Bron: NRC.nl, door Christiaan Pelgrim
Rapport Flexibel werk is in de praktijk vaak gevaarlijker, terwijl de zorg voor deze groep slechter is geregeld, stelt de SER in een rapport.
Werk aan een nieuwbouwwoning in Waddinxveen. Ruim 20 procent van uitzendkrachten zegt gevaarlijk werk te doen, waarbij risico bestaat op bijvoorbeeld vallen van grote hoogte of bekneld raken. Foto Bart Maat
Flexwerkers verrichten vaker gevaarlijk en fysiek zwaar werk dan vaste werknemers en worden frequenter blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Tegelijk hebben zij veel minder toegang tot arbeidsgerelateerde zorg zoals een bedrijfsarts. Dat signaleert de Sociaal-Economische Raad (SER) in een vrijdag gepubliceerde verkenning.
Het rapport is geschreven in opdracht van het vorige kabinet. Dat wilde meer informatie over de impact van de flexibilisering van de arbeidsmarkt op veilig en gezond werk.
De Inspectie SZW ziet het aantal meldingen van arbeidsongevallen al jaren stijgen. In 2018 kreeg de inspectie daarover 4.400 meldingen, 4 procent meer dan in 2017.
Groot verschil vast en flex
De SER, bestaande uit werkgevers, vakbonden en deskundige ‘kroonleden’, concludeert dat er op papier weinig mis is met de arboregels, maar dat er in de praktijk grote verschillen zijn ontstaan tussen ‘vast en flex’.
De raad wil dat er meer onderzoek komt naar de oorzaken van die verschillen. Ook vindt de SER het nodig dat werkgevers én werknemers meer kennis krijgen van de arbovoorschriften en die beter gaan naleven.
De SER baseert zich op een grote enquête over arbeidsomstandigheden die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en onderzoeksinstituut TNO jaarlijks uitvoeren onder werknemers. TNO heeft die cijfers nu, op verzoek van de SER, uitgesplitst naar verschillende types werkenden.
Vooral uitzend-, oproep- en invalkrachten blijken vaker fysiek zwaar werk te doen, vaker gevaarlijk werk te verrichten en significant vaker een arbeidsongeval mee te maken.
Van de werknemers met een vast contract zegt 15 procent gevaarlijk werk te doen, tegenover ruim 20 procent van uitzendkrachten. Dat wil zeggen: werk waarbij risico is op bijvoorbeeld een snijwond, vallen van grote hoogte, bekneld raken of een aanrijding krijgen.
Minder toegang tot zorg
Nog opvallender is dat flexwerkers, hoewel zij zwaarder werk doen, veel minder toegang hebben tot arbeidsgerelateerde zorg. Van de vaste werknemers zegt 70 procent een bedrijfsarts te kunnen raadplegen als dat nodig is. Bij oproepkrachten is dat slechts een kwart. En bij tijdelijke werknemers zonder vaste uren minder dan 20 procent.
Op het gebied van sociale en mentale klachten scoren juist vaste werknemers slechter. Zij ervaren de hoogste werkdruk, verrichten meer emotioneel zwaar werk, en hebben vaker een conflict met hun collega’s of met hun baas.