bron:arbo-online.nl
Een boete krijgen voor een strafbaar feit, oké. Maar wat als die boete onevenredig hoog is? Want 10.800 euro boete voor een ongeval met poliklinische behandeling van een wijsvinger, dat is best fors.
Bij een bedrijf worden met behulp van een reachtruck en een hoogwerker enkele metalen liggers voor de bouw van een stelling omhoog gebracht. Op de hoogwerker nemen twee ‘vreemdelingen’ de onderdelen over.
Boete voor overtreding Arbobesluit: knelgevaar
Als een ligger op de lepels van de reachtruck blijft steken, probeert een van hen de ligger op te tillen, maar hij raakt met zijn hand beklemd tussen de andere liggers. Hij wordt in het ziekenhuis poliklinisch aan zijn vinger behandeld. Er volgt een boete van 10.800 euro wegens overtreding van art. 3.17 Arbobesluit (gevaar […..] bekneld te raken tussen voorwerpen, producten of onderdelen daarvan, wordt voorkomen of zoveel mogelijk beperkt). Het bezwaar van de werkgever wordt verworpen.
> LEES OOK: Knelplaatsen leveren gevaar op (RI&E-casus)
Werkgever: verhoging boete met factor vier onevenredig
In beroep van de werkgever oordeelt de rechtbank dat het boeterapport door de Inspecteur op ambtsbelofte is opgemaakt, zodat in beginsel van de juistheid wordt uitgegaan. Voor afnemen van een verhoor in het kader van een boeterapport bestaat geen verplichting tot inschakeling van een tolk of vertaler. Dat is hier wel gebeurd, van onzorgvuldig onderzoek door de Inspectie is dan ook geen sprake. De werkgever heeft verder aangevoerd dat verhoging van de boete met een factor vier wegens blijvend letsel of ziekenhuisopname als zodanig onevenredig is. De rechtbank is het met de werkgever eens: de minister had, uit oogpunt van evenredigheid, zijn beleid op het punt van de verhoging van het boetenormbedrag moeten differentiëren naar de mate van letsel.
Minister moet werken aan stelsel met evenredige boetes
Er bestaat op dit moment immers geen enkel verschil tussen zeer beperkt blijvend letsel zonder ziekenhuisopname of zeer zwaar letsel mét ziekenhuisopname en blijvende invaliditeit tot gevolg, zoals een dwarslaesie (zie: Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving, art. 1, lid 10). Daarmee is de Beleidsregel in zoverre onredelijk. Het ligt op de weg van de minister om bedoelde verhoging nader te bezien. En om te werken aan een stelsel dat voldoende gedifferentieerd is, met boetes die wel evenredig zijn. Het beroep is om deze reden gegrond. De gewonde is poliklinisch aan zijn wijsvinger geholpen. Omdat sprake is van (licht) blijvend letsel en geen ziekenhuisopname wordt de boete met 50 procent verminderd en bepaald op 5.400 euro.
Bron: Rechtbank Rotterdam, 7 juli 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:5176
Auteur: Rob Poort | Bureaupoort.nl
> Tip: bijblijven met jurisprudentie en de Arbowet? Kom naar de Arbo Actualiteitendag.