het economisch herstel en de nog steeds groeiende flexibele schil van zzp-ers en uitzendkrachten.
Voor werkgevers kan – met het oog op de hoge boetes die we op kunnen leggen – de verleiding soms groot zijn om de waarheid geweld aan te doen. Schrijnend daarbij vind ik het voorbeeld van een werkgever die een slachtoffer een uur had laten liggen om een andere toedracht te ensceneren voor de inspectie zou komen. Getuigen waren beïnvloed, het slachtoffer omgekocht. Tot de waarheid alsnog boven water kwam.J
Juridisering
De Inspectie heeft niet alleen te maken met verschuivingen op het gebied van onze inzet, maar ook met steeds verdergaande juridisering. Bedrijven tekenen consequent bezwaar en beroep aan tegen boetes en andere inspectiemaatregelen. De eisen die daarbij vanuit juridisch oogpunt worden gesteld aan bewijsvoering en maatwerk bij bestuurlijke boetes kosten ons steeds meer tijd. Ook dit werk gaat ten koste van onze inspectiecapaciteit. Een andere belangrijke ontwikkeling zien we op het gebied van onderbetaling. De laatste jaren kunnen meer nationaliteiten zonder tewerkstellingsvergunning aan de slag. Illegale tewerkstelling neemt daarmee af, maar bij voorheen illegale werknemers staat nu onderbetaling centraal. Vaak accepteren de werknemers de onderbetaling omdat ze in eigen land flink minder verdienen. Maar door hen de vergoedingen te onthouden waar zij recht op hebben, wordt ook oneerlijke concurrentie gestimuleerd. Zo kwamen we bij een fruitteeltbedrijf buitenlandse werknemers tegen met een 66-urige werkweek, een salaris onder het minimumloon en een verplichte eigen bijdrage van 5 euro per dag voor uiterst armoedige huisvesting. Een beveiligingsbedrijf wist op haar beurt de personeelskosten te drukken door stagiairs het werk van beroepskrachten te laten doen voor 2 euro per uur.
Op zoek naar de grootste Risico's
Iedere dag worden onze inspecteurs geconfronteerd met een grote variatie aan misstanden en onnodig gevaarlijke situaties. Onwenselijke en in veel gevallen ook verboden situaties. Om onze capaciteit efficiënt in te zetten richten we ons zoveel mogelijk op de grootste risico’s. Per thema of onderwerp bedenken we welke mensen hierin met welke middelen het beste kunnen samenwerken. Voortaan staan daarbij ook de gewenste maatschappelijke effecten centraal. Het benoemen en zichtbaar maken van die resultaten is een uitdaging die ik met mijn collega’s graag aanga.
Ik ben er van overtuigd dat we deze werkwijze in de praktijk steeds verder zullen vervolmaken. Dat doen we graag in overleg met andere toezichthouders en in samenwerking met de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. In het belang van een gezonde, eerlijke en veilige werkcultuur voor iedereen.
Marc Kuipers Inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid