Definities
De grafiek bevatten het aantal personen dat is overleden als gevolg van een dodelijke arbeidsongeval.
Een dodelijk arbeidsongeval betreft iemand die binnen 30 dagen overlijdt ten gevolge van een ongeval dat in Nederland plaatsvindt door of tijdens de uitoefening van betaalde arbeid,
inclusief verkeersongevallen, echter met uitzondering van een verkeersongeval dat plaatsvindt onderweg van of naar het werk. De overledene moet ingeschreven zijn in de
Gemeentelijke Basisadministratie, een dienstverband hebben als werknemer en een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar.
Algemene beschrijving van de Doodsoorzakenstatistiek
Populatie
Overleden personen die in de Basis Registratie Personen (BRP) zijn opgenomen. In principe wordt iedereen die gedurende ten minste vier maanden rechtmatig in Nederland verblijft, opgenomen in de basisadministratie van de gemeente waar hij of zij woont (woongemeente).
Methode
Van iedere in Nederland overleden persoon vult de arts (de behandelend arts, diens waarnemer of de gemeentelijk lijkschouwer) een doodsoorzaakverklaring (B-verklaring) in. Deze doodsoorzaakverklaring wordt of in een gesloten enveloppe via de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden of via een beveiligde elektronische verbinding direct digitaal naar de medisch ambtenaar van het CBS gestuurd. Bij het CBS worden de formulieren verwerkt. Dit gebeurt volledig anoniem, de naam van de overledene is bij het CBS niet bekend.
De vermelde doodsoorzaken worden vertaald in coderingen volgens de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organization (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de Tiende Revisie van de ICD (ICD-10, WHO).
Het coderen volgens de richtlijnen van de WHO houdt in dat slechts één ziekte of gebeurtenis als primaire doodsoorzaak kan worden aangemerkt, namelijk de ziekte of de gebeurtenis waarmee de aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de dood leidde, startte. Men spreekt hierbij wel van de onderliggende doodsoorzaak, ziekten die tot de dood hebben bijgedragen worden secundaire doodsoorzaken genoemd. Bij een zogenaamde uitwendige doodsoorzaak (niet-natuurlijke dood) wordt vrijwel altijd de gebeurtenis als primaire doodsoorzaak aangemerkt en het ontstane letsel als secundaire doodsoorzaak. Vooral wanneer er sprake is van meerdere oorzaken kan het onderscheid tussen primaire doodsoorzaak en secundaire doodsoorzaak (doodsoorzaken) moeilijk zijn. Er is dan steeds een verantwoorde keuze gemaakt met inachtneming van de door de WHO opgestelde regels en voorschriften. Men is daarbij uiteraard afhankelijk van de door de arts verstrekte informatie. In een aantal gevallen wordt dan ook bij onduidelijkheid schriftelijk of telefonisch navraag gedaan. Er wordt uitsluitend gepubliceerd over primaire of onderliggende doodsoorzaken. Tot en met 2012 werd er handmatig gecodeerd en werden er per overledene maximaal drie secundaire doodsoorzaken toegekend. Vanaf statistiekjaar 2013 gebeurt het coderen deels automatisch met het codeerprogramma IRIS en worden alle ziekten die ingevuld zijn op het doodsoorzakenformulier gecodeerd. Bij euthanasie wordt de onderliggende ziekte van de overledene als primaire doodsoorzaak beschouwd. Het overlijden als gevolg van het toepassen van euthanasie wordt geteld als een natuurlijke dood.
Meer informatie over de Doodsoorzakenstatistiek is te vinden via:
Klik hier voor korte onderzoeksbeschrijving doodsoorzakenstatistiek.
Bronnen
- Doodsoorzaakverklaring arts
- Basis Registratie Personen (BRP)
- Dossier Officier van Justitie
- Verkeersongevallenregistratie Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Bedrijfsongevallenregistratie Arbeidsinspectie van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Zelfdodingsformulieren van de politie
Bron:CBS