‘Camouflageverf veroorzaakte mogelijk kanker’

wo 06 aug 2014, 12:03| lees voor

HENGELO –
Letselschade-expert Yme Drost gaat deze week het ministerie van Defensie aansprakelijk stellen voor kanker bij minstens 13 ex-werknemers van een voormalig NAVO-depot in de Overijsselse plaats Vriezenveen. De werknemers zouden kanker hebben gekregen door het onbeschermd werken met de giftige camouflageverf CARC (Chemical Agent Resistant Coating). Aan die verf werd tot 1991 het kankerverwekkende chroom VI toegevoegd.

Volgens Drost hebben zich al 13 zieke mensen of nabestaanden van kankerpatiënten bij zijn kantoor gemeld, nadat een oud-werknemer vorige week in regionale media zijn verhaal had gedaan. „Zo veel kankergevallen onder één groep werknemers wijst heel sterk op een causaal verband met de werkzaamheden in het NAVO-depot”, zegt hij.
In het depot, dat de Amerikanen tot 2003 in gebruik hadden, werd gebruikt oorlogsmaterieel weer opgeknapt. De camouflageverf was speciaal voor legerdoeleinden ontwikkeld. Dat het gebruik van de verf mogelijk gezondheidsrisico’s met zich meebracht, is volgens Drost destijds al eens door de ondernemingsraad op het depot aan de orde gesteld, maar weggewuifd door Defensie. De verf is op tal van plekken in de wereld gebruikt.
Volgens de letselschade-expert is Defensie aansprakelijk voor de geleden schade als het verband met de verf wordt aangetoond. Aansprakelijkheid geldt tot 5 jaar nadat de schade is ontdekt en daarvoor de verantwoordelijke persoon of instantie is aangewezen.

Voor meer informatie kijk ook op:

3 gedachten over “‘Camouflageverf veroorzaakte mogelijk kanker’”

  1. Dit moet u weten over Chroom-6 verf en Defensie
    Gepubliceerd: 11 november 2014

    Minister Jeanine Hennis-Plasschaert (Defensie) zal dinsdagavond door de Tweede Kamer aan de tand worden gevoeld over de voortgang in de onderzoeken naar het gebruik van giftige chroomverf bij Defensie. NU.nl zet op een rij wat u over deze kwestie moet weten.
    Wat is er aan de hand?

    Na onthullingen in diverse media is gebleken dat in de jaren 80 en 90 in werkplaatsen van Defensie personeel gewerkt heeft met chroomhoudend verf.

    De stof chroom-6, die in de verf en lak zit, is kankerverwekkend. Honderden (oud-)defensiemedewerkers hebben zich bij het ministerie gemeld met ernstige gezondheidsklachten.

    Wat is Chroom-6?

    Chroom-6 is een zeer giftige, zelfs kankerverwekkende stof die bovendien zeer slecht voor het milieu is. Defensie gebruikt de stof in de chroomhoudende verf en lak die straaljagers en tanks tegen roest moet beschermen. Bij het spuiten van de verf en schuurwerkzaamheden aan de gevechtsvliegtuigen en tanks, komt de giftige stof vrij.

    Wanneer het personeel hier niet goed tegen beschermd is, kan het onder meer allergische reacties veroorzaken. Bij inademing kan het ook leiden tot neusbloedingen, huiduitslag, maagzweren en zelfs lever- en nierschade of longkanker.

    Waarom werkt(e) Defensie met de kankerverwekkende verf?

    Waar Chroom-6 dus een zeer giftige stof voor mensen is, is de verf buitengewoon effectief in het weren van roest op de straaljagers.

    De stof is zelfs zo goed, dat wanneer Defensie zou overstappen op alternatieven dat grote veiligheidsrisico’s voor de piloten zou opleveren en de operationele inzetbaarheid van de straaljagers zou beperken.

    De landmacht schafte het gebruik van de verf in 1998 weliswaar af, maar de vliegbasis Leeuwarden gebruikt Chroom-6 nog steeds. Wel treft Defensie nu wel de nodige voorzorgsmaatregelen om het personeel te beschermen tegen de gifverf.

    Hoeveel (oud-)medewerkers zijn slachtoffer?

    Volgens de laatste Kamerbrief van minister Hennis, hebben inmiddels bijna negenhonderd (oud-)medewerkers, die met de giftige verf hebben gewerkt, zich gemeld bij het ministerie van Defensie. Het valt niet uit te sluiten dat dat aantal zal stijgen.

    Dat zij zich nu pas met gezondheidsklachten melden komt doordat de ontwikkeling van de ziektes, als bijvoorbeeld kanker, pas in een veel later stadium zichtbaar worden.

    Hennis heeft eerder aangegeven dat nog maar bewezen moet worden dat de gezondheidsklachten het directe resultaat zijn van de werkzaamheden voor Defensie.

    Hoe lang is weet Defensie van de ernstige gezondheidsklachten die kleven aan het gebruik van de chroomverf?

    Tot nu toe heeft Hennis “geen aanwijzingen dat de gezondheidsklachten zijn veroorzaakt door blootstelling aan de gevaarlijke stoffen boven de wettelijke waarden”.

    Maar onlangs meldde de NOS op basis van interne documenten dat het ministerie van Defensie al in 1987 op de hoogte was van de slechte bescherming van het personeel tegen de gifverf. Uit diezelfde documenten blijkt dat de Arbeidsinspectie in datzelfde jaar een onderzoek aankondigde naar chromaathoudende stoffen op vliegbasis Twenthe.

    In 1993 concludeert de inspectie dat op de vliegbasis Twente nog steeds “verboden handelingen” worden verricht. Personeel zou nog steeds niet goed beschermd worden tegen de gifverf. Het ministerie zou op de hoogte zijn van geweest van de kwestie. In 1994 stelt de inspectie een proces-verbaal op waarin melding wordt gemaakt van “strafbare feiten”. Een jurist van het ministerie zou hiervan op de hoogte zijn gesteld.

    De legerleiding lijkt de gezondheidsrisico voor het personeel echter te hebben ingecalculeerd en voor lief te hebben genomen dat een aantal medewerkers werd blootgesteld aan de chroomverf. De commandant van de vliegbasis zei in 1995 dat “het aantal werknemers dat wordt blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen niet groter mag zijn dan strikt noodzakelijk”.

    Wat doet Hennis?

    Minister Hennis gaat niet in op de ene na de andere onthulling die erop wijst dat Defensie wel degelijk op de hoogte was van de gezondheidsrisico’s van het werken met Chroom-6.

    Zij heeft het RIVM en de GGD opdracht gegeven de kwestie te onderzoeken. Uiteindelijk wil Defensie alle documenten die betrekkining hebben op de kwestie op het internet openbaar maken. Eind oktober werd de eerste aanzet gedaan door vijfhonderd documenten op het net te zetten. Defensie wil ‘zo transparant mogelijk zijn en het onderzoek ondersteunen’.

    Dat onafhankelijke onderzoek zal één tot twee jaar in beslag nemen, is de verwachting. In die tussentijd zal Hennis zich naar alle waarschijnlijkheid onthouden van inhoudelijk commentaar over de onthullingen gedaan in de media met een verwijzing naar dat de zaak onderzocht wordt.

    Wat is de kritiek?

    Partijen in de Tweede Kamer vinden één tot twee jaar wel erg lang voor het onderzoek. Zij eisen van de minister dat zij in de tussentijd een oplossing vindt voor alle (oud-)defensiemedewerkers die nu met gezondheidsproblemen zitten.

    De oppositiepartijen willen dat het onderzoek wordt versneld. Het CDA vindt dat Hennis zich achter het onderzoek verschuilt en op die manier niet hoeft te reageren op de onthullingen in de media.

    De SP vindt dat het onderzoek naar de gezondheidsklachten en naar de verantwoordelijkheid van het ministerie losgekoppeld moeten worden. Op die manier kan snel duidelijkheid worden verschaft over de rol van de defensietop in de continuering van het gebruik van de giftige verf.

    Ook is er ferme kritiek op de benoeming van oud-luchtmachtcommandant Freek Groen die het Chroom-6 onderzoek in goede banen moet leiden.

    De slager die zijn eigen vlees keurt, zegt de oppositie. Groen was in de jaren 90 op de vliegbasis Twente namelijk verantwoordelijk voor de spuiterij waar de verf werd gebruikt.

    D66 twijfelt niet aan de goede bedoelingen van Groen, maar vindt dat het onderzoek nog voor aanvang de schijn van belangenverstrengeling met zich meedraagt die onwenselijk is voor de onafhankelijkheid van het onderzoek. De sociaal-liberalen willen dan ook dat Hennis een andere taskforce-leider benoemt.

    De VVD en PvdA twijfelen niet aan de integriteit van de oud-luchtmachtcommandant. Een nieuwe taskforce-leider is dan ook niet aan de orde.

    Door: NU.nl/Avinash Bhikhie

  2. Dertien jaar waarschuwingen gifverf
    donderdag 2 okt 2014, 12:01 (Update: 02-10-14, 17:41)
    »
    De Arbeidsinspectie en leidinggevenden gaven alarmsignalen af NOS .Door redacteur Ardy Stemerding

    Uit de nu opgedoken documenten blijkt dat de risico’s van blootstelling aan onder meer het kankerverwekkende chroom-6 al lange tijd bij Defensie bekend waren. Niet alleen de Arbeidsinspectie, maar ook leidinggevenden bij vliegbasis Twenthe gaven alarmsignalen af aan de bevelhebber van de luchtmacht over de gevaarlijke werkomstandigheden. In chronologische volgorde:

    1985: De commandant van vliegveld Twenthe vraagt de bevelhebber der luchtstrijdkrachten om maatregelen “die de veiligheid van het personeel waarborgen.” Want: “De goede werking van het ventilatiesysteem wordt in twijfel getrokken.”

    1987: Een luitenant-kolonel van de vliegbasis meldt ongerustheid onder het personeel. De maatregelen die zijn genomen om hen extra te beschermen, noemt hij “mager.”

    1987: De Arbeidsinspectie kondigt metingen aan naar chroomverbindingen op de vliegbasis.

    1990: De inspecteur van de geneeskundige dienst van de Landmacht trekt in een brief aan de bel over de situatie op de NAVO-werkplaats in Vriezenveen: “De personen die vlak bij de verfwerkzaamheden (…) andere werkzaamheden uitvoeren en nagenoeg eenzelfde belasting aan oplosmiddelen etc. kunnen oplopen, dragen geen adembescherming.” Maatregelen om het personeel te beschermen noemt hij “dringend noodzakelijk”.

    1993: De inspectie beklaagt zich tegenover de leiding van de vliegbasis Twenthe dat er nog steeds onvoldoende is gebeurd. De inspecteur noemt dat “een teleurstellende zaak, daar het gaat om de veiligheid van uw personeel.”

    1994: De Arbeidsinspectie heeft inmiddels een proces-verbaal opgesteld, zo blijkt uit een vergaderverslag, waarin sprake is van strafbare feiten. In de vergadering op de vliegbasis is ook een jurist van het ministerie van Defensie aanwezig. Afgesproken wordt te “stoppen met het plegen van strafbare feiten en justitie voor te stellen de zaak te schikken”.

    1995: Commandant Godderij van de vliegbasis doet nieuwe voorstellen voor verbetering van de veiligheid. Hij heeft inmiddels wel geconcludeerd dat 100 procent bescherming niet mogelijk is: “Gesteld kan worden dat het aantal werknemers dat wordt blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen niet groter mag zijn dan strikt noodzakelijk.”

    1998: Uit een brief van staatssecretaris Van Hoof aan de Kamer blijkt dat in een hangar op de basis Twenthe nog altijd hoge concentraties chroom-6 vrijkomen “die het personeel zou kunnen inademen”. Uit stukken waaruit de NOS eerder citeerde, bleek dat de gezondheidsnorm tot 200 keer werd overschreden.

    Over de situatie op de vliegbasis Twenthe werd in 1998 gezegd dat die representatief was voor de overige werkplaatsen bij de luchtmacht waar de verf werd gebruikt.

  3. ‘Defensie weet al jaren van blootstelling aan kankerverwekkende stof’

    Minister van Defensie Jeanine Hennis Plasschaert tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer. Foto ANP/Martijn Beekman

    Binnenland
    Defensie weet al vijftien jaar dat medewerkers zijn blootgesteld aan hoge concentraties van een zeer kankerverwekkende stof. Dat concludeert de Volkskrant uit meetrapporten uit 1999 en 2002.
    In die rapporten staat dat op onderhoudsbases in de grensregio tot acht keer meer chroom-6 aanwezig was dan de norm destijds toestond. Inmiddels hebben zich volgens de krant rond de honderd ernstig zieke oud-werknemers gemeld bij letselschadeadvocaten. Zij lijden onder meer aan kanker en auto-immuunziekten en willen schadevergoeding.

    Eerder leken er nog ‘geen aanwijzingen’ voor gezondheidsrisico’s
    Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) schreef in juni nog dat zij ‘geen aanwijzingen’ heeft dat medewerkers structureel zijn blootgesteld aan te hoge concentraties gevaarlijke stoffen. Haar woordvoerder kan volgens de krant niet uitleggen hoe dat te rijmen is met de meetrapporten. “We doen op dit moment uitgebreid onderzoek. Tot dat is afgerond, zeggen wij niets.”

    De oud-medewerkers beschuldigen Defensie ervan de zaak in de doofpot te hebben gestopt. Volgens letselschadeadvocaat Rob Bedaux was allang een strafonderzoek gestart als het hier om een bedrijf zou gaan. “Maar bij de gezondheid van hun eigen medewerkers gooit de overheid er met de pet naar”, zegt hij in de krant.

    Stof zat in camouflageverf
    De kankerverwekkende stof zat in camouflageverf van Amerikaanse gevechtsvliegtuigen en tanks. Daar werd op vijf locaties, onder meer in Brunssum en Vriezenveen, onderhoud aan gepleegd. De verf en lak bleken het zeer giftige chroom-6 te bevatten. ‘Bij machinale schuurwerkzaamheden komen te hoge concentraties chroom-6 vrij’, staat volgens de krant in een rapport uit 1999. Ook was toen al duidelijk dat het ventilatiesysteem niet voldeed, waardoor mogelijk vergiftigde lucht niet werd afgevoerd.

    Destijds werd aanbevolen alleen nog buiten te schuren. Ook zou een extra werknemer met een speciale stofzuiger de vrijkomende deeltjes direct moeten opzuigen. Deze maatregelen zijn volgens oud-werknemers echter nooit getroffen.

    Ook zijn zij nooit op de hoogte gebracht van de meetrapporten. De arbeidshygiënist bij de arbodienst van Defensie die het onderzoek uitvoerde, Heinz Pol, stelt volgens de krant echter dat het voltallige personeel in Vriezenveen is voorgelicht in de kantine. (Novum)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *