Miljoen mensen lopen gevaar besmet te raken met corona op werk

bron: DeTelegraaf.nl

UTRECHT – Een miljoen werknemers in uiteenlopende beroepen lopen op hun werk de kans besmet te raken met het nieuwe coronavirus. Dat stelt de FNV na een rondgang langs verschillende sectoren, zoals de luchtvaart, distributiecentra en de schoonmaakbranche.

Veel mensen werken volgens de vakbond toch nog buitenshuis, omdat het niet anders kan. Maar op veel plekken gaat het anderhalve meter afstand houden niet goed, of zelfs slecht, zegt FNV-vicevoorzitter Kitty Jong. „Een onacceptabele situatie.”

De zorg is in de rondgang niet meegenomen. Daarover stuurde de vakbond dinsdag al een brandbrief naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. „Helaas is het probleem veel groter. In een tijd waarin het kabinet ons oproept om de maatregelen vol te houden in belang van onze gezondheid én die van de economie, vragen wij het kabinet de signalen vanaf deze werkvloeren ook zeer serieus te nemen”, aldus Jong.

Volgens de vakbond wordt de regel over 1,5 meter afstand houden niet nageleefd omdat werkgevers bijvoorbeeld niet bereid zijn productienormen bij te stellen. „Bedrijfseconomische belangen krijgen dan toch voorrang. Vooral werknemers met flexcontracten en onzeker werk zijn hier de dupe van, omdat zij hun baan kunnen verliezen als zij klagen”, stelt de vakbond.

In de luchtvaart zijn naar schatting van de FNV zo’n 6000 mensen aan het werk, onder wie ruim 1400 beveiligers op Schiphol. Mensen fouilleren mogen zij niet vanaf de rug doen. „Na lang aandringen van ons kunnen zij dit nu doen vanaf de zijkant, maar mensen hebben hun gezicht dan alsnog naar de beveiliger toegewend. Zij hebben nu eindelijk wel toestemming gekregen om handschoenen te dragen”, aldus de FNV.

In de distributiecentra werken nu ongeveer 61.800 mensen. „De distributiecentra zijn met hun productienormen niet ingericht op 1,5 meter afstand houden. Ook werken er veel arbeidsmigranten op oproep en die zijn hun baan kwijt als ze zich ziek melden. Dat is funest”, zegt FNV-bestuurder Handel Mari Martens.

In de bouwsector passen de meeste bedrijven de regels volgens de FNV wel goed toe. „Onze grootste zorg ligt bij het samen reizen naar de werkplek”, zegt FNV-bestuurder Bouwen en Wonen Hans Crombeen. In een op 27 maart afgesproken protocol staat dat samen reizen kan als eerst een paar stappen zijn genomen. „Maar sinds de noodverordeningen er zijn en mensen beboet worden als ze samen reizen, kunnen wij onze achterban niet meer adviseren het protocol te volgen.”

6 gedachten over “Miljoen mensen lopen gevaar besmet te raken met corona op werk”

  1. FNV: Inspectie SZW te weinig zichtbaar op bedrijven

    Bron:gfactueel.nl

    Dat de Inspectie SZW door de coronacrisis niet op bedrijven inspecteert, leidt tot meer kritiek.

    Actualiteitenprogramma Nieuwsuur besteedde donderdag 24 april aandacht aan toezicht op de werkveiligheid van arbeidsmigranten. Bij meldingen over een onveilige werksituatie voor arbeidsmigranten, komt de inspectie niet ter plekke poolshoogte nemen. De klacht wordt telefonisch besproken met de werkgever. John Klijn, bestuurder FNV-vleessector, zei in de Nieuwsuur-uitzending dat telefonisch toezicht van de Inspectie SZW niet werkt. “Ze krijgen negen van de tien keer te horen dat het eigenlijk wel goed geregeld is. Zolang ze niet zelf een bedrijf binnengaan om te kijken of het coronaproof is, heeft het eigenlijk helemaal geen zin.”

    Controle door gemeentelijke toezichthouders

    In de uitzending werd niet genoemd dat veel van het toezicht op de 1,5 meter-toepassing nu via regionale verordeningen bij gemeentelijke toezichthouders ligt. Of die verhouding tussen het toezicht van gemeentes en Inspectie SZW in de toekomst ook zo blijft, is niet duidelijk.

    Kees van Doorn, directeur van uitzendbureau VDU, noemde in de uitzending de opstelling van de Inspectie onbegrijpelijk. “Dit vind ik ontzettend jammer. Dit is een vitaal beroep wat deze mensen doen. Ze (inspecteurs, red.) horen in het werkveld te staan en te controleren. Er mogen toch geen coronabrandhaarden ontstaan?”

    Inspectie SZW behandelt klachten wel

    Wouter Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, stelde eerder deze week in antwoorden op Kamervragen dat meldingen bij de Inspectie SZW wel worden behandeld. Dat dit telefonisch is, schrijft Koolmees niet. “Als de werkgever niet de nodige voorzorgsmaatregelen treft, kan de werknemer, ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of vakbond een melding doen bij de Inspectie SZW.

    Indien de Inspectie SZW meldingen ontvangt, wordt per geval bekeken wat met de melding wordt gedaan. Zo kan de Inspectie zelf actie ondernemen, bijvoorbeeld door de werkgever aan te spreken op zijn verantwoordelijkheid. Indien nodig kunnen meldingen ook worden doorgeleid naar andere instanties, zoals gemeentes.” Bij het toezicht van gemeentes wordt geklaagd dat interpretaties van de 1,5 meter-regels te veel volgens verschillende interpretaties gaat.

     

  2. 8000 zorgmedewerkers besmet met coronavirus: ‘Dit is onze frontlinie, bescherm hen’

    Bron:Parool; 14 april 2020

    Minimaal 8000 zorgmedewerkers zijn besmet (geweest) met het nieuwe coronavirus, blijkt uit cijfers van het RIVM. Vakbonden zijn bezorgd en eisen meer bescherming. ‘Er zijn al medewerkers op de ic terechtgekomen.’

    Van de 27.419 mensen die in Nederland positief getest zijn op Covid-19, werkt 28 procent in de zorg. Omgerekend zijn dat ongeveer 8000 mensen. De helft van hen is jonger dan 44 jaar, 81 procent is vrouw. Onbekend is in welk deel van de zorg besmettingen vooral voorkomen. Het is mogelijk dat de medewerkers buiten hun werk zijn besmet. Daarnaast geeft het RIVM aan dat zorgpersoneel vaker wordt getest en dat het dus logisch is dat ze ruim vertegenwoordigd zijn in de cijfers.

    Vakbonden reageren desondanks onthutst. “Nu pas is goed zichtbaar hoeveel zorgmedewerkers zijn blootgesteld aan het virus,” zegt Kitty Jong, vice-voorzitter van de FNV. “Daar schrikken we ontzettend van. Het maakt ons ook boos. Zorgpersoneel, met name buiten de ziekenhuizen, wordt onvoldoende beschermd tegen het virus. Terwijl veiligheid het belangrijkste is dat een werkgever zijn personeel moet bieden.”

    Niet voldoende

    Michel van Erp van Nu’91 sluit zich daarbij aan. “We wisten uit omliggende landen wel dat het risico op besmetting in de zorg groot is, maar toch tonen deze getallen aan hoe ernstig de uitbraak is. Het laat zien dat we ook na een aantal weken niet voldoende beschermingmiddelen hebben.”

    Dat beeld wordt onderschreven door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De inspectie zegt ‘veel signalen van zorgmedewerkers en zorgbestuurders’ te krijgen over de tekorten. Personeel komt volgens de inspectie voor ‘lastige keuzes’ te staan. Zeker ook omdat niet iedereen wordt getest op het virus, ook de cliënten niet. Medewerkers weten daarom niet wanneer bescherming echt noodzakelijk is.

    Het RIVM kon maandag niet zeggen hoeveel van de besmette medewerkers in de zorg in het ziekenhuis zijn opgenomen. Van Erp zegt echter dat het ‘een feit’ is dat ook zorgpersoneel in het ziekenhuisbed belandt. “Ook op de intensive care. Ik heb geen cijfers, maar hoor wel verhalen. Laten we eerlijk zijn: dit zijn de mensen in de frontlinie. Zorg alsjeblieft dat ze zo snel mogelijk goed worden beschermd.”

