De Inspectie SZW, voorheen Arbeidsinspectie, zal meer capaciteit gaan vrijmaken om beroepsziekten aan te pakken.
De Inspectie SZW, een samenvoeging van de voormalige Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wil naar eigen zeggen meer aandacht besteden aan inspecties die gericht zijn op het voorkomen dat mensen ziek worden door het werk.
Dat meldt het NCRV programma Altijd Wat Monitor.
Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) lopen jaarlijks naar schatting 50.000 Nederlanders een beroepsziekte op, meldt het programma. Daarnaast zouden er drieduizend mensen per jaar aan een door het werk veroorzaakte ziekte overlijden.
De Inspectie SZW zegt te erkennen dat er extra aandacht nodig is om beroepsziekten aan te pakken en geeft aan dat er een intensivering plaats moet vinden.
Schade
Volgens Altijd Wat Monitor gebruikt de inspectie 70 procent van haar capaciteit om ongevallen op het werk terug te dringen. De rest van de capaciteit zou worden ingezet om de arbeidsomstandigheden te verbeteren om op die manier het ontstaan van beroepsziekten tegen te gaan.
De jaarlijkse maatschappelijke schade veroorzaakt door werk blijkt voor 93 procent voort te komen uit beroepsziekten. Slechts 7 procent daarvan komt voor rekening van ongevallen, blijkt uit onderzoek van het programma.
“Er wordt nu veel tijd gestoken in arbeidsongevallen en preventie daarvan. Er moet heel veel meer in beroepsziekten geïnvesteerd worden dan in ongevallen”, meent onderzoeker arbeidsomstandigheden aan de Universiteit van Amsterdam, Jan Popma.
De Inspectie zou aan Altijd Wat Monitor hebben uitgelegd dat ze inderdaad veel tijd besteedt aan het onderzoeken van arbeidsongevallen, omdat de wet daar nou eenmaal toe verplicht.