Bron: Cobouw
Al negen jaar lang is Michel Schenk arbeidsinspecteur bij de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), en nog altijd ziet hij te veel ongevallen die voorkomen hadden kunnen worden. Een cultuurverschuiving in alle lagen is dan ook hard nodig. ”Waar ik blij van zou worden, is dat aannemers naar zichzelf kijken bij een ongeval en zich afvragen: ‘Waar is het onderweg misgegaan.”
Een paar jaar terug deed Schenk ook al zijn verhaal in Cobouw. Hij gaf toen een lijst van ongevallen in de bouw die te voorkomen zijn. Welke ongevallen wil hij dit jaar echt niet meer zien? “Ik vind het heel triest, maar dat lijstje van toen kun je zo weer kopiëren.”
Hij noemt een aantal categorieën zonder moeite op: vallen van hoogte, aanrijdgevaar, geraakt worden door materieel, en bedelving van instorting van tijdelijk hulpmateriaal. “Dat komt gewoon nog veel te vaak voor. Het liefst zou ik dat dus allemaal nooit meer zien.”
Meer aandacht
Je zou zeggen dat er maar weinig verandert. Cijfers die niet dalen, lijstjes die hetzelfde blijven. Is de bouw dan niet serieus met veiligheid bezig? “Jawel, er wordt wel serieus gewerkt”, zegt Schenk. “Met name rond gedrag en cultuur.”
Maar er mag wat Schenk betreft toch wel weer meer aandacht komen voor het onderwerp. Zowel bij Cobouw, Bouwend Nederland en bedrijven die zeggen zich in te zetten voor veiligheid. “Ik moet zoeken op de websites van alle partijen om iets over veiligheid te vinden.”
“Of het is te gericht op de werknemer, de persoon met de hamer in de hand. Het is niet gericht op de mensen op kantoor. Men maakt zich nu druk om de val van het kabinet, ik maak me heel druk om het vallen van werknemers.”
Het systeem faalt
Waar kan de bouw dan nu concreet aan werken komend jaar? “Het is een utopie dat we nooit meer ongevallen gaan krijgen. Maar waar ik blij van zou worden, is dat aannemers naar zichzelf kijken bij een ongeval, en zich afvragen: ‘Waar is het onderweg misgegaan? Waar hebben we het fout gedaan naar die jongen toe?’”
Het handelen van een werknemer blijft wel belangrijk, zegt Schenk. Maar eigenlijk moet het buiten beschouwing worden gelaten. “Ik hoop dat ik dit jaar bedrijven zie die met meer reflectie naar zichzelf kunnen kijken en niet alleen naar de werknemer. Ik heb kasten vol boeken die gaan over dat het aan de werknemer ligt. Maar dan vergeten we het systeem. En uiteindelijk heeft het hele systeem gefaald.”
Arbeidsinspecteur Michel: ‘Weer eentje gevallen, weer eentje vingers afgezaagd’
Lees hier een eerder interview met Michel Schenk
Van dikke pil naar dunne pil
Als concreet voorbeeld noemt Schenk een ongeval waarbij een werknemer zich was vergeten aan te lijnen. (“Dat gebeurt wel vaker.”) Hij viel van vier hoog naar beneden en raakte zwaargewond. Toen is er gekeken naar wat er in het proces mis ging. “Had hij bijvoorbeeld van achter een leuning het werk kunnen doen? Dat bleek zo te zijn.”
Veiligheidsbeleid is nog te vaak gericht op het handelen van de werknemer op de bouwplaats. “De werknemer – die volgens de bouw fouten maakt – moet je niet overladen met informatie over veilig werken. Aan de voorkant kun je veel makkelijker dingen regelen dan aan de achterkant.”
“Bouwvakkers krijgen dikke pillen mee. Ze moeten nadenken over veilig werken en de hele dag nadenken over hoe je jezelf aanlijnt. Maar als je een leuning plaatst, hoeft niemand meer na te denken over aanlijnen en wordt die pil opeens heel dun.”
Knuffelen in de bouw
Toch gaat het ook nog weleens mis bij werknemers zelf. Maar ook dan ligt het aan het systeem, vindt Schenk. “Ergens weten ze ook wel dat ze iets niet op een bepaalde manier hadden mogen doen. Maar ook dan gaat het om de gelegenheid. Het wordt geaccepteerd.” Als voorbeeld noemt Schenk een filmpje dat op internet voorbij kwam, waarin een kraanmachinist een andere werknemer op een betonnen plaat omhoog hees.
“Blijkbaar wordt het geaccepteerd door de omgeving. Er is ook iemand die het filmt en op internet zet. Het bedrijf heeft de twee werknemers gesanctioneerd, maar wat wordt daarvan geleerd? Door de hele omgeving werd het geaccepteerd.”
Om die cultuur aan te pakken zouden we wat Schenk betreft meer moeten knuffelen op de bouwplaats. Figuurlijk dan. “Ik word door bouwvakkers altijd raar aangekeken als ik die uitspraak doe, maar het gaat om de diepere laag.”
“Ik zei het altijd toen ik hoofduitvoerder was. We moeten met elkaar als één familie bouwen. Iedereen die bij je rondloopt hoort bij jou, ook een zzp’er. Je zorgt voor elkaar. En vanuit die zorgplicht weet je iets te kweken.”
Van reactief naar proactief
Net zoals bij Schenk, moet veiligheid door de aderen gaan stromen. Bij iedereen binnen het bedrijf. Directeur, werkvoorbereider of calculator: iedereen moet met veiligheid bezig zijn. In een aantal sectoren is dat al het geval, zoals in de spoorsector en de gas- en olie-industrie. Daar wordt op een intrinsieke manier met veiligheid omgegaan. Door de opdrachtgever en vanuit het ontwerp wordt gekeken naar veiligheid in de uitvoering. Van reactief naar proactief.
Langzaam sijpelt dat besef ook in de bouw door. Daarnaast kan de inspectie door een nieuwe werkwijze meer doen dan alleen een boete uitdelen. Er is een nieuwe aanpak voor ongevallen waarbij het slachtoffer licht letsel heeft opgelopen. Dan kan de inspecteur kiezen voor een zelfonderzoek door het bedrijf.
Zo vertelt Schenk over een aannemer die een ongeval op de bouwplaats had. Het bedrijf deed toen zelfonderzoek en kwam tot de conclusie dat het niet aan de werknemer lag, maar aan de inkoop. “Ik hoop, ook met die gedifferentieerde aanpak, dat werkgevers veel meer naar zichzelf kunnen kijken. Hoe heb ik de werknemer daar in die situatie kunnen krijgen?”
Voorzitter GCVB:
‘Veiligheid staat nu écht overal op de agenda’
Tien jaar
“Bij een aantal aannemers zie je al wel dat de directie zich echt inzet op veiligheid”, zegt Schenk. “Maar het moet in alle lagen gedragen worden. Dus ook bijvoorbeeld de werkvoorbereiders en inkopers moeten veiligheid op één hebben staan voor ze verder kijken. Er valt nog veel te halen in die tussenlagen. Ik denk, als we realistisch zijn, dat het nog zeker tien jaar duurt voor er stappen zijn gezet.”
Tien jaar. Dat duurt dan nog wel even, maar Schenk heeft goede hoop. “Als we het met zijn allen vol blijven houden. En we moeten langzamerhand wel echt naar een cultuurverschuiving in alle lagen.”
“Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen veilig thuiskomt. En dit verkoopt altijd goed: ik ben ervan overtuigd dat veilig werken geld oplevert.”
In ieder geval nog tien jaar flink aan de bak dus. En dan hebben we het nog niet eens gehad over gezond werken, sluit Schenk zijn verhaal af. Ongevallen beslaan maar een klein deel van de Arbowet. “En die Arbowet is maar een heel dun boekje hè. Het is niet zo moeilijk.”
Hoewel de Arbowet maar een dun boekje is, zoals arbeidsinspecteur Michel Schenk het omschrijft, wil het in de praktijk maar niet vlotten. Net als de arbeidsinspecteur wil de bouw zelf ook minder ongevallen. Al een aantal jaar is het doel om naar nul doden per jaar te gaan, maar vooralsnog lukt dat niet.
Cobouw-journalist Petra Platschorre duikt in de wereld van veiligheid om erachter te komen waar het misloopt en waar het goed gaat. Want zoveel ongevallen is niet meer acceptabel.
Heb je vragen, tips of opmerkingen? Of heb je zelf ooit een bouwongeval meegemaakt en zou je graag je verhaal willen delen? Mail dan naar: petraplatschorre@vakmedianet.nl
Een gedachte over “Arbeidsinspecteur: ‘Niet de werknemer faalt, maar het hele systeem’”