Wat voor werknemer is een stagiair?

bron: www.salarisnet.nl

Als een werkgever een stagiair aanneemt, is de vraag of degene die stage loopt is aan te merken als ‘gewone werknemer’ of niet. Voor de beoordeling daarvan wordt onder meer gekeken naar de hoogte van de stagevergoeding. Te hoge stagevergoedingen kunnen worden aangemerkt als loon, waardoor de stagiair als een gewone werknemer in loondienst kan worden aangemerkt. In de meeste gevallen is de stagiair echter een fictieve werknemer.

Overigens gaf voormalig minister van Sociale Zaken Ascher in 2016 in een brief duidelijkheid gegeven over het verschil voor de wet tussen een stagiair en een ‘gewone werknemer’. Daarbij is de definitie vooral er op gericht om misbruik van werkgevers tegen te gaan. Stages en werkervaringsplekken kunnen immers een manier zijn om onder betaling van het minimumloon uit te komen. 

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) vormt het wettelijk kader voor het beloningsvereiste. De termen stage en werkervaringsplek hebben in de WML geen betekenis; het gaat erom of sprake is van een arbeidsovereenkomst, formeel of blijkend uit de feiten en omstandigheden van het geval. Belangrijk hierbij is het onderscheid van de activiteiten die betrokkene verricht ten opzichte van die van de ‘gewone werknemer’.

 

Leeraspect

De WML is niet van toepassing als de activiteiten gericht zijn op leren. Activiteiten die gericht zijn op leren blijken bijvoorbeeld uit: 

  • er is sprake van een stageovereenkomst;
  • er is een duidelijk leerplan waarin de beoogde leerdoelen concreet benoemd zijn;
  • de stage is bij uitstek gericht op leren en niet op werken;
  • het gaat om werk waarbij het leeraspect van de stagiair centraal staat;
  • de stagiair onderscheidt zich van een gewone werknemer doordat de te verrichten werkzaamheden niet gericht zijn op productief werk waarmee vooral omzet of winst gegenereerd wordt;
  • de begeleiding van de stagiair moet gericht zijn op het leeraspect en niet op het behalen van productie;
  • de stagiair bezet een additionele plaats en neemt dus geen plaats in die normaliter door een werknemer wordt bezet;
  • bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, zijn de gemaakte afspraken vastgelegd in een overeenkomst tussen een opleidingsinstituut en de ‘werkgever’;
  • er wordt tussentijds en aan het eind van de stage geëvalueerd;
  • er kan inzichtelijk worden gemaakt of en zo ja hoe de leerdoelen zijn bereikt door de stagiair.

Echte of fictieve dienstbetrekking

Leerlingen van onderwijsinstellingen die in de praktijk ervaring opdoen, zijn een stagiair. Meestal zijn leerlingen en stagiairs niet in echte dienstbetrekking. Maar als een stagiair een reële beloning krijgt, bijvoorbeeld het minimum(jeugd)loon, is hij wel in echte dienstbetrekking. Om het nog maar eens op te sommen:

Echte dienstbetrekking: de stagiair ontvangt een reële beloning, de gewone regels voor loonheffingen gelden. Hij is verzekerd voor alle werknemersverzekeringen. U moet premies werknemersverzekeringen inhouden en de ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) aan hem vergoeden.

Fictieve dienstbetrekking: de stagiair is niet werkzaam in een echte dienstbetrekking, maar ontvangt een stagevergoeding. Hij is verzekerd voor de Ziektewet en Wajong en valt onder de Zvw. U hoeft geen premies werknemersverzekeringen in te houden. De stagiairs vallen niet onder de loondoorbetalingverplichting bij ziekte van de werkgever.

Minimumloon betalen bij echte stage niet verplicht 

Stagevergoeding

Als de stagiair de stagevergoeding niet zelf krijgt, hoeft u geen loonheffingen in te houden en te betalen onder de volgende voorwaarden:

  • U maakt de stagevergoeding rechtstreeks aan de school of het stagefonds over, met uitzondering van kostenvergoedingen.
  • De school of het stagefonds geeft het stagegeld niet door aan de stagiair, maar gebruikt dit voor algemene schoolse activiteiten.
  • De school of het stagefonds administreert de stagevergoedingen en de besteding daarvan.
  • U legt binnen 2 maanden na afloop van elk jaar de volgende gegevens in uw administratie vast: de naam, het adres en het burgerservicenummer van de stagiair, de naam en het adres van de school of het stagefonds en het bedrag van de beloning. Hierbij vermeldt u de datum en het nummer van het besluit waarop de regeling is gebaseerd: 14 december 2010, nr. DGB2010/2202m.

Met de Subsidieregeling praktijkleren kunt u een tegemoetkoming krijgen in de kosten voor de begeleiding van een leerling of student. Op dit moment kunt u echter geen nieuwe aanvraag doen. U bent overigens niet verplicht om een stagevergoeding of kostenvergoeding aan te bieden. Of de student of leerling een dergelijke plaats accepteert, is een zaak tussen onderwijsinstelling, de stagiair en de stageplaats.

 

Arbowet

Voor de werkgever is een stagiair geen werknemer. Hij krijgt geen loon, maar mogelijk wel een onkostenvergoeding. Voor de stagiair geldt ook geen arbeidsovereenkomst maar een stageovereenkomst. Voor de Arbowet is een stagiair echter wel een werknemer. Voor een stagiair gelden dezelfde regels als voor vaste werknemers. De werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van iedereen die in het bedrijf aan de slag is, dus ook voor stagiairs. De werkgever moet zorgen voor een goede werkomgeving. Ook een stagiair heeft recht op kosteloze verstrekking van beschermingsmiddelen door zijn werkgever. Als de stagiair jonger is dan 16 jaar, dan is een stageovereenkomst verplicht. Deze stageovereenkomst wordt mede ondertekend door de persoon die het ouderlijk gezag heeft. Werknemers jonger dan 18 jaar lopen extra risico’s in het bedrijf. De werkgever dient daar rekening mee te houden, bijvoorbeeld in de RI&E.

Stageovereenkomst

Voor bedrijven die vaak met stagiairs werken is het handig om de werkwijze op papier te zetten. Scholen noemen dit ook wel een BPV-plan (BeroepsPraktijkVormings-plan). Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld één vaste werknemer aanwijzen die stagiairs begeleidt. Deze stagebegeleider of leermeester heeft ook de taak toezicht te houden op het veilig en gezond werken van de stagiair. Daarnaast is het verstandig om een stageovereenkomst op te (laten) stellen. Daarin moet ten minste staan:

  • Begin- en einddatum van de stage;
  • aantal uren per week dat iemand werkt, denk ook aan de dagen en werktijden;
  • hoogte van de eventuele stagevergoeding en onkostenvergoedingen;
  • het takenpakket van de stagiair;
  • de naam van de stagebegeleider op de stageplek en zijn of haar functie;
  • aansprakelijkheid;
  • aantal vakantiedagen;
  • regeling bij ziekte of ongelukken op het werk.

De, inmiddels vervallen, Circulaire Beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten die de overheid hanteerde kan helpen bij het vormgeven van een stageovereenkomst binnen uw organisatioe. 

Stagevergoedingen en pensionkosten

In de Circulaire wijzigingen in de financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2019 voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk staan de stagevergoedingen en pensionkosten genoemd.

De stagevergoedingen zijn sinds 1 januari 2019 als volgt vastgesteld:

  • Voor wo- en hbo-studenten wordt sinds 1 juli 2019 een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 619,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week.
  • Voor stages op mbo-niveau werd sinds juli 2019 een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 448,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week. Recent werd bekend gemaakt dat  vergoedingen voor mbo en hbo/wo-stages worden gelijkgetrokken.

De maximale vergoeding voor eventueel te verstrekken pensionkosten bij binnenlandse en buitenlandse stages wordt geïndexeerd overeenkomstig de vergoedingsbedragen van logies bij
dienstreizen en wordt daarom € 394,00 per maand met ingang van 1 januari 2019.

Buitenlandse student

Het is soms nodig om voor een buitenlandse student een tewerkstellingsvergunning aan te vragen als hij de stage voor zijn opleiding moet volgen. Stagiairs met een paspoort van één van de EER-landen of van Zwitserland, mogen vrij in Nederland werken en ook stage lopen.

Stagiairs met een andere nationaliteit hebben een TWV of GVVA nodig.
•    Duurt de stage korter dan drie maanden? Dan vraagt de werkgever een TWV aan bij het UWV.
•    Duurt de stage langer? Dan vraagt de werkgever een GVVA aan bij de IND. GVVA staat voor: gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid.

Opleiding in Nederland? Dan geen TWV nodig

Volgt de stagiair een opleiding in Nederland? En is de stage relevant voor die opleiding? Dan hoeft de werkgever geen TWV aan te vragen voor de stagiair. Die student heeft dan namelijk al een verblijfsvergunning in verband met zijn opleiding. Er moeten wel concrete afspraken met de student en de betreffende onderwijsinstelling worden gemaakt. Die afspraken worden vastgelegd in een stageovereenkomst tussen werkgevers, stagiair en de onderwijsinstelling. De Inspectie SZW kan de werkgever naar de overeenkomst vragen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *