Bron: www.cobouw.nl
Alle bouwvakkers moeten binnen afzienbare tijd verplicht tientallen gebaren uit hun hoofd kennen voor ze een Nederlandse bouwplaats mogen betreden. In totaal 26 gebaren voor woorden als ‘attentie’, ‘hé jij daar’ of ‘wegwezen’ moet het aantal doden in de bouw verminderen.
Veel lawaai. Tal van nationaliteiten op de bouwplaats en talen. Met als gevolg veel onbegrip en frustratie. Om nou te zeggen dat de bouw met een mond spreekt, laat staan dezelfde taal…
Werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouw hebben daar wat op bedacht: een gebarentaal die alle bouwvakkers in Nederland moeten beheersen voor ze aan de slag mogen. Met als doel. Minder doden.
Het zogenoemde ‘Bouwspraak’ bestaat uit 26 gebaren. De gebaren worden uitgelegd aan de hand van filmpjes en afbeeldingen, in verschillende talen.
Hulpmiddel
“Of dit tot minder doden leidt? Wij denken van wel”, reageert een woordvoerder van Bouwend Nederland, een van de initiatiefnemers. “Maar het is nadrukkelijk een hulpmiddel, het zal ook even duren voor het is ingeregeld.”
Hoeveel ongevallen er plaatsvinden door taalproblemen op bouwplaatsen durft de zegsman niet te zeggen. “Maar veiligheid is een van onze speerpunten.”
Het is de bedoeling dat Bouwspraak in de Arbocatalogus wordt opgenomen. “Dan is het verplicht”, weet Hans Crombeen van de FNV.
Ongevalsrapportages
De vakbondsman is blij met de gebarentaal. “Bij ongevalsrapportage zien en horen we dat communicatie een terugkerend probleem is. En steeds meer nationaliteiten op bouwplaatsen gaan we niet voorkomen.”
Veel bouwvakkers spreken geen Engels of Duits, de Nederlandse ook niet, vervolgt Crombeen. “Daarom is het goed dat er een gebarentaal komt met de uitleg in verschillende talen. Dit is misschien niet de oplossing voor heel veel ongevallen, maar als het er al een paar gaat schelen zijn het er toch weer een paar.”
Op verschillende manier probeert de sector de bouw veiliger te maken, zegt de FNV’er. “Zo zijn we bezig met minimale eisen voor aanpikkelateurs. Daarnaast moet er ook iets aan de cultuur veranderen.”
Triest
Vooral bij kleinere bouwbedrijven is een wereld te winnen, stelt Crombeen. “Het is heel triest, maar we horen van onze leden dat kleine bedrijven zich in opdracht van grotere bedrijven zoals Dura Vermeer, Heijmans of BAM wel aan veiligheidsregels houden, maar dat ze daar op hun eigen werken minder waarde aan hechten.”
“Onzin”, reageert Rielen van der Hoek van de Aannemersfederatie. “Kleinere bouwbedrijven hebben hun zaakjes juist wel goed voor elkaar en willen kwaliteit leveren en veilig werken.”
Neemt niet weg dat ook de Aannemersfederatie een warm pleitbezorger is van Bouwspraak. “Dit is een prima zaak. Alle werknemers uit verschillende landen kunnen hiermee toch dezelfde taal spreken. De veiligheid kan daarmee een stuk vergroot worden.”
De Aannemersfederatie vindt dat Bouwspraak zo snel mogelijk verplicht moet worden voor iedereen via de Arbocatalogus. “Of ik ze al geoefend heb? Nee, dat niet, maar ik loop ook niet dagelijks op de bouwplaats”, besluit Van der Hoek.
Eerste publicatie door Thomas van Belzen op 4 jun 2019
Steeds vaker buitenlander op bouwplaats
Bron: http://www.detelegraaf.nl
Kopieer naar clipboard
AMSTERDAM (ANP) – Op de bouwplaats werken steeds meer buitenlandse arbeidskrachten. Nu de bouwsector in Nederland moeilijk aan nieuwe arbeidskrachten komt, wordt er voor extra mankracht meer naar versterking uit voornamelijk Polen en Bulgarije gekeken. Daarmee is inmiddels één op de vijf arbeidskrachten op de bouwplaats buitenlander.
Tussen 2015 en 2017 steeg het aantal buitenlandse werkers op Nederlandse bouwplaatsen met 20 procent tot bijna 41.000, meldt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Het onderzoeksbureau verwacht dat dit aantal verder zal stijgen tot 53.000 in 2020, waardoor een kwart van alle arbeidskrachten van over de grens komt.
De extra handen zijn door de krappe arbeidsmarkt in Nederland hard nodig, maar de grotere rol van buitenlanders brengt risico’s voor de veiligheid met zich mee. Door de taalbarrière komen niet alle veiligheidsvoorschriften altijd goed door, waardoor die regels soms niet worden opgevolgd. Problemen door gebrekkige vakkennis van buitenlanders, komen volgens het EIB minder vaak voor.
Bouwspraak, wij begrijpen elkaar!
Eén bouwplaats, één vorm van communicatie
Bron: FNV
Veiligheid begint met duidelijke communicatie. Nederlands is niet meer de enige taal op de bouwplaats. Daarom is er een universele ‘gebarentaal’ ontwikkeld:
Bouwspraak
Bouwspraak is een universele ‘taal’ om de veiligheid in de bouw- en infrasector te vergroten. Met eenvoudige en herkenbare gebaren kun jij effectief communiceren met je collega’s, ondanks een eventuele taalbarrière of als er sprake is van veel omgevingslawaai. De verschillende (hand)gebaren worden op de website Bouwspraak getoond en toegelicht.
Hans Crombeen, bestuurder FNV Bouwen & Wonen, legt uit waarom Bouwspraak zo belangrijk is: ‘Vorig jaar hebben we als FNV cao-gesprekken gevoerd met onze mensen in de bouw. Jullie gaven aan dat je wilt kunnen communiceren met alle collega’s op de bouwplaats, omdat anders de veiligheid in gevaar komt. Bouwspraak komt voort uit de afspraken die we gemaakt hebben. Ik ben blij dat we op deze manier kunnen bijdragen aan jouw veiligheid op de bouwplaats.’
Wij streven al jaren naar meer veiligheid op bouwplaatsen en het naleven van veiligheidsvoorschriften.
Acht talen
Bouwspraak is een soort gebarentaal, bedoeld om elkaar snel en eenvoudig te attenderen op onveilige situaties. Denk bijvoorbeeld aan gebaren voor: Help, Stop, Naar beneden en Naar voren. De website is in de talen Bulgaars, Duits, Engels, Hongaars, Nederlands, Pools, Roemeens en Turks beschikbaar.
Iedereen veilig thuis
Met Bouwspraak maakt de sector een stap om de veiligheid in de bouw en infra te vergroten. Veiligheid begint met heldere, universele communicatie voor en door iedereen.
Samen veilig werken
Met Bouwspraak slaan de sectorpartijen FNV Bouwen & Wonen, CNV Vakmensen, Bouwend Nederland, Aannemersfederatie Nederland, Vereniging van Waterbouwers en NVB de handen ineen voor een veilige sector. Zij onderschrijven het belang van samen veilig werken en zijn trots op de samenwerking.