Bron:Cobouw
Zonnebrand en uv-beschermende kleding moeten verplicht worden op elke bouwplaats. Dat vindt dakdekker Ed van der Want (51). Hij strijdt volop tegen huidkanker. Hij heeft de verwoestende ziekte zelf gehad en weet hoeveel risico zijn beroepsgroep loopt. “Werken in de zon is levensgevaarlijk.”
‘Die gekke Ed’. Dat zullen dakdekkers- die Ed’s verhaal niet kennen– van hem denken. Als de zon schijnt loopt hij er volledig bedekt bij. Met een pet met nekflap, een vest en een zonnebril. Elke twee uur smeert hij zich in met zonnebrand, factor vijftig. Sommigen vinden het overdreven. Maar Ed weet beter. “Vroeger stond ik in mijn blote bast op het dak. Nu weet ik dat dat levensgevaarlijk is.”
Vlak voor Kerst wist hij het
Vlak voor de Kerst, drie jaar geleden, kreeg hij het te horen. Dat plekje op zijn neus was niet zomaar een wondje. Het was huidkanker. “Al acht maanden liep ik ermee rond”, vertelt Ed, dakdekker bij Erdo en lid van de cao-commissie bij het FNV. Hij wil door zijn verhaal te vertellen duidelijk maken hoeveel onwetendheid er nog is, en dat er echt wat moet gebeuren. “Ik dacht door mijn leesbril kwam. Wie gelooft nou dat zo’n wondje kanker is? Dan denk je aan een moedervlek. Toch was het zo.”
Ed bleek basaalcelcarcinoom (afgekort BCC) te hebben, niet de dodelijkste vorm, maar wél de agressiefste. “De bcc vernietigt alles wat hij tegenkomt”, legt Ed uit. Hij wijst op zijn neus. “Daar zat het. Het moest direct verwijderd worden. De artsen bleven snijden totdat ze gezonde huid tegenkwamen. Toen ze klaar waren, was mijn halve neus weg.”
Zes keer onder het mes
De rasechte Rotterdammer grimast bij de herinnering. Zes keer moest de hij onder het mes om zijn neus te herstellen. Het waren heftige operaties. “Ze hebben huid uit mijn voorhoofd gebruikt en dat op mijn neus laten groeien”, vertelt hij, terwijl hij wat schokkende foto’s uit die tijd laat zien. “Kijk maar, ik zag er echt niet uit!” Een jaar later kwam het ook nog op zijn voorhoofd terug, maar ook dat is inmiddels weggehaald.
Haast lachend vertelt hij zijn ernstige verhaal. “Het heeft geen zin als je met zoiets blijft zeulen”, verklaart hij nuchter. “Je kunt er tóch niets meer aan doen. Het enige wat je kunt doen is voorkomen dat anderen het krijgen.”
‘Ik dacht dat je het kreeg van de zonnebank’
Daarom is de dakdekker nu zo strijdbaar. Hij maakt zich zorgen. Vooral om de jeugd, die nog steeds vrij onwetend is. “Als je mij vier jaar geleden had verteld dat je van buiten werken kanker kon krijgen, had ik het óók niet geloofd. Ik dacht dat je dat kreeg van de zonnebank.”
Als het aan hem ligt beschermt elke bouwvakker zich voortaan volledig. Buitenwerkers lopen namelijk vier of vijf keer meer kans op kanker, dan de gemiddelde de Nederlander (zie kader), weet Ed inmiddels. Dit terwijl ze zich nauwelijks beschermen.
‘In maart kan de straling al torenhoog zijn’
“Insmeren doe je op het strand. Maar op je werk? Dat is niet zo gebruikelijk. Toch is het van groot belang. Niet alleen op stikhete dagen, het begint in het voorjaar. Dan kan de UV-straling al torenhoog zijn”, legt hij uit. Tijdens de operaties heeft hij zich aan alle kanten in het onderwerp verdiept. “Vroeger smeerde ik me ook niet in. Ik sta al 33 jaar op het dak, en ik heb me in al die jaren nooit goed beschermd. Toen ik begon als 19-jarige dakdekker begon was bruin worden in de mode. Ik stond graag in mijn blote barst te werken.”
Waarschijnlijk heeft hij de kanker in die tijd al opgelopen. “BCC duurt zo’n 25 jaar voordat het zich uit”, verklaart hij. “Elke keer als je verbrandt, beschadigt DNA. Als het te erg beschadigd is, herstelt het niet meer. Dan ontstaat er huidveroudering.” Ter illustratie pakt hij zijn het dunne velletje op zijn hand vast. “Kijk, deze huid is oud. Hoe ouder je huid is, hoe meer kans op huidkanker.”
‘Werkgevers hebben een plicht’
Daarom vindt Ed het van groot belang dat uv-beschermende kleding en zonnebrandcrème verplicht wordt op elke bouwplaats. Net zoals een helm dat is. “Werkgevers hebben de plicht hun werknemers te beschermen. Ook tegen UV-straling”, is zijn overtuiging.
Voor dakdekkers heeft hij het al voor elkaar gekregen. Sinds vorig jaar is een verplichting opgenomen in de cao. “Ik zit in de cao-commissie en de FNV-sectorraad, en daardoor had ik de middelen om ervoor te strijden”, zegt hij trots. “Het maakt niet uit wat voor beschermende kleding werkgevers precies gaan aanbieden en ook niet welk merk zonnebrand het is. Als ze het maar doen. Als werknemers dit zelf moeten aanschaffen zijn ze zakken met geld kwijt. Voor bedrijven is dit niet zo duur.”
‘Werknemers kunnen het verhalen’
Maar wat als werkgevers hierop niet gecontroleerd worden? Heeft het dan wel zin? Ja, denkt Ed. Ook al is er nauwelijks of geen controle, hij gelooft dat de meeste werkgevers zich aan de verplichting zullen houden. “Stel dat een dakdekker huidkanker krijgt en hij kan aantonen dat zijn baas hem nooit bescherming heeft geboden, kan hij dat verhalen op zijn werkgever. Nu er een verplichting is staat hij sterk. Voorheen was het zijn eigen verantwoordelijkheid.”
Natuurlijk moeten werknemers de beschermende middelen dan wél gebruiken, geeft Ed toe. “Of dat altijd gebeurt, dat weet ik niet. Een helm is ook verplicht, maar wordt die altijd gedragen? Nee. Maar het is van belang dat werkgevers het aanbieden. Zij hebben daarin een verantwoording naar hun werknemers”, is zijn redenering.
‘Geen wrok’
Zelf heeft de dakdekker nooit die bescherming gehad. Gek is dat niet, stelt hij, in al die jaren dat hij al op het dak stond was er gewoonweg nog te weinig bekend over huidkanker. “Nee, ik koester daarover geen wrok tegen mijn werkgever. Niemand wist de gevolgen van UV-straling. Ook mijn baas niet. Toen er bij mij huidkanker werd geconstateerd heeft mijn werkgever wel direct zonnebrandcrème op de bouwplaats beschikbaar gesteld.”
Ed is blij dat hij de verplichting voor elkaar heeft gekregen in de dakdekkerscao, maar hij is nog niet klaar met zijn strijd. Nu de bouwcao nog. Ook al heeft FNV vijf jaar geleden als eens een mislukte poging gedaan dit te regelen, denkt de dakdekker dat hij goede kans maakt. “Ik weet dat werkgevers zichzelf liever niets verplichten. Maar ook voor hen is het van belang dat hun werknemers gezond blijven. Als ze ziek worden, moeten ze loon doorbetalen. Bovendien is er steeds meer bekend over uv-straling en de gevolgen daarvan. De tijd is er nu rijp voor”, stelt hij.
Tent met uv-bescherming?
In de toekomst hoopt Ed nog meer voor elkaar te krijgen. “Misschien is er over een paar jaar wel een uv-beschermende tent nodig, die je over een dak kunt spannen”, oppert hij. “Ik wil niet direct allemaal maatregelen erdoorheen jassen en tegen werkgevers zeggen: trek je portemonnee maar open. Maar de uv-straling wordt wel steeds agressiever. Wie weet zijn er in de toekomst nog méér maatregelen nodig.”
In de tussentijd probeert de strijder zoveel mogelijk bouwvakkers ervan te overtuigen zich goed in te smeren. “Ik ken gelukkig weinig anderen die huidkanker hebben gehad. Maar ik vrees wél dat er meer komen. Ik ben soms bang voor mijn collega’s. En vooral voor de jongere generatie. Die denken: ‘krijg de schijt, ik smeer me niet in’. Maar het is van zo’n groot belang dat wél te doen. Als ze niet luisteren, laat ik gewoon mijn foto’s zien. Dan zijn mensen meestal wel stil”, lacht Ed.
Helemaal schoon
De dakdekker kan gelukkig weer lachen. Ed is als het goed is weer helemaal schoon. Eind september moet hij wel op controle, maar hij is in de tussentijd gewoon aan het werk. “Vooral voor mijn vrouw en kinderen is dat een opluchting”, vertelt hij, voor het eerst met een wat triester glimlachje op zijn mond. “Zelf ben ik nooit bang geweest. Ik ben erg nuchter. Toen de dokter zei: nee, je gaat er niet dood aan, was mijn antwoord: oké, dan ga ik eerst een biertje drinken”, lacht hij.