Bron: TNO
Het onderzoek richtte zich op het vaststellen van de blootstelling aan asbest in een aantal concrete situaties en het daarbij behorende gezondheidsrisico. Zo kan ook vastgesteld worden wat de kosten en baten van het asbestbeschermingsbeleid in deze situaties zijn. Het onderzoek betrof de drie meest toegepaste soorten asbest in Nederland. Jody Schinkel, blootstellingsdeskundige bij TNO: ‘we hebben gekozen voor regelmatig voorkomende situaties en maatschappelijk relevante scenario’s om te onderzoeken.’ De belangrijkste scenario’s waren:
- Brand in een gebouw waarin asbest aanwezig is met derhalve risico’s voor brandweer en omgeving
- Bewerking van niet-hechtgebonden asbesthoudende plafondplaten door particulieren, installateurs en saneerders
- Wonen in woningen waarin een asbestverontreiniging aanwezig is.
- Werken in of bezoeken van een gebouw waarin een asbestverontreiniging aanwezig is
- Werken door onderhoudspersoneel in ruimten waar asbesthoudende toepassingen aanwezig zijn die een verontreiniging hebben veroorzaakt.
- Verwijderen van asbestdaken door saneerders of particulieren.
Gezondheidsrisico’s wisselend
‘Het onderzoek wijst uit dat in slechts één van de onderzochte scenario’s sprake is van een (zeer) hoog risico op kanker’, zegt Schinkel. Het gaat hierbij om werknemers die dagelijks niet-hechtgebonden asbesthoudende plafondplatenslopen zonder persoonlijke bescherming saneren.
In enkele scenario’s is het risico ongeveer gelijk aan het maximaal toelaatbaar risico. Dