Over haar eigen voeten gestruikeld of uitgegleden over een natte vloer? Dat is de vraag in deze zaak. Voor de werkgever maakt het nogal een verschil. In het ene geval is hij niet aansprakelijk. In het andere geval heeft hij niet aan zijn zorgplicht voldaan en is hij wel aansprakelijk. Heeft de werkgever voldoende maatregelen getroffen om het ongeval te voorkomen?
Een vrouw werkt als cliëntenbegeleidster bij een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Op 18 mei 2016 is zij gevallen bij de begeleiding van een cliënt naar het toilet. Zelf zegt ze te zijn gestruikeld over haar schoenen. Het gevolg is armletsel, waaronder een gebroken ellepijp en een verbrijzelde kop van het spaakbeen. De genezing verloopt niet naar behoren. Er is sprake van een verkeerde botaangroei. De werkneemster is verschillende keren geopereerd en het genezingsproces is nog niet afgerond. De werkneemster is nog steeds arbeidsongeschikt.
> LEES OOK: Aansprakelijkheid op het werk, dit moet u weten
Kantonechter wijst aansprakelijkheid af
Het ongeval wordt in januari 2017 door de advocaat van de werkneemster gemeld bij de Inspectie SZW. Die ziet na onderzoek van dit meldingsplichtige arbeidsongeval in de oorzaak geen overtreding van de Arbowet. De werkneemster stelt de werkgever aansprakelijk, de kantonrechter wijst dit af.
Hoe ver reikt de zorgplicht van de werkgever?
In beroep stelt het hof voorop dat de zorgplicht van de werkgever (artikel 7:658 BW) veelomvattende is en een hoog veiligheidsniveau vereist. Maar het hof stelt ook dat de zorgplicht geen absolute waarborg is tegen gevaar. De werkneemster is tijdens haar werk gevallen en heeft daardoor schade geleden. De werkgever heeft niet aangevoerd dat de schade is veroorzaakt door opzettelijk of bewust roekeloos handelen van de werkneemster. Daarmee is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan.
> LEES OOK: Struikelpartij door slacklines: zorgplicht?
Wending van ‘struikelen’ naar ‘uitglijden’
Volgens de werkneemster zou vocht op de vloer de oorzaak zijn geweest. Het hof acht dit niet voldoende aangetoond, zeker nu zij vanaf het begin heeft gesteld, dat zij is ‘gestruikeld’ en niet ‘uitgegleden’. Pas veel later, tijdens de behandeling bij de kantonrechter, is dit veranderd in uitgegleden/weggeslipt. Dat zijn twee geheel verschillende oorzaken. Die plotselinge wending van ‘struikelen’ naar ‘uitglijden’ zou nadere uitleg vergen, maar die is niet gegeven. Ook is pas 7 weken na het ongeval per e-mail voor het eerst gesteld dat sprake was van vocht op de vloer als mogelijke oorzaak.
Geen schending zorgplicht
Collega’s die haar te hulp zijn geschoten hebben schriftelijk verklaard, dat er geen water of vocht lag. Maar zelfs als zo zou zijn, is dit volgens het hof niet genoeg voor het oordeel dat de werkgever zijn zorgplicht zou hebben geschonden. De vloer had immers een slipweerstand van R10, geschikt voor publieke toiletten en douches. Een vloer met R9 is geschikt als ziekenhuisvloer, voor een zorginstelling volstaat R10 dan ook zonder meer. Er lag bij de badkamer ook een droogloopmat. Uit dit alles volgt dat de werkgever voldoende maatregelen heeft genomen. Ook het feit dat het ongeval niet direct is onderzocht en gemeld bij de inspectie SZW, leidt niet tot aansprakelijkheid. De vordering wordt afgewezen. (R.O.B. Poort)
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 15 september 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2850
Auteur: Rob Poort | Bureaupoort.nl