Elk jaar gebeurt 2% van de ernstige ongevallen, dat zijn er ongeveer 190, op de locatie van wegwerkzaamheden. Zo'n twintig daarvan hebben een dodelijke afloop. Dit blijkt uit onderzoek van de SWOV. Snelheidsmaatregelen als handhaving en dynamische snelheidsinformatie kunnen helpen bij het verlagen van de snelheid op dergelijke locaties.
Het gaat vaak om kopstaartbotsingen en vrachtverkeer is oververtegenwoordigd bij dit soort ongevallen. Bij verreweg de meeste wegwerkongevallen zijn geen wegwerkers, maar alleen "gewone" verkeersdeelnemers betrokken. Hoewel het aantal slachtoffers onder wegwerkers beperkt is, is de kans op een dodelijk ongeval voor wegwerkers groter dan in de bouwnijverheid in het algemeen. Het blijkt dat de helft van de wegwerkers zich altijd of vaak onveilig voelt tijdens de wegwerkzaamheden.
Bij 14% van de wegwerkongevallen is een vrachtauto betrokken; dat is het geval bij 6% van de overige ongevallen. Iets meer dan de helft van de ongevallen gebeurt buiten de bebouwde kom. Maar relatief veel van de ongevallen gebeuren op rijkswegen. Daarnaast is de ongevalskans 's nachts over het algemeen hoger. Veel van de ongevallen gebeuren in de maanden juni, september, oktober en november. Dit kan worden verklaard uit het feit dat juist in deze maanden de meeste wegwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Snelheidsmaatregelen als handhaving en dynamische snelheidsinformatie kunnen helpen bij het verlagen van de snelheid bij werk-in-uitvoering locaties, aldus de SWOV. Botsabsorbers en andreasstrips verminderen het risico op ongevallen en verlagen de ernst van de ongevallen. Verder moet de aanduiding van het werkvak en de geleiding van het verkeer moeten helder en duidelijk zijn, zodat de weggebruiker tijdig op de werkzaamheden wordt geattendeerd en weet wat er van hem verwacht wordt. Tevens dient er voldoende ruimte of afscherming te zijn tussen de wegwerkers en het wegverkeer.