    Schrijnend

    Volgens Van Erp is vooral de situatie in de thuiszorg, gehandicaptenzorg en verpleeghuizen schrijnend. “Zij stonden constant achterin de rij bij het uitdelen van beschermingsmiddelen. En neem een cliënt met dementie: die hoest niet netjes in zijn elleboog, maar midden in je gezicht.”

    Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid zegt dat er momenteel ‘geen acute tekorten’ aan bijvoorbeeld mondkapjes, schorten en spatbrillen zijn. “De stroom is op gang gekomen. Dat neemt niet weg dat de middelen nog steeds niet heel ruimschoots beschikbaar zijn. We moeten realistisch zijn.”

    Sinds vrijdag is de verdeling van de middelen aangepast. In het nieuwe model is de vraag niet in welke sector iemand werkt, maar om hoe groot het besmettingsrisico’s is. Dat zou er oor moeten zorgen dat ook buiten de ziekenhuizen voldoende middelen beschikbaar komen.

    Margriet Bakker van V&VN stelt dat de wijk- en verpleeghuiszorg te lang een blinde vlek is geweest, waardoor veel zorgpersoneel onbeschermd aan het werk is geweest. Medewerkers zijn bang dat ze zelf een bron van verspreiding zijn, aldus de beroepsvereniging voor verpleegkundigen. “Ik breng mijn gezin in gevaar, en hoeveel bewoners heb ik zelf in de tussentijd niet besmet?,” vraagt een verpleegkundige, die inmiddels ziek thuis zit, zich af. “Ik weet niet of ik ooit nog in de zorg durf te werken.”

    De FNV pleit ook voor een bonus voor zorgpersoneel, waar nu in België over wordt gesproken. Daar wordt gedacht aan een eenmalig bedrag van 1450 euro. Vice-voorzitter Kitty Jong: “Als je je eigen gezondheid, en die van je huisgenoten, in de waagschaal legt, moet daar iets tegenover staan.”

    Italië

    Hoe kwetsbaar zorgverleners zijn, tonen de cijfers uit het zwaargetroffen Italië. Daar overleden, volgens de meest recente cijfers, 115 artsen, 28 verpleegkundigen en 8 apothekers aan corona. Ook raakten 16050 zorgmedewerkers besmet − tien procent op het totaal − onder andere door een gebrek aan beschermingsmateriaal. In Spanje raakten 24 duizend zorgmedewerkers besmet, 15 procent op het totaal.

    In een gesprek met minister Martin van Rijn (VWS) drong de FNV maandagavond aan op een aanscherping van de hygiëne-richtlijn. Jong: “Zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis weten vaak niet of ze recht hebben op beschermingsmateriaal en hoe ze dit veilig moeten gebruiken. Nu komt het voor dat thuiszorgmedewerkers de hele dag hetzelfde mondkapje dragen, terwijl ze zes cliënten bezoeken. Om de kans op besmetting te verkleinen, zou de medewerker eigenlijk bij elke afspraak een nieuw mondkapje moeten dragen.”

    door: Sander van Mersbergen en Hanneke Van Houwelingen

  3. Inspectie: boete voor corona-onveilige werkplek kost tijd

    Bron: Skipr Redactie

    De inspectie SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is verbaasd dat de vakbond CNV op basis van een inventarisatie heeft vastgesteld dat de inspectie bijna geen bedrijven beboet die onvoldoende maatregelen hebben genomen om hun werknemers te beschermen tegen het coronavirus.

    “We vragen ons af hoe het CNV hier aan komt. Inspecteurs hebben geen bonnenboekjes bij zich. Zo werkt dat niet. Ze kunnen een waarschuwing geven of een aanwijzing, maar er gaat enige tijd overheen voordat de inspectie een boete kan uitdelen. Dat is in andere gevallen ook zo”, aldus een woordvoerder van de inspectie. Volgens de woordvoerder kunnen werknemers op een speciaal meldformulier hun klachten kwijt over de maatregelen vanwege het coronavirus.”

    Belscript

    Sinds 2 maart zijn er 500 meldingen binnengekomen. De inspecteurs gaan hier zeker mee aan de slag door naar bedrijven te bellen. We hebben daar een ‘belscript’ voor opgesteld. Ze kunnen ook bij bedrijven langs, maar ook wij moeten in deze tijd als inspectie voorzichtig zijn met de inspecteurs.”

    Coulance

    Volgens het CNV voelen bijna 2 miljoen werkenden zich onveilig op de werkvloer. “Vooral werkenden in vitale sectoren die buiten het zicht van klanten opereren, zoals de voedselsector en distributiecentra, zijn nog steeds vogelvrij”, zegt CNV-voorzitter Piet Fortuin. “Dat de werkplek nog steeds niet veilig is, komt door gebrekkige handhaving. De Inspectie SZW handhaaft nauwelijks, uit coulance naar bedrijven toe.”

    Regels

    Als bij een bedrijf sprake is van een onveilige werkplek moet een boete volgen, vindt Fortuin die gemeentelijke handhavers, boa’s en toezichthouders oproept bij bedrijven te gaan handhaven. Hij vindt het “ongehoord” dat wel streng wordt opgetreden tegen particulieren, maar bedrijven de dans ontspringen. “Gelijke monniken, gelijke kappen. De burger die zich op zondag keurig aan de regels houdt, loopt maandag weer een verhoogd risico op corona als hij naar zijn onveilige werkplek gaat.” Voor personen bedraagt de boete voor het overtreden van de coronaregels maximaal 390 euro, voor bedrijven is dat 4000 euro. (ANP)

     

  4. Kwart van alle coronapatiënten werkt in de zorg

    Bron: DeTelegraaf.nl

    BILTHOVEN – Van alle 23.097 Nederlanders bij wie het coronavirus is vastgesteld, werkt 24 procent in de zorg. Dat meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). „Zo is 56 procent van alle meldingen uit Groningen afkomstig van zorgmedewerkers. In Noord-Brabant zijn dit 11 procent van de meldingen tot nu toe.”

    Het verschil komt onder meer door de mate van verspreiding van het coronavirus. Noord-Brabant heeft bijna een kwart van alle coronagevallen in Nederland, in het noorden ligt het aantal besmettingen nog vrij laag. Het lokale testbeleid speelt ook mee, zegt het RIVM.

    Sinds maandag worden huisartsen, thuiszorgers en medewerkers in verpleeghuizen en de gehandicaptenzorg vaker getest op het coronavirus.

    Ook medewerkers van het Erasmus MC in Rotterdam zijn besmet geraakt met het coronavirus. Dat gebeurde „niet in het ziekenhuis, maar in de buitenwereld. Ze krijgen het niet van patiënten, dankzij adequate voorzorgsmaatregelen”, zegt Ernst Kuipers. Hij is niet alleen voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, dat betrokken is bij de strijd tegen het coronavirus, maar ook bestuursvoorzitter van het Rotterdamse universitaire ziekenhuis. Bij iedere besmetting kijkt het ziekenhuis naar de ’vingerafdruk’ van het ontdekte virus. Kuipers: „We kijken of het overeenkomt met het virus in een patiënt in het ziekenhuis, en tot nu toe is het antwoord consequent nee.”

  5. Waarom gaan er zo veel artsen dood in Italië?

    Bron: NRC door: Marc Leijendekker

    Sommige ziekenhuizen in Italië zijn zelf besmettingshaarden geworden. Op de foto een arts die net van een intensive care afdeling komt. Foto Flavio Lo Scalzo/Reuters

    „Jullie zijn helden, we zullen dit nooit vergeten.” Premier Conte herhaalde afgelopen vrijdag wat veel Italianen al wekenlang roepen naar het zorgpersoneel in de frontlinie tegen het coronavirus. De reactie is steevast nuchter: dank, maar willen jullie dan alsjeblieft ook even luisteren als we om betere bescherming en betere werkprotocollen vragen, nu meteen, en om betere arbeidsomstandigheden, later?

    Van de 105.000 mensen die positief zijn getest in Italië, werkt rond de 9 procent in de zorg. De landelijke artsenvereniging heeft een rouwlintje op zijn site, met daarbij de namen van 121 artsen die bijna allemaal aan Covid-19 zijn overleden. „En het gaat maar door”, zegt Giovanni Leoni, chirurg in Venetië en vice-voorzitter van de Italiaanse artsen. „Het is alsof we zonder wapens de oorlog in zijn gestuurd.”

    Artsen en verpleegkundigen klagen dat ze onvoldoende zijn beschermd. Huisartsen zijn de afgelopen drie maanden voortdurend in onveilige situaties gekomen. In de ziekenhuizen was en is vaak onvoldoende beschermende kleding beschikbaar. En nog steeds laten de protocollen in de ogen van artsen veel te wensen over.

    Kritiek op WHO

    In een telefoongesprek bevestigt Leoni wat sommige epidemiologen al enige tijd zeggen: in een aantal gevallen zijn ziekenhuizen besmettingshaarden geworden omdat zorgpersoneel de besmetting ook op niet-coronapatiënten heeft overgebracht. Om herhaling te voorkomen pleit hij er sterk voor om alle zorgpersoneel te testen, ongeacht de vraag of ze symptomen van Covid-19 hebben of niet. De regio Veneto, waar hij werkt, is dat al van plan, maar het is nog geen landelijk beleid.

    Het is de afgelopen maanden op een aantal punten fout gegaan, zegt Leoni. Allereerst de aanvankelijke aanbevelingen van de WHO. Hij vat die zo samen: een chirurgisch masker is voldoende, alleen bij intubatie en bij het verleggen van geïntubeerde patiënten zijn maskers nodig die meer bescherming bieden, de zogeheten FPP2 en FFP3 maskers, die een filter hebben.

    Hij wil niet oordelen over de politieke opstelling van de Chinese regering, maar zegt dat Chinese artsen in januari al duidelijk hadden gemaakt dat in geval van twijfel de betere maskers gebruikt moesten worden. „Het heeft weken geduurd voordat dit is aangepast”, zegt Leoni. „De WHO heeft criteria opgesteld die bij ons hebben geleid tot een hoge besmettingsgraad.”

    Een tweede probleem is dat ziekenhuizen in de eerste weken niet altijd even secuur zijn geweest in de triage, het scheiden bij het begin van opname van coronapatiënten en niet-coronapatiënten. Daarbij waren ook verschillen tussen regio’s. In Veneto zijn alle patiënten op de Eerste Hulp als potentiële coronapatiënten beschouwd totdat een test had vastgesteld dat ze dat niet waren. In Lombardije, dat veel meer besmettingen en doden kent dan Veneto, is niet zo uitgebreid getest.

    Pas na weken veilig masker

    Een derde probleem zijn de werkomstandigheden van de huisartsen. Ongeveer de helft van de overleden medici was huisarts. Die zijn vaak nog meer dan hun collega’s in de ziekenhuizen in risicovolle situaties gekomen, omdat niet meteen duidelijk was waar een patiënt aan leed. „Als iemand met klachten bij je komt, onderzoek je die”, zegt Leoni. „Je luistert naar de longen, kijkt of er sprake is van een droge hoest of een natte, neemt de temperatuur op. Allemaal een risico.” Veel huisartsen kregen niet of pas na weken de beschikking over een veilig masker.

    Mogelijk verklaart het grote aantal dode huisartsen waarom er meer artsen zijn overleden dan verpleegkundigen – er zijn ongeveer veertig doden onder de verpleegkundigen en ander medisch personeel. Leoni wijst er daarbij op dat de overledenen zorgwerkers duidelijk jonger zijn dan de risicogroep. „Bijna niemand van hen had andere pathologieën. Het is nog een hypothese, maar een verklaring zou kunnen zijn dat die slachtoffers zijn blootgesteld aan een grotere hoeveelheid van het virus en/of bij herhaling daaraan zijn blootgesteld.”

    Leoni zegt dat de meeste artsen van begin af aan de gevaren van het coronavirus hebben onderkend, maar niet altijd gehoor vonden bij beleidsmakers. Hij vindt bijvoorbeeld dat er te laat is besloten tot beperking van de bewegingsvrijheid. „We wisten op basis van Sars in 2003 en de varkensgriep uit 2009 hoe belangrijk dat is”, zegt hij. „Maar er is te lang geluisterd naar de machtige economische potentaten. De economie is belangrijk, maar hoe eerder deze pandemie onder controle is, des te sneller kan de economie weer op volle toeren draaien.’’

     

  6. Miljoen mensen loopt gevaar op coronabesmetting tijdens werk

     

    Bron FNV; door Erna Bosschart  

    Een miljoen mensen, in uiteenlopende beroepen, lopen kans op coronabesmetting op hun werk. Tijdens deze crisis werken veel mensen buitenshuis, omdat het niet anders kan. Kitty Jong, vicevoorzitter van de FNV: ‘Anderhalve meter afstand houden is cruciaal voor onze gezondheid, nu en straks. Dat gaat op veel werkplekken nog niet goed, soms zelfs ronduit slecht, blijkt uit een rondgang langs sectoren. Een onacceptabele situatie.’

    Over het gebrek aan bescherming in de zorg heeft de FNV op 7 april al een brandbrief naar VWS gestuurd. De zorg is in deze rondgang niet meegenomen, ook niet wat betreft het aantal mensen. Jong: ‘Helaas is het probleem veel groter. In een tijd waarin het kabinet ons oproept om de maatregelen vol te houden in belang van onze gezondheid én die van de economie, vragen wij het kabinet de signalen vanaf deze werkvloeren ook zeer serieus te nemen.’

    Flexcontracten

    De regel om anderhalve meter afstand te houden, wordt in de praktijk niet overal nageleefd. Bijvoorbeeld doordat de werkgever niet bereid is om de productienormen bij te stellen. Bedrijfseconomische belangen krijgen dan toch voorrang boven de gezondheid van werknemers. Vooral werknemers met flexcontracten en onzeker werk zijn hier de dupe van, omdat zij hun baan kunnen verliezen als zij daarover klagen. Honderden klachten

    De FNV heeft duizenden vragen over Corona gekregen, en vele honderden klachten over veiligheid op de werkplek. Jong: ‘Mensen hebben recht op een veilige en gezonde werkplek. Dat is geen voorrecht, maar een plicht van werkgevers. Zij moeten daarvoor zorgen en de overheid moet erop toezien, dat het wordt nageleefd. Wij vinden het onaanvaardbaar dat werknemers in sommige sectoren vermijdbare risico’s lopen en soms met gevaar voor eigen leven hun werk moeten doen.’

    Beveiligers Schiphol

    De luchtvaart is een sector waar het helemaal niet goed gaat. Joost van Doesburg, FNV-bestuurder Luchtvaart: ‘De ruim 1400 beveiligers op Schiphol die nu nog aan het werk zijn, moeten mensen bijvoorbeeld fouilleren. Zij mogen dat niet doen vanaf de rug, zoals de politie dat doet. Na lang aandringen van ons doen kunnen zij dit nu doen vanaf de zijkant, maar mensen hebben hun gezicht dan alsnog naar de beveiliger toegewend. Zij hebben nu eindelijk wel toestemming gekregen om handschoenen te dragen.’

    Onnodig risico cabinepersoneel

    Ook het cabinepersoneel loopt vermijdbare risico’s. Van Doesburg: ‘Bij de KLM wordt nu geen service meer verleend op de vlucht, maar veel andere vliegtuigmaatschappijen doen dat nog wel. Ook zitten repatriëringsvluchten uit besmette gebieden vaak enorm vol en is het onmogelijk om afstand te bewaren. Personeel op de vluchten die vol zitten met arbeidsmigranten, denk aan Wizz Air die op Eindhoven vliegt, loopt groot risico.’ Daarnaast is er een speciale dienst op Schiphol voor het begeleiden van minder valide mensen. ‘Een hand geven mag niet, maar je moet bijvoorbeeld wel iemand tillen. Werknemers krijgen mondjesmaat mondkapjes.’ In de huidige situatie van de luchtvaart schat de FNV dat ongeveer 6000 mensen aan het werk zijn.

    Distributiecentra productienorm onhoudbaar

    Ook in de vele distributiecentra in ons land zijn er problemen. Daar zijn naar schatting nu zo’n 61.800 mensen aan het werk. FNV-bestuurder Handel Mari Martens: ‘De distributiecentra zijn met hun drukte en productienormen niet ingericht op anderhalve meter afstand houden. Het is onmogelijk om aan de RIVM-richtlijn te voldoen en ook je productiviteitsnorm te halen. Ook werken daar veel arbeidsmigranten op oproep en die zijn hun baan en huis kwijt als ze zich ziek melden. Dat is funest. Wat wel goed gaat, is dat in de winkels en supermarkten de overheid er goed bovenop zit en winkels verplicht zijn om de maatregelen uit te voeren. In distributiecentra is de overheid niet aanwezig om te controleren en te handhaven.’

    Afhankelijke arbeidspositie

    Marcella Bense, FNV-Bestuurder Agrarisch en Groen, maakt zich ook zorgen om de afhankelijke arbeidspositie van met name de arbeidsmigranten die in enorme aantallen werken in de land- en tuinbouwsector. En om het feit, dat die sector heel afhankelijk is van arbeidsmigranten. ‘Soms werken zij al jaren achter elkaar in Nederland. Wil je dat deze werknemers ook na Corona weer voor ons aan de slag kunnen gaan, dan moeten werkgevers juist nu hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor een veilige en verantwoorde werkomgeving.’  Vooral in de productiesectoren Glastuinbouw, Open teelten en Paddenstoelen gaat het mis, omdat dat daar veel arbeidsmigranten werken. Zij durven niet goed voor zichzelf op te komen en stemmen in met gevaarlijke werksituaties, zoals te dicht op elkaar werken. Teveel werknemers worden tegelijk vervoerd. Nieuwe migranten worden toegevoegd zonder dat is vastgesteld of zij gezond zijn. Ook worden niet overal de hygiënemaatregelen nageleefd. ‘Op bedrijven waar wij als vakbond (kader)leden hebben gaan wij direct in gesprek met de werkgever. Over het algemeen worden de knelpunten dan wel direct opgelost’, aldus Bense. Er zijn momenteel naar schatting zo’n half miljoen arbeidsmigranten aan het werk in Nederland.

    Postsortering te dicht op elkaar

    Ook bij de post en pakketsortering (62.300 mensen) is de werkdruk de reden waarom de afstandsregel niet altijd goed wordt toegepast. Etienne Haneveld, FNV-bestuurder Post NL, zegt daarover: ‘Ik maak me de meeste zorgen over het sorteren van brieven en pakjes door medewerkers. Transportchauffeurs en pakketchauffeurs zitten in een cabine, die kunnen afstand houden. Een pakje wordt ook voor de deur neergelegd. Maar bij het sorteren werken de mensen dicht op elkaar. PostNL moet meer doen aan het handhaven van de afspraken. Juist door de enorme betrokkenheid om het werk tijdig de deur uit te krijgen, overtreden werkenden de afspraken. Wat goed gaat zijn de instructies per product of afdelingsgroep. Die zijn er ook in het Pools. De informatievoorziening ziet er goed uit, maar ernaar handelen is een tweede.’

    Versoepeling regels uitvaartzorg

    In de uitvaartzorg moet de veiligheid van de 7600 werknemers ook scherp in de gaten worden gehouden. Marlies Possel, FNV-bestuurder Uitvaartbranche: ‘De richtlijnen van het RIVM zijn enigszins versoepeld. Dat leidt nu tot een discussie tussen werkgeversorganisaties, samen met de vakorganisaties en het RIVM. Wij willen dat de medewerkers goed beschermd zijn, zodat zij kunnen blijven werken. Wij blijven in gesprek totdat dit goed gaat.’

    Veel bij NS aangepast

    Henri Janssen, FNV-bestuurder Spoor: ‘NS luistert naar signalen. Er is ontzettend veel bij de NS aangepast om de richtlijnen goed toe te passen. Mensen die thuis kunnen werken, werken thuis. Bij milde klachten of als je behoort tot een risicogroep is het devies ook thuisblijven. Behalve op enkele plekken, die echt niet onderbezet kunnen zijn, om de dagelijkse continuïteit te kunnen borgen. Daar zou wel naar gekeken moeten worden om ervoor te zorgen dat ook daar de richtlijnen onverkort worden nageleefd.’ Vermoedelijk is nu ongeveer de helft van de medewerkers van NS-reizigers, zo’n 7000 mensen, in touw.

    Corona helpdesk sector bouw

    Ook het vervoer van en naar de werkplek stuit in verschillende sectoren op praktische onmogelijkheden. Hans Crombeen, FNV-bestuurder Bouwen en Wonen, over de 462.000 mensen in deze sector: ‘De meerderheid van de bedrijven in de bouwsector past de regels goed toe. Als sector hebben we met alle betrokken partijen een helpdesk Corona ingericht en we merken dat dit onduidelijkheden wegneemt. Onze grootste zorg ligt bij het samen reizen naar de werkplek.’

    Crombeen: ‘In het protocol dat op 27 maart is afgesproken, kan het samen reizen, maar alleen als je eerst een paar andere verplichte stappen neemt om het te voorkomen. Maar sinds de noodverordeningen er zijn en mensen beboet worden als ze samen reizen, kunnen wij onze achterban niet meer adviseren het protocol te volgen. De werkgevers geven aan eventuele boetes ook niet te betalen.’

    Veiligheid in geding

    In de sector Transport & Logistiek zijn zo’n 285.000 mensen aan de slag. Er daar wordt nu ook gewerkt aan een gezamenlijk protocol. FNV-bestuurder Willem Dijkhuizen zegt daarover: ’De veiligheid is op verschillende manieren in het geding. In het directe contact met klanten en als er meer mensen in de cabine zitten, bijvoorbeeld bij de verhuizers.’ Oplossingen worden momenteel uitgewerkt in een sector-breed protocol, zoals in de bouw ook is afgesproken. Dijkhuizen: ‘Wij werken hier hard aan met de beladers (opdrachtgevers) en de ministeries van I&W en SZW. Wij hopen dat zo snel mogelijk gereed te hebben.’

    Beschermingsmiddelen schoonmaak

    Het ontbreekt aan persoonlijke beschermingsmiddelen in de schoonmaaksector. FNV-Bestuurder Renate Bos over de 34.000 mensen die nu aan het werk zijn: ‘We horen van heel veel mensen dat er bijvoorbeeld helemaal geen handschoenen zijn. Een nog groter probleem is het gebrek aan informatie over de risico’s. Wat goed gaat, is dat we met de sector goede afspraken maken. Maar helaas worden de leidinggevenden op de werkvloer daar niet goed over geïnformeerd. Vaak weten die niet eens welke basis beschermingsmiddelen verplicht zijn. Ook worden veel schoonmakers voor het blok gezet: “Werken of anders je vrije dagen inleveren!”’

    Metaalbedrijven gecorrigeerd

    FNV-bestuurder Metaal Jan Wit merkt dat het over het algemeen genomen goed gaat. In de metaalsector is het ook voornamelijk het reizen naar het werk dat problemen kan opleveren. ‘Maar er blijven bedrijven die gecorrigeerd moeten worden. Het is een kwestie van volhouden. Vooralsnog is het steeds met een telefonische interventie van onze kant opgelost. We hebben de inspectie nog niet hoeven inschakelen. Ik heb het idee dat er wel een gemeenschappelijk bewustzijn is om dit echt serieus te nemen. Maar het moet ook veilig zijn voor de medewerkers, want ander komt het werk echt stil te liggen’, benadrukt Wit.

    Voorkomen risico’s Sociale Werkplaatsen

    Naast de regels goed uitleggen, is de handhaving soms problematisch. Peter Wiechmann, FNV-bestuurder Sociale Werkbedrijven, geeft aan dat de semi-overheidsorganisaties verschillend, maar over het algemeen netjes omgaan met de coronaproblematiek voor de 45.600 medewerkers. ‘Sommige Sociale Werkbedrijven zijn helemaal dicht, andere deels open. Bedrijven proberen maatwerk te leveren: terwijl de ene werknemer niet durft te werken, wil de andere werknemer per se aan de slag. In de praktijk zien we nog teveel situaties waarin sprake is van een te voorkomen risico op besmetting: onvoldoende hygiënemaatregelen, te weinig afstand van elkaar. Dat is juist voor deze kwetsbare groep heel belangrijk. Soms heeft dat te maken met afstand tussen directie en de leidinggevenden en onvoldoende handhaving. Soms ook door onwetendheid of onvoldoende medewerking van de kant van de werknemers, die niet altijd even goed begrijpen wat wel en niet kan.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *