Overgenomen van Cobouw; door: Petra Platschorre
Tien jaar werkt de bouwsector nu in de GCVB samen om de veiligheid te verbeteren. Een van de lessen: heb geduld, en stop met wij-zij-denken.
Stop met het wij-zij-denken op de bouwplaats. Alleen dan organiseer je veiligheid echt in alle lagen van de keten. Dat is de kern van het verhaal van Frans van Ekerschot (chief safety officer bij het Rijksvastgoedbedrijf) en Mathijs Bakker (manager veiligheid bij de infradivisie van Dura Vermeer).
Beiden zijn lid van de kerngroep van de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB). Dit jaar bestaat die organisatie tien jaar.
De betrokken opdrachtgevers en -nemers houden zich dus al een decennium gezamenlijk bezig met de vraag: hoe zorg je dat de hele keten veilig werkt?
De grootste winst zit volgens de veiligheidsmanagers in de cultuuromslag die moet plaatsvinden. Het wij-zij-denken moet eruit. “Als je niet bij hetzelfde bedrijf werkt, is het ‘die andere partij’”, zegt Bakker. “We moeten er op sturen dat we elkaar als mens behandelen. En niet als ‘poppetjes’ die we even invliegen.”
Ga respectvol en eerlijk met elkaar om, is Bakkers advies. “Bij grote bedrijven leeft al veel meer het idee dat je mag stoppen als het werk niet veilig is. Maar de kleine bedrijven denken natuurlijk: ‘ik ben afhankelijk van die grote bouwer’. Nou, ook zij mogen het werk stilleggen. Graag zelfs.”
Lange adem
Ook helpt het als bedrijven vaker met vaste teams werken, denkt Bakker. Maar nog belangrijker is het werknemers tijd te gunnen om veilig te werken. “Veiligheid kost niet per se meer geld, maar het kost zeker tijd.” Uitvoerders moeten op de bouwplaats bijvoorbeeld meer tijd krijgen om veilig werken af te stemmen of om personeel extra uitleg te geven over het werkproces. Onveilig werken kost uiteindelijk alleen maar meer geld, zegt Van Ekerschot.
Van Ekerschot ziet ook bij opdrachtgevers een beter besef ontstaan over hun verantwoordelijkheden in de keten. Snel gaat het niet. “We zijn al tien jaar met het onderwerp bezig. Je kunt vragen: kan het niet sneller? Maar ik denk dat het tijd nodig heeft om een cultuurverandering door te voeren. Het is ook een kwestie van een lange adem, consistent samen optrekken en je niet laten afleiden door andere zaken.”
Complexere gebouwen
Vakbond FNV pleit al jaren voor het inperken van het aantal schakels in de bouwketen. Zo houd je beter zicht op misstanden en kun je arbeidsuitbuiting en ongevallen tegengaan. FNV is niet de enige partij die pleit voor kortere ketens. In 2022 publiceerde een speciale commissie in opdracht van de provincie Zuid-Holland een rapport over het werk aan de Corbulotunnel. Tijdens de bouw vonden tientallen kleinere en grotere ongevallen plaats, waarvan een met dodelijke afloop. Het advies van de onderzoeksgroep aan de provincie als opdrachtgever: stop met ellenlange ketens.
Van Ekerschot herkent de oproep. Hij verbaast zich ook wel eens over hoe vaak opdrachten worden doorgeschoven naar onderaannemers. Bij het Rijksvastgoedbedrijf leeft de vraag wel of ketens niet korter kunnen, erkent hij.
Aan de andere kant “hebben we er ook mee te dealen.” De vraag is namelijk of het wel anders kán, zegt Van Ekerschot. Gebouwen worden immers alleen maar complexer, door bijvoorbeeld duurzaamheidseisen en digitalisering. Dat vraagt om betrokkenheid van gespecialiseerde bedrijven. Deze specialisten zorgen voor innovatie en dat moet je koesteren, vindt Van Ekerschot. “Die specialisaties hebben we ook nodig. Dus ik begrijp waarom het gebeurt, al vind ik het aantal schakels ook wel veel.”
Duidelijke afspraken
De vraag is vooral wanneer de keten echt een probleem wordt, stelt Van Ekerschot. “Volgens mij is dat wanneer je twintig verschillende partijen op een bouwplaats hebt, waarbij iedereen invulling geeft aan zijn eigen verantwoordelijkheid. Op het moment dat je op een bouwplaats bent waar duidelijke afspraken gelden en je weet dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is – ongeacht of je bij bedrijf A, B, of C werkt – krijg je een andere situatie.”
Belangrijker vinden de veiligheidsexperts dus de focus op hoe je kunt voorkomen dat iedereen op de bouwplaats zich als individu gedraagt. Van Ekerschot: “Ik weet niet in hoeverre wij vanuit de veiligheidskant invloed hebben op het aantal schakels, maar we hebben wel invloed op hoe we ermee om moeten gaan.”
Continu herhalen
Ook het leiderschap speelt een rol, vindt Bakker. Topmannen moeten blijven uitstralen dat veilig werken belangrijk is, stelt Bakker. “En ik geloof ook echt dat de ceo’s van grote bedrijven erin geloven. De praktijk kan soms weerbarstig zijn, maar als je continu op veiligheid stuurt, dan gaat de mindset veranderen. Uiteindelijk is iedereen dan opgevoed met het feit dat veiligheid belangrijk is.”
Leiderschap en consistentie dus. Het instrument Veiligheid in Aanbestedingen (ViA) dat begin 2022 werd ingevoerd, moet daarbij helpen. Door het veiligheidsbewustzijn als verplichting op te nemen in aanbestedingen en contracten, wordt dit aspect in de cultuur meetbaar en inzichtelijk gemaakt. Het aantal bedrijven en opdrachtgevers dat zich bij dit initiatief aansluit, groeit. We moeten niet de illusie hebben dat we het wel eventjes oplossen”
Het Rijksvastgoedbedrijf is daarover ook in gesprek met andere overheden, zoals provincies, gemeenten en waterschappen. “Je wilt dat al die organisaties hetzelfde werken”, zegt Van Ekerschot. “Want dan gaat de olievlek werken. Onderaannemers merken dan dat bij bijvoorbeeld het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, ProRail en straks ook de waterschappen allemaal dezelfde eisen worden gesteld.”
Geen illusies
Terugkerend thema in de gesprekken over veiligheid: geduld. “We moeten niet de illusie hebben dat we het wel eventjes oplossen”, zegt Van Ekerschot. “In onze kerngroep zitten heel veel ongeduldige mensen die door willen en dat begrijp ik. Maar we moeten onszelf soms ook dwingen om achterom te kijken en te zien wat we al bereikt hebben.”
Naar trede drie
In eerste instantie zou het veiligheidsniveau in ViA met ingang van volgend jaar worden aangescherpt. Nu wordt nog trede twee van de Veiligheidsladder uitgevraagd. De initiatiefnemers willen naar trede drie als basiseis, maar de aanscherping is uitgesteld naar 1 juli 2026. Voor kleine bedrijven is er nog geen goede manier om een hoger niveau te certificeren. Er wordt nu gewerkt aan een oplossing om kleine bedrijven toch mee te krijgen in het systeem. Volgens Van Ekerschot is er lang overlegd over het uitstel. Gecertificeerde bedrijven zouden graag in de hele keten hogere eisen stellen aan de veiligheidscultuur. “Maar we vinden het belangrijker om de hele sector mee te krijgen op een bepaald niveau.” Een progressief level playing field is het uiteindelijke doel. “Maar in eerste instantie dus vooral een level playing field.”
Lees ook:
Extra aandacht voor veiligheid, maar wordt de bouw ook veiliger? Deze aanbevelingen moeten de bouw veiliger maken