Overgenomen van:Inspectiewerkt.nl
De ‘eenzame’ duiker die even een ‘klusje’ doet, zoals een net uit een schroef halen, zonder reserveduiker of duikploegleider. En als het dan mis gaat? Dan kan het goed mis gaan. Duiken dat doe je niet zomaar. Of het nu gaat om professionele duikers, vrijwillige duikers of sportduikers, duiken is risicovol. De regels zijn helaas niet bij iedereen bekend. Reden om aan specialist Wim Klever van de Inspectie te vragen om hier meer duidelijkheid over te geven.
De professionele duikers
“Professionele duikers verrichten vaak onderwater werkzaamheden, zoals lassen, hogedrukspuiten hanteren, constructie en onderhoud en bergingswerk. Duikers die deze duikarbeid verrichten moeten een geldig persoonscertificaat hebben, en deze elke vier jaar laten vernieuwen”, zegt Wim Klever. “Een duiker moet in goede lichamelijke en geestelijke gezondheid zijn, goed getraind en de nodige kennis en vaardigheden hebben!”
Er zijn verschillende persoonscertificaten die alleen verstrekt worden door een aangewezen instelling. Dit zijn Defensie Duikschool, Hobéon SKO B.V., Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) en Stichting Nederlands Duikcentrum Certificatie Instelling. Daarnaast moeten deze duikers jaarlijks een arbeidsgezondheidskundig onderzoek laten doen. Sportduikcertificaten zijn voor professioneel duiken niet relevant, en kunnen dan ook niet de wettelijke persoonscertificaten vervangen.
Er zijn een paar uitzonderingen waarbij een duiker geen certificaat hoeft te hebben. Bijvoorbeeld als je in opleiding bent. Of studenten in onderwijsinrichtingen (in het bezit van een sportduikbrevet) die lichte duikwerkzaamheden verrichten in het kader van wetenschappelijk onderzoek als aanvulling op een duikploeg. Maar ook deelnemers aan een training voor het veilig ontsnappen uit een object onder water.
Voor de veiligheid wordt er altijd gedoken met een duikploeg. Zo’n duikploeg bestaat uit een of meer duikers, bijgestaan door een reserveduiker en een ploegleider. De duikploegleider (die een certificaat duikploegleider heeft) verricht geen duikarbeid. De reserveduiker (die een duikcertificaat heeft) mag alleen duikarbeid verrichten bestaande uit het verlenen van hulp en het redden van een duiker, en moet op de duiklocatie klaar staan. Daarnaast moet er in de nabijheid van de duiklocatie iemand zijn in bezit van het certificaat duikmedisch begeleider, die duikers adequaat medisch begeleiden kan. Dus een duikploeg bestaat minimaal uit drie personen, als de duikploegleider of reserveduiker het certificaat duikmedisch begeleider hebben. Als daar een apart persoon voor is, dan bestaat de ploeg in ieder geval uit vier personen.
Er is is één uitzondering. Als er gedoken wordt in water met een maximale diepte van negen meter, een maximale stroomsnelheid van een halve meter per seconde, én er geen voorzienbare kans bestaat dat de duikers in moeilijkheden komen, kan de duikploeg uit twee personen bestaan als de duikploegleider dan tevens optreedt als reserveduiker en duikmedisch begeleider.
Maar daarmee is het nog niet veilig genoeg om te duiken. Er moet ook een schriftelijke werkinstructie zijn waarin de veiligheidsvoorzieningen en noodprocedures voor die locatie beschreven staan. Er moet gedoken worden met goed (gekeurd) materiaal, voldoende ademgas van goede kwaliteit, en er moet een eerste-hulpuitrusting zijn. Iedere duiker moet een persoonlijk duiklogboek bijhouden. Bepaalde duiken met grotere risico’s, zoals dieper duiken dan negen meter en in stromend water, moeten vooraf bij de Inspectie gemeld worden.
Wim waarschuwt: “De Inspectie controleert regelmatig. En bega je een overtreding, zoals het niet hebben van een juist persoonscertificaat of het niet melden van een meldingsplichtige duik, dan leggen we een boete op”.
Vrijwilligers en duikarbeid
Er zijn ook vrijwilligers die duikarbeid verrichten. Het is een misverstand dat de regels voor duikarbeid alleen voor duikers in loondienst of als zelfstandige gelden. Dezelfde regelgeving geldt ook voor vrijwilligers en degene bij wie vrijwilligers duikarbeid verrichten! Dat is logisch, daar zijn immers dezelfde specifieke gevaren en risico’s bij. Het is zo dat bij wie vrijwilligers werkzaam zijn aangewezen is als de verantwoordelijke voor de naleving van de verplichtingen in het Arbobesluit. Het doel hiervan is de veiligheid en gezondheid van deze vrijwilligers te beschermen.
Wat is duikarbeid? Arbeid is het ‘verrichten van bezigheden die nut hebben voor degene die de arbeid verricht of voor een ander of voor de maatschappij’. Dat geldt ook voor arbeid onder water. Duikarbeid is volgens het Arbobesluit ‘het verrichten van arbeid in een vloeistof of in een droge duikklok met inbegrip van het verblijf in die vloeistof of in die droge duikklok, waarbij voor de ademhaling gebruik wordt gemaakt van een gas onder hogere druk dan de atmosferische druk’. Hierboven staan al voorbeelden van duikarbeid genoemd, maar ook het schoonmaken van de zeebodem of zwembad en het zoeken naar archeologische artefacten of vermiste personen kan duikarbeid zijn. Duikarbeid is een breed begrip.
Wat is een vrijwilliger? In de Arbowet staat daarover: ‘Een vrijwilliger is de persoon, die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een privaatrechtelijk of publiekrechtelijk lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting dan wel voor een sportorganisatie en die geen werknemer is in de zin van artikel 2 van de Wet op de loonbelasting 1964.’ Het gaat over georganiseerd, onbetaald en onverplicht werk, voor anderen of voor de samenleving.
Sportduiken en het Arbobesluit
Als sportduikinstructeur of sportduikvereniging heb je ook te maken met het Arbobesluit. Ook degenen die zelfstandig of voor een duikschool, -stichting of -vereniging sportduikinstructie geven, moeten daaraan voldoen. Voor de sportduikinstructeur gelden echter niet alle regels die voor een professionele duiker of vrijwilliger gelden.
Je moet in ieder geval in goede lichamelijke en geestelijke toestand verkeren om de gevaren van duiken te onderkennen en te voorkomen of te beperken. Er wordt niet meer gesproken over een geneeskundig- of medisch onderzoek. Niettemin geeft de toelichting op het Arbobesluit aan dat het belang van een medisch onderzoek onverlet is. Daarnaast moet er een deugdelijke schriftelijke werkinstructie, een adequate eerste hulp uitrusting, en deugdelijk materiaal zijn. Ook moet er voldoende ademgas van voldoende kwaliteit zijn. Let op: mocht aan een van deze eisen niet voldaan worden, geldt de uitzondering niet en dan gelden alle regels die voor een professionele duiker gelden. De Inspectie heeft in 2013 in samenwerking met de duiksportwereld al een brochure uitgebracht, ‘Sportduikinstructie en de regels’, waarin uitgebreid wordt ingegaan over wat iedere sportduikinstructeur zou moeten weten.
Duck test
“We hopen dat duikers of degenen die bij duikarbeid betrokken zijn, zich bewust zijn van de regels die gelden voor onder meer duikarbeid. Het gaat over de eigen veiligheid van de duikers. De regelgeving beoogt de risico’s zoveel mogelijk weg te nemen aldus Wim. Die nog wel even de ‘Duck test’ onder de aandacht wil brengen. “If it looks like a diver, swims like a diver, and quacks like a diver, then it probably is a professional diver.”