Het arbeidsomstandighedenbeleid wordt al twee decennia gekenmerkt door deregulering en zelfregulering. De verantwoordelijkheid voor gezond en veilig werken ligt inmiddels voor een belangrijk deel bij werkgevers en werknemers. Maar hoe succesvol is dit beleid?
De redactie van de Praktijkgids Arbeidsveiligheid gaat op zoek naar antwoorden, heeft daarbij een mening over de actuele staat van arbeidsveiligheid in Nederland en doet suggesties voor verbeteringen.
Peter Ladage, Dirk Muis en Mart van der Steeg vormen al een aantal jaren de redactie van de succesvolle Praktijkgids Arbeidsveiligheid. Samen hebben ze bijna 100 jaar werkervaring. Daarmee zijn ze bij uitstek kenners van de praktijk van arbeidsveiligheid, ook al zijn zij in hun huidige functies vooral beleidsmatig actief. “Maar ik kom nog regelmatig op de werkvloer”, vertelt Muis. “Dat is nodig, want vanachter je bureau kan je niet goed adviseren.”
Arbeidsveiligheid in Nederland behoorlijk goed op orde
Door die jarenlange praktijkervaring blijkt het voor Ladage vrij eenvoudig een algemeen oordeel te geven over de staat van arbeidsveiligheid in Nederland anno 2020. “Vooral tijdens vakanties valt mij altijd weer op hoe goed we het in Nederland hebben geregeld. Ik was recentelijk in Marokko en schrok ervan hoe men daar werkt. Op de projecten waar ik word ingehuurd, heeft het bedrijf een risico-inventarisatie & -evaluatie. Bovendien krijgen medewerkers persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld en werken ze met gekeurd materieel. Natuurlijk kunnen zaken altijd beter. Maar ik denk dat we de arbeidsveiligheid in Nederland behoorlijk goed op orde hebben.”
Toch blijft aantal arbeidsongevallen al jaren stijgen
Ik was recentelijk in Marokko en schrok ervan hoe mensen daar werken
Maar hoe kan het dan dat het aantal (dodelijke) arbeidsongevallen al een aantal jaren op rij stijgt? Van der Steeg: “Met die ongevalscijfers moet je voorzichtig omgaan. Je moet ze over een langere periode bekijken en ze echt in perspectief zien. Want hoe zijn die cijfers precies opgebouwd? Misschien stijgen ze wel, omdat er beter wordt gemeld.”
Muis herkent zich hierin, maar volgens hem is er ook sprake van een meer fundamentele ontwikkeling die de stijging verklaart. “Doordat er in bedrijven steeds meer aandacht is voor veiligheid in het algemeen, krijgen ze automatisch meer aandacht voor arbeidsveiligheid. Die bedrijven komen daardoor op een hoger niveau in de veiligheidsketen en zijn dan eerder bereid om een ongeval te melden.”
Verantwoordelijkheid voor arbeidsveiligheid blijft lastig
Het is duidelijk dat de stijgende ongevalscijfers voor de redacteuren niets afdoen aan hun positieve oordeel over het in hun ogen hoge niveau van arbeidsveiligheid. Toch erkennen zij dat ze wel illustreren dat er in de praktijk nog steeds zaken fout gaan. Op zoek naar een verklaring stelt Van der Steeg: “Het eigenaarschap, de verantwoordelijkheid voor arbeidsveiligheid, dat blijft lastig. Mensen zijn toch vaak geneigd het buiten zichzelf te zoeken, ook als het gaat om hun eigen gedrag. Dat zouden we moeten verbeteren.”
Het eigenaarschap, de verantwoordelijkheid voor arbeidsveiligheid, blijft lastig
Volgens Muis is het zaak daar inderdaad meer energie in te stoppen. “Ik denk dat we het begrip gevaar en risico goed moeten uitleggen in de bedrijven. En misschien ook aan de media. Iedereen begrijpt natuurlijk dat het gevaar van bijvoorbeeld kwartsstof voor elke werknemer even groot is. Maar iedereen begrijpt ook dat het risico – kans x effect – op gezondheidsschade groter is voor iemand met dagelijkse blootstelling.”
Voor veiliger werken moet beleid aansluiten bij praktijk
“Met andere woorden, voor veiliger werken moet het beleid aansluiten bij de praktijk”, stelt Van der Steeg. Want daar is waar het – ook volgens Ladage en Muis – schuurt en verbeterslagen te maken zijn. Maar na jaren van deregulering en zelfregulering is het een interessante vraag wie hiervoor nu verantwoordelijk is en daarin het voortouw zou moeten nemen?
Kijkend naar de rol van de overheid zijn de mannen eensluidend in hun oordeel: deregulering was, is en blijft voor hun een goede zaak. Wel zien ze een verbeterpunt als het gaat om de handhaving door de Inspectie SZW. Muis: “Gelukkig is er de laatste tijd wel een verandering zichtbaar in het optreden van de inspectie. Ze hebben niet langer de focus op alleen maar boetes. Ze stimuleren bedrijven nu ook om zelf ongevallen te onderzoeken en vervolgens te investeren in preventieve maatregelen.” Een goede ontwikkeling, vindt ook Van der Steeg: “In algemene zin maakt I-SZW zeker een verbeterslag door. Maar wees eerlijk, veilig werken doe je toch niet voor de inspectie?”
Arbeidsveiligheid ligt vooral bij werkgevers en werknemers
Is het dan toch aan de werkgevers en de werknemers, bij wie de afgelopen tien jaar in het kader van zelfregulering al een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid voor arbeidsveiligheid is neergelegd? Een verantwoordelijkheid die overigens door de werkgevers goed is opgepakt, zo stelt Ladage: “Mijn ervaring is dat elke werkgever zijn werknemers aan het einde van de dag gezond en veilig naar huis wil zien gaan. Die motivatie is er echt. Grote bedrijven hebben vaak een stafafdeling met fulltime medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het arbeidsveiligheidsbeleid. Bovendien wordt veilig werken meestal vanuit de directies gestimuleerd.”
Ik denk dat we het begrip gevaar en risico goed moeten uitleggen in de bedrijven
En welke rol spelen tenslotte de werknemers, waarover Van der Steeg eerder opmerkte dat zij nogal eens geneigd zijn de verantwoordelijkheid voor arbeidsveiligheid buiten zichzelf te zoeken. “Mensen zijn nu eenmaal allereerst met hun dagelijkse werk bezig en denken niet constant aan veiligheid”, licht hij deze constatering verder toe. “Daarom is voorlichting en continue interactie met werknemers belangrijk. Wees daarbij realistisch, vraag niet het onmogelijke, en houd veiligheidsvoorschriften actueel en werkbaar.”
100 procent veiligheid bestaat niet; 90 procent op orde
Dit positieve verhaal over de rol van de overheid, de werkgevers en toch ook de werknemers maakt duidelijk wat Ladage bedoelde toen hij aan het begin van het interview stelde dat de arbeidsveiligheid in Nederland op orde is. Hij benadrukt dat nogmaals: “Als ik het in een percentage zou moeten uitdrukken, zeg ik dat het voor 90 procent op orde is. En ja, dan gaat er dus 10 procent nog niet goed. Dat laatste cijfer kan je uitvergroten, maar je kunt ook zeggen dat er heel veel wel gewoon goed gaat.”
“Bovendien weten we allemaal dat 100 procent veiligheid niet bestaat”, wil Van der Steeg nog wel een keer naar voren brengen. “Om dat laatste beetje van 10 procent te verbeteren, is bovendien veel meer inspanning nodig dan voor die eerste 90 procent.”
Veiligheid hoort in DNA van iedere vakman te zitten
Ten slotte brengt Van der Steeg ter sprake dat het belangrijk is dat het onderwerp arbeidsveiligheid wordt opgenomen in de verschillende beroepsopleidingen. “Als je een vak leert, is het ook van belang dat je leert wat veiligheid is. Het is toch raar dat iemand nu pas op het moment dat hij gaat werken iets over arbeidsveiligheid te horen krijgt? Veiligheid hoort in het DNA van de vakman te zitten. Daar is nog veel te winnen.”
Daarbij zou hij graag de Praktijkgids Arbeidsveiligheid willen inzetten. “Ons boek wordt nu vooral gebruikt in veiligheidsopleidingen, maar het zou eigenlijk ook moeten worden gebruikt in alle beroepsopleidingen. Daarom is het zaak voor ons als redactie van de Praktijkgids de aansluiting met de praktijk te behouden.”
Door: Arjen de Kort