Het aantal ongevallen in de bouw is afgelopen jaar fors gestegen. 4,5 procent van de werknemers heeft door een of meer arbeidsongevallen lichamelijk en/of geestelijk letsel opgelopen.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS en TNO. In 2018 had 3,5 procent van de werknemers letsel overgehouden als gevolg van het werk. Het jaar ervoor was 2,9 procent de pineut. Het gaat om een of meer ongevallen in een jaar die leiden tot verzuim maar ook om ongevallen waarna men gewoon door blijft werken.
Van de 4,5 procent heeft meer dan de helft van de werknemers (2,7 procent) een of meer dagen niet kunnen werken door het ongeval (2018: 1,9 procent). 1,9 procent bleef zelfs vier dagen of meer weg van het werk.
Extra hard werken
Lichamelijk letsel kwam het meest voor: 3,7 procent (2018: 2,4 procent). Geestelijk letsel werd bij 0,1 procent (2018: 0,3 procent) vastgesteld. Bij 0,4 procent was het onderscheid niet te maken en bij 0,3 procent was het onduidelijk wat het letsel was.
Werken in de bouw is niet alleen lichamelijk zwaar, maar zorgt ook voor geestelijke druk. Een derde van de werknemers in de bouw vindt dat er vaak tot altijd snel gewerkt moet worden. Bijna de helft vindt dat er ook heel veel gedaan moet worden. Ruim een kwart constateert dat er vaak tot altijd extra hard moet worden gewerkt om iets af te krijgen. Vergeleken met 2018 is de werkdruk wel iets gedaald.
Een op de negen werknemers is vaak tot altijd emotioneel betrokken bij zijn werk. 5,7 procent vindt zijn/haar werk vaak tot altijd emotioneel veeleisend.
Pesten en ongewenste seksuele aandacht
Een kleiner deel, 1,1 procent (2018: 0,9 procent) heeft het afgelopen jaar persoonlijk te maken gehad met ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld of pesten door klanten, leidinggevenden of collega’s.
(Bron: Cobouw)