De Rekenkamer oordeelt hard over de arbeidsinspectie

Bron: www.groen.nl; door:Sylvana van den BraakSimone Peek en Emiel Woutersen

De Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) faalt in de aanpak van arbeidsuitbuiting en moderne slavernij. De dienst heeft sinds 2018 tientallen miljoenen extra budget, maar de naar schatting duizenden slachtoffers van arbeidsuitbuiting in Nederland worden nauwelijks geholpen. Criminele werkgevers gaan bovendien vrijwel altijd vrijuit. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer dinsdag in een onderzoek naar het functioneren van de Inspectie SZW bij de aanpak van arbeidsuitbuiting.

Dwang, geweld, lange werkdagen, misleiding en onderbetaling; het zijn allemaal signalen die kunnen wijzen op arbeidsuitbuiting. Meer dan de helft van de inspecteurs zegt zo’n signaal te hebben opgemerkt tijdens een bedrijfsbezoek, maar dat nergens te hebben gemeld. Dat valt te lezen in het rapport van de Rekenkamer dat Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer mocht inzien.

Een deel van de ondervraagde inspecteurs zegt het opsporen van uitbuiting niet tot hun kerntaken te rekenen: ‘Ik heb het al druk genoeg met het controleren op arbeidsomstandigheden’, zegt een inspecteur tegen de Rekenkamer. ‘Dit erbij nemen is moeilijk. Het vraagt ook een hele andere invalshoek.’ Ruim een derde van de inspecteurs geeft bovendien aan niet getraind te zijn in het herkennen van signalen van arbeidsuitbuiting of ‘ernstige benadeling’.

Een andere reden voor het lage aantal meldingen – 106 in 2019 – is dat inspecteurs denken dat hun collega’s die bij opsporing werken toch geen tijd hebben voor verdere behandeling ervan. Dat lijkt geen gekke gedachte: de kans dat een melding van arbeidsuitbuiting leidt tot een onderzoek is in de afgelopen jaren sterk afgenomen. Slechts vier van de 106 meldingen resulteerden in 2019 in een onderzoek. Dat is nog geen vier procent, terwijl dat in 2016 nog 27 procent was.

De opsporingsonderzoeken die de Inspectie wel startte, leidden vervolgens zelden tot een rechtszaak. Dat komt mede door de bestaande wetten over arbeidsuitbuiting. Er moet heel veel bewijs zijn van uitbuiting wil een zaak kans maken bij de rechter. Daarom kiest de Inspectie bij signalen van grove onderbetaling en illegale lange werktijden liever voor het opleggen van boetes.

Maar een boete voor de baas helpt de vaak buitenlandse slachtoffers van uitbuiting niet. Sterker nog; ze zijn vaak slechter af. De onderdrukte werknemers lopen grote kans hun baan kwijt te raken zonder het achterstallige loon te ontvangen en ze dreigen soms zelfs het land te worden uitgezet. Dit frustreert de inspecteurs enorm. ‘De Inspectie maakt werknemers voor de tweede keer slachtoffer.’

De Rekenkamer meent dat de boetes te laag zijn. Het weerhoudt werkgevers er niet van om in de toekomst weer personeel uit te buiten. ‘Kwaadwillende werkgevers calculeren de boetes in’, aldus het rapport. De wetgeving staat zo een effectieve aanpak in de weg, stellen de onderzoekers. De minister van Justitie en Veiligheid is sinds 2018 bekend met de ontoepasbaarheid van de mensenhandelwet. In een reactie op het rapport van de Rekenkamer zegt het ministerie nu de wet aan te willen passen. Vicevoorzitter van de Rekenkamer Ewout Irrgang noemt dat ‘constructief’. ‘Maar met alleen een aanpassing van de wet ben je er niet. Het vraagt echt een omslag om dit op te lossen.’

Hoe groot het probleem van arbeidsuitbuiting in Nederland is, is door het gebrekkige toezicht onbekend. De schattingen lopen uiteen van tweeduizend tot 21.000 slachtoffers. Het aantal slachtoffers zal de komende jaren waarschijnlijk toenemen vanwege migratie en flexibilisering, zo voorspelde de Nationale Politie in 2017. Des te schrijnender dat de Inspectie vorig jaar in het jaarverslag melding maakte van welgeteld één rechtszaak ‘met het thema mensenhandel/arbeidsuitbuiting’.

Deze laissez-faire-aanpak van de Inspectie werkt door in de hele keten van overheidsorganisaties die zich inzetten tegen arbeidsuitbuiting. Ook gemeenten en hulpverleningsorganisaties vragen zich inmiddels af of het melden van signalen wel zin heeft. Tegen de Rekenkamer stellen zij dat ze zelden iets terughoren na een melding bij de Inspectie. Dit komt overigens deels doordat de Inspectie die gegevens niet mag delen, tenzij er groot belang bij is. Maar in de jaarcijfers noch intern blijkt er een goed overzicht te zijn van de resultaten die de Inspectie boekt. Daardoor is het volgens de Rekenkamer onmogelijk om te beoordelen of de Inspectie de extra miljoenen wel goed besteedt.

3 gedachten over “De Rekenkamer oordeelt hard over de arbeidsinspectie”

  1. Bestrijden van mensenhandel

    De overheid pakt de bestrijding van mensenhandel zo volledig mogelijk aan. Ze schakelt hierbij alle partijen in die daaraan een bijdrage kunnen leveren. Samen met deze partners biedt de overheid zorg en ondersteuning aan slachtoffers van mensenhandel.

    Wat is mensenhandel
    Mensenhandel is onder andere het werven, vervoeren of opnemen en huisvesten van mensen met gebruik van dwang. Het doel van de mensenhandelaar is de uitbuiting van een persoon. Er zijn verschillende vormen van mensenhandel:

    Arbeidsuitbuiting: als iemand werkt en de inkomsten (gedeeltelijk) moet afdragen en/of in mensonterende omstandigheden moet werken.
    Seksuele uitbuiting: als iemand gedwongen wordt om seks te hebben tegen betaling van geld, kleding of eten en dat moet afdragen aan de uitbuiter.
    Criminele uitbuiting: als iemand gedwongen wordt om te bedelen, stelen of andere criminele activiteiten uit te voeren en de buit moet afdragen aan de uitbuiter.
    Gedwongen orgaanverwijdering: hierbij wordt iemand gedwongen om zijn of haar organen af te staan.
    Meer samenwerking om mensenhandel te stoppen
    Slachtoffers van mensenhandel hebben te maken met dwang, (dreiging met) geweld en misleiding. Vaak zijn ze te bang of niet in staat om zelf aangifte te doen. Het signaleren van mensenhandel is belangrijk omdat slachtoffers afhankelijk kunnen zijn van mensen uit hun omgeving om uit de uitbuitingssituatie te komen.

    Het programma Samen tegen Mensenhandel werkt aan het verminderen van het aantal slachtoffers. De aanpak is ingewikkeld, omdat je op verschillende terreinen tegelijk moet inzetten om mensenhandel effectief aan te pakken. Daarom is de samenwerking tussen verschillende partijen onmisbaar in de aanpak van mensenhandel.

    Hulp voor professionals om mensenhandel te herkennen
    Om slachtoffers van mensenhandel te herkennen is vaak een combinatie van signalen nodig. Baliemedewerkers van gemeenten, toezichthouders of inspectiemedewerkers kunnen in contacten of bij controles signalen van mensenhandel tegenkomen. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) geeft richtlijnen voor hoe u met signalen van mensenhandel moet omgaan.

    Het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) biedt de Mensenhandel Academy aan. Deze website bevat een overzicht van het opleidings-en trainingsaanbod op het gebied van signalering van mensenhandel. Hier vindt u gratis e-learning modules, factsheets en toolkits.

    Gemeenten betrokken bij bestrijding mensenhandel
    Gemeenten zijn belangrijk in de aanpak van mensenhandel. Zij spelen een actieve rol in de signalering van mensenhandel. Trainingen van bijvoorbeeld politie over de aanpak van mensenhandel en het basisniveau bestuurlijke aanpak van mensenhandel helpt gemeenten hierbij.

    Daarnaast moeten gemeenten hun rol in de aanpak van mensenhandel verder invullen. Bijvoorbeeld door regelgeving en beleid te maken dat de aanpak van mensenhandel ondersteunt. En door te zorgen voor passende opvang, ondersteuning en nazorg voor slachtoffers van mensenhandel in de gemeente. Dit gebeurt op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet.

    Hulpverlening aan slachtoffers mensenhandel
    De Rijksoverheid heeft verschillende maatregelen genomen om (de toegang tot) het hulp- en ondersteuningsaanbod te verbeteren voor alle slachtoffers van mensenhandel.

    Een voorbeeld daarvan is de website wegwijzer mensenhandel. De wegwijzer geeft uitleg over het onderwerp mensenhandel, hoe u slachtoffers kunt herkennen, wat de verschillende rechten zijn van slachtoffers van mensenhandel en op welke regelingen zij aanspraak kunnen maken.

    Er zijn verschillende organisaties die slachtoffers van mensenhandel identificeren en helpen. Bijvoorbeeld het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Deze en andere organisaties zijn ook in de wegwijzer mensenhandel te vinden. De wegwijzer is ook in het Engels beschikbaar.

    Rapportage aanpak en omvang mensenhandel
    De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen rapporteert aan de regering. De rapportages gaan over de aard en omvang van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen in Nederland. De Nationaal Rapporteur brengt het mensenhandelbeleid in beeld en doet aanbevelingen om de aanpak te verbeteren.

    Om te kunnen rapporteren verzamelt het bureau van de Nationaal Rapporteur informatie bij verschillende partijen. Deze zijn betrokken bij de preventie en bestrijding van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen. En bij de hulpverlening aan slachtoffers. Ook onderhoudt de Nationaal Rapporteur contacten met buitenlandse en internationale organisaties.

    De rapportages van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel staan op de site van de rapporteur.

  2. Berichtgeving aanpak arbeidsuitbuiting

    Bron:InspectieSZW

    Op 28 september heeft de Algemene Rekenkamer haar onderzoek naar arbeidsuitbuiting openbaar gemaakt en een persbericht verstuurd. In de media zijn op basis van dit persbericht artikelen verschenen.

    In het rapport is veel aandacht voor de strafrechtelijke definitie van arbeidsuitbuiting die aanpassing behoeft. Dit zegt de inspectie al langer. Zie bijvoorbeeld de inbreng van de inspectie bij de ronde tafel in de Tweede Kamer over uitzendbureaus. De bewijsbaarheid in het strafrecht is zeer moeilijk. Meldingen worden allemaal in behandeling genomen en leiden inderdaad vaak niet tot een zaak die ook voor de rechter komt. Meldingen worden serieus opgepakt en we doen het uiterste om dat wel voor elkaar te krijgen. Het OM is een belangrijke partner in het maken van de afweging of het betreffende strafrechtartikel 273f haalbaar is.
    Verder stelt de Rekenkamer in het persbericht dat de aanpak niet effectief is.

    De ARK heeft de periode 2016-2019 onderzocht. Sindsdien is de aanpak gewijzigd en zijn zowel bij Opsporing als bij het programma verbeteringen doorgevoerd. Dat heeft de inspectie ook gezegd en toegelicht. Het rapport geeft daar rekenschap van. De Rekenkamer stelt dat er tientallen miljoenen in uitbreiding zijn gaan zitten. Maar het overgrote deel van de uitbreiding is van na de onderzoeksperiode. De uitbreiding werd eind 2017 besloten, in 2018 werden de eerste mensen aangenomen en in 2019 was er voor het eerst sprake van extra inzetbare capaciteit bij de inspectie. En bij eerlijk werk ligt het zwaartepunt van de uitbreiding dan ook nog eens in 2020-2022, dus na de onderzoeksperiode. In het rapport zelf staat het goed. In paragraaf 6.5. zegt de Rekenkamer dat pas na 2022 beoordeeld kan worden of de middelen doeltreffend en doelmatig zijn ingezet. Die realistische en genuanceerde beschrijving in het rapport komt niet terug in het persbericht waarin de aanpak alvast niet effectief wordt genoemd.

    In het rapport staat verder dat de inspectie lang niet alle gevallen van arbeidsuitbuiting in beeld heeft. Dat is juist. De Algemene Rekenkamer baseert zich daarbij overigens op het overzicht van de verschillende schattingen in de Staat van Eerlijk werk van de Inspectie (2017). Het persbericht spreekt echter over niet alle gevallen registreren, wat de suggestie van administratieve tekortkoming geeft. Ook op dit gebied zijn namelijk al verbeteringen doorgevoerd en hebben we zowel bij Opsporing als bij het programma alle meldingen in beeld.

    De suggestie wordt gedaan dat de inspectie de slachtoffers niet helpt. Het klopt dat er voor slachtoffers wiens zaak niet in het strafrecht terecht komt onvoldoende hulp en opvang is. Het is juist ook zo dat de inspectie heeft geconstateerd dat het wenselijk is de slachtoffers van ernstige benadeling (de net-niet-strafrechtgevallen) ook te kunnen helpen met een regime waardoor opvang, huisvesting, terugvorderen achterstallig loon en eventueel ander (eerlijk) werk mogelijk wordt`

    In het rapport worden quotes van inspecteurs aangehaald. Onder andere: door de arbeidsinspectie wordt de werknemer twee keer slachtoffer. De context voor de quote was niet dat de inspectie dingen onjuist doet. De context is de constatering dat als de inspectie ingrijpt, arbeidsmigranten daarmee hun werk en ook woning kunnen verliezen. Zeer frustrerend. Dat komt onder andere door de ‘package deals’ van werken en wonen. Het is niet voor niks dat de Inspectie al geruime tijd ageert tegen die package deals.

    De kanttekeningen bij het persbericht zijn terecht. Maar ze laten onverlet dat het een belangrijk en informatief rapport is. Dat de inspectie nog flink wat huiswerk te doen heeft is helder. Dat is ook terug te lezen in de uitgebreide reactie van de bewindspersonen bij het rapport. Huiswerk om op te schalen, meer daders te stoppen en meer slachtoffers te helpen. Cruciale verbeteringen zoals aanpassing van het wetsartikel 273f en meer hulp en zekerheid voor slachtoffers die daar niet onder vallen zijn belangrijk.

  3. Rekenkamer: aanpak arbeidsuitbuiting inspectie niet effectief

    Bron:RD.nl

    Ondanks extra geld en inspecteurs, stopt de verantwoordelijke inspectie niet meer daders van arbeidsuitbuiting en worden evenmin meer slachtoffers geholpen. De aanpak van de ‘Inspectie SZW’ (vanaf 1 januari weer gewoon de Arbeidsinspectie) is niet effectief, schrijft de Algemene Rekenkamer in een rapport. De geldende wetten en regels liggen een doeltreffende aanpak in de weg en slachtoffers zijn nog te veel buiten beeld bij de inspectie.

    „De Inspectie SZW helpt slechts een beperkt deel van de naar schatting duizenden slachtoffers van arbeidsuitbuiting”, concludeert de Rekenkamer. De bestaande aanpak schiet daarmee nog steeds tekort.

    De inspectie heeft twee routes om uitbuiters te bestraffen, legt de Rekenkamer uit. Als er duidelijk sprake is van arbeidsuitbuiting zoals vastgelegd in de wet (dwang, geweld, misleiding, lange werkdagen en onderbetaling), kan de inspectie zaken via het strafrecht uitzoeken om deze vervolgens over te dragen aan het Openbaar Ministerie. Maar als bedrijven zich niet schuldig maken „aan alle elementen van het wetsartikel”, kunnen meldingen niet altijd worden opgepakt. Daarom stranden deze zaken vaak.

    Als een werkgever of uitzendbureau zich schuldig maakt aan „ernstige en meervoudig overtredingen van arbeidswetten”, maar er geen sprake is van duidelijke dwang, kunnen ze een boete krijgen. Maar zo’n boete is volgens de Rekenkamer „zo laag dat ze nauwelijks afschrikkende werking hebben”. Bovendien komt het niet vaak voor dat bedrijven vaker worden beboet. Daarnaast krijgen slachtoffers, vaak arbeidsmigranten, van de inspectie „nauwelijks hulp en bescherming”, concludeert de Rekenkamer.

    Slachtoffers werken „lang niet altijd” mee aan onderzoek, ook omdat het veelal arbeidsmigranten zijn die worden uitgebuit. Zij riskeren hun werk kwijt te raken, en arbeidsmigranten zijn vaak van hun baas afhankelijk voor hun woning.

    De Rekenkamer adviseert om te kijken of de regels aangepast kunnen worden en of de „bestaande instrumenten” beter ingezet kunnen worden. Daarnaast moeten er afspraken worden gemaakt met gemeenten en hulpverleningsorganisaties over betere bescherming van slachtoffers. „Verder moet de inspectie de minister van SZW betere informatie leveren, zodat deze het parlement kan inlichten wat de aanpak van de inspectie oplevert”, aldus de Rekenkamer.

    Vicevoorzitter Zakaria Boufangacha van vakbond FNV zegt dat de bond al jaren pleit voor „beter handhaafbare regels” en een strengere aanpak. „We kennen allemaal de verhalen van arbeidsmigranten die zich een slag in de rondte werken tegen een uitbuitingsloon en vogelvrij lijken te zijn. Dat moet stoppen”, aldus de vakbondsman. „Minister, pak je verantwoordelijkheid!”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *