03-04-2012
FNV Bouw is geschokt door de conclusies van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
De Raad onderzocht de instorting van een vloer van de B-tower in Rotterdam op 21 oktober 2010. Daarbij raakten vijf bouwvakkers zwaar gewond.
Spijkerharde conclusies
Als grootste vakbond voor de bouw onderschrijft FNV Bouw de spijkerharde conclusies uit het rapport. De hardste daarvan is dat de bouwsector de verantwoordelijkheid voor veiligheid niet aan kan. FNV Bouw stelt dat de Raad het bij het rechte eind heeft: er is nog steeds veel te veel mis op bouwplaatsen als het om veiligheid gaat. Deze conclusie is des te verontrustender in het licht van de plannen van staatssecretaris De Krom. Die wil de verantwoordelijkheid voor veilig en gezond werken nóg meer bij werkgevers en werknemers neerleggen.
Slechte samenwerking
Charley Ramdas, vice-voorzitter van FNV Bouw: "FNV Bouw constateert al jaren dat werknemers de dupe worden van slechte samenwerking tussen bouwbedrijven. Keer op keer blijkt dat bouwbedrijven te weinig oog hebben voor veiligheid op de werkvloer. Bedrijven maken onderling onvoldoende afspraken over veiligheid, bestaande afspraken worden niet nageleefd en er vindt geen controle op de naleving plaats. FNV Bouw pleit er al jaren voor dat de bouwwereld doet wat is afgesproken in arbo-regelgeving en tussen cao-partijen."
Veiligheid topprioriteit
FNV Bouw vindt dat de veiligheid en de gezondheid van werknemers altijd en overal op de eerste plaats moeten staan, in elke fase van het bouwproces. Uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat dit nog lang niet het geval is. Het feit dat er bij de B-tower in Rotterdam dezelfde fouten zijn gemaakt als bij het ongeval in de Amercentrale in 2003 is zeer schrijnend. De bouw moet nu als de wiedeweerga veiligheid tot topprioriteit maken in alle werkprocessen – van ontwerp tot oplevering.
Veiligheid onvoldoende gewaarborgd bij complexe bouwwerken
04 april 2012 | Arbozorg, Inrichting arbeidsplaatsen
De veiligheid bij grote en complexe bouwwerken loopt gevaar doordat de betrokken partijen lang niet altijd goede afspraken maken over de veiligheid, of afspraken niet nakomen. De verantwoordelijkheid voor de controle van veiligheid schuiven partijen af.
Dit rapporteert de Onderzoeksraad voor Veiligheid na onderzoek naar het instorten van een verdieping van de B-Tower in Rotterdam. In oktober 2010 werd beton gestort op de derde verdieping van de geplande 70 meter hoge toren. Op het moment dat dit werk bijna klaar was, stortte ongeveer 300 vierkante meter vloer naar beneden. Vijf bouwvakkers vielen 11 meter mee en raakten daardoor zwaargewond.
Onduidelijkheid over verantwoordelijkheid
Volgens de Onderzoeksraad is dit ongeval een voorbeeld van een complex bouwwerk, waarbij onvoldoende duidelijk was wie verantwoordelijk was voor de veiligheid. De vloer van de toren stortte in doordat 55 van de 59 zogenoemde schoren (onderdelen van de ondersteuningsconstructie) ontbraken. De bouwers dachten goede afspraken te hebben gemaakt over de veiligheid, maar niemand ontdekte de levensgevaarlijke en incomplete ondersteuningsconstructie. Het was onduidelijk wie verantwoordelijk was, een gezamenlijke aanpak ontbrak en de controle was ontoereikend, aldus de raad.
Goede voornemens ten spijt
De bouwwereld werkt al een aantal jaar aan initiatieven om oplossingen te vinden voor de problemen. Maar het is volgens de raad zorgelijk dat de kennis die daarmee is opgedaan, kennelijk nog niet was doorgedrongen bij de bouw van de B-Tower. De onderzoeksraad stelt dan ook dat bouwbedrijven veel beter moeten samenwerken en daadwerkelijk verantwoordelijkheid moeten nemen. ‘Partijen zouden elkaar ook op kwaliteit moeten selecteren en niet omdat ze met elkaar bekend zijn.’
Hoofdaannemer J.P. van Eesteren zegt zich ten dele te kunnen vinden in de conclusies. ‘Het bedrijf heeft uitgebreide procedures voor de bouw en controle van ondersteuningsconstructies. In het specifieke geval van de B-Tower heeft de montage van de ondersteuning en de controle daarop niet op de juiste wijze plaatsgevonden’, schrijft de hoofdaannemer in een verklaring. Het bedrijf bestrijdt dat 55 van de 59 schoren ontbraken, het zou gaan om 55 van 350 balken.
Bron: ANP