Zijn er verschillen tussen Nederland en andere landen?
Dodelijke arbeidsongevallen in Nederland relatief laag
Nederland ligt onder het EU15 gemiddelde met arbeidsongevallen die leiden tot de dood (zie figuur 1). Het aantal dodelijke arbeidsongevallen per 100.000 werknemers is het hoogst in Litouwen en Portugal en het laagst in Groot-Brittannië en Griekenland (Eurostat, 2009). Een arbeidsongeval is een ongeval dat door of tijdens de uitoefening van betaalde arbeid (in loondienst of zelfstandig) plaatsvindt. Een dodelijk ongeval wordt gedefinieerd als een ongeval dat leidt tot het overlijden van het slachtoffer binnen een jaar na het ongeval. Deze definitie wijkt af van de in de Nederlandse statistieken gehanteerde definitie. Daarin wordt een dodelijk ongeval gedefinieerd als een ongeval dat binnen 30 dagen na het ongeval leidt tot het overlijden van het slachtoffer (CBS-NND). Door het hanteren van een andere tijdsduur tussen ongeval en overlijden is er mogelijk sprake van een onderschatting voor Nederland.
Aantal arbeidsongevallen in Nederland relatief laag
Nederland neemt een gunstige positie in binnen de EU15 wat betreft arbeidsongevallen die leiden tot verzuim van vier dagen of langer (ernstige ongevallen). In Spanje is de incidentie van ernstige ongevallen het hoogst binnen de EU-15, ruim 5.700 per 100.000 werknemers. In Zweden, Ierland en Groot-Brittannië schommelt dit cijfer tussen de 1.100 en 1.300 (Eurostat, 2008; figuur 2) Dit blijkt uit het ESAW (European Statistics on Accidents at Work) project. Doel van het project is in de hele Europese Unie vergelijkbare gegevens over arbeidsongevallen te verzamelen en een databank op te zetten. Vooralsnog zijn er alleen voor de EU15 gegevens beschikbaar.
Ongevallen op oudere leeftijd eerder fataal
Het vóórkomen van ongevallen tijdens het werk hangt sterk samen met de bedrijfstak en de leeftijd van werknemers. Relatief treedt het grootste deel van de dodelijke arbeidsongevallen op in de leeftijdsklasse van 55-64 jaar, rond de acht per 100.000. In de leeftijdsgroep 25-34 jaar ligt dit cijfer rond de vier per 100.000 (gegevens voor 2001;Eurostat, 2004). De ongevallen met niet-dodelijke afloop is ongeveer 50% hoger in de leeftijdsgroep 18-24 jaar dan in alle andere leeftijdscategorieën (Eurostat, 2004). Binnen de EU-15 levert werken in de bouw het grootste deel van de ongevallen die leiden tot langdurig verzuim, gevolgd door de categorie landbouw, bosbouw en de jacht (Eurostat, 2004).
Aantal ongevallen afgenomen dankzij voorschriften van de EU
Binnen de EU is het aantal dodelijke en niet-dodelijke ongevallen op de werkvloer de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen dankzij de invoering van EU-voorschriften op het gebied van gezondheid en veiligheid (Eurostat, 2004). In de periode 1994-2001 is het aantal dodelijke arbeidsongevallen in de EU met 31% gedaald en het aantal ernstige ongevallen met 15% (Eurostat, 2004).
Figuur 1: EU27 landen met de hoogste en de laagste sterfte per 100.000 werknemers als gevolg van arbeidsongevallen in 2005 (exclusief vervoersongevallen); gestandaardiseerd naar de Europese beroepsbevolking a (Eurostat, 2009).
a Gecorrigeerd voor bedrijfstak, leeftijd en geslacht.
ECHI-indicator
ECHI indicatoren (European Community Health Indicators) worden gebruikt om de volksgezondheid in de EU te monitoren en te vergelijken. Het Kompas maakt bij de internationale vergelijkingen waar mogelijk gebruik van ECHI. Deze grafiek gaat over ECHI indicator 31. Injuries: workplace.
Figuur 2: EU15 landen met de hoogste en de laagste incidentie van ernstige ongevallen b per 100.000 werknemers, 2005 (Bron:Eurostat, 2008).
b Arbeidsongevallen die leiden tot een verzuim van vier dagen of langer.