ARBO-BOETE; WERKGEVER OF NIET?

Door: Cornelis van der Sluis Bestuurs- en Omgevingsrecht

In meerdere blogs is ingegaan op voor de praktijk relevante ontwikkelingen waar het gaat om het opleggen van boetes vanwege arbeidsongevallen of andere overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet. Vraag één die gesteld moet worden, is of wel sprake is van een overtreding van die wet. Daarvan kan pas sprake zijn als zich iets heeft voorgedaan met een werknemer die daarbij onder verantwoordelijkheid van een werkgever opereerde. Een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam laat zien dat dit een belangrijke hobbel is om te nemen.

Training van de de brandweer

Aanleiding vormde een training van de Brandweer waar een persoon (bevelvoerder) aan had deelgenomen. Tijdens een oefening viel deze persoon voorover in een trapgat, op een betonnen vloer. Een val van 3,5 meter met de nodige fysieke consequenties. De minister is van mening dat tussen de onderneming die de training verzorgde en de bevelvoerder sprake is van een werkgever-werknemerrelatie. Dit vanwege het feit dat de werkzaamheden werden verricht onder gezag van degene die de boete opgelegd kreeg. De vermeende overtreder was het daar niet mee eens.

Werkgever+

De rechtbank – geconfronteerd met deze patstelling – gaat uitvoerig in op het werkgeversbegrip uit de Arbeidsomstandighedenwet. Overwogen wordt dat het bestaan van een gezagsverhouding cruciaal is en – hoe bijzonder – dat begrip nu net weer niet in de wet is gedefinieerd. Dus zijn alle relevante feiten en omstandigheden van belang. Niet doorslaggevend is, dat sprake is van een arbeidsovereenkomst of een publiekrechtelijke aanstelling. Want ook in andere omstandigheden kan arbeid onder gezag worden verricht. Volgens de Memorie van Toelichting moet hierbij worden gedacht aan stagiaires en mensen die vrijwilligerswerk verrichten.

Maar niet werkgever++

Deze extra ‘verbreding’ vindt de rechtbank niet maatgevend voor de situatie die zich hier voor doet. Het gaat hier immers om een situatie dat een werknemer voor zijn werkgever een training volgt bij een derde partij. Om deze derde partij dan gedurende de training als werkgever aan te merken, vindt de rechtbank niet in overeenstemming met (de bedoeling van) de Arbeidsomstandighedenwet. Dat er tijdens een training instructies worden gegeven die dienen te worden opgevolgd, betekent nog niet dat gesproken kan worden van een gezagsverhouding zoals bij een werkgever-werknemerrelatie aldus de rechtbank. Dat de trainer toezicht hield maakt dat niet anders. Te meer nu de Brandweer een opdracht had gegeven aan de trainer die strikt genomen dus slechts de faciliteiten beschikbaar stelde. De oefening stond dus onder leiding van de Brandweer en niet degene die nu de boete was opgelegd.

Wordt een boete opgelegd, stel dan altijd eerst de basisvragen. Een goede vraag kan zo maar voorkomen dat EUR 21.600,– moet worden opgehoest.

 

.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *