Een deel van de bedrijfsartsen geeft aan in de praktijk soms nog moeite te hebben met het herkennen en vaststellen van beroepsziekten. Voor ruim 30 procent is het een van de redenen om beroepsziekten dus niet te melden. Dat blijkt uit het rapport Versterken Melding Beroepsziekten, samengesteld in opdracht van de Inspectie SZW en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Bedrijfsartsen hebben bovendien niet altijd de kennis over de criteria die gelden voor het melden van beroepsziekten, of ze weten niet hoe en waar ze moeten melden.
Uit het onderzoek blijkt dat jaarlijks 70 procent van de bedrijfsartsen niet een beroepsziekte meldt. 46 procent van de artsen geldt als een chronische nulmelder. Van 2009 tot en met 2012 meldden zij geen enkele beroepsziekte. Er is een verschil tussen zelfstandige bedrijfsartsen en degenen die werken voor een interne- of externe arbodienst. Het aandeel chronische nulmelders is onder zelfstandige bedrijfsartsen aanmerkelijk hoger.
Tijd is een van de voornaamste redenen die de respondenten in het onderzoek noemen als reden om geen beroepsziekten te melden. De bedrijfsartsen vergeten het, zeggen dat ze er geen tijd voor hebben, of weigeren te melden omdat zij de tijd die zij daarin moeten steken niet kunnen declareren.
Ook juridische redenen spelen een rol. Bedrijfsartsen zijn bang dat de werknemer een claim voor schadevergoeding indient bij de werkgever, waardoor de relatie tussen de bedrijfsarts en de werkgever onder druk kan komen te staan, aldus het rapport.
34 procent van de ondervraagde bedrijfsartsen zegt dat de arbeidsomstandigheden in hun bedrijf of instelling zo goed zijn, dat er nauwelijks beroepsziekten voorkomen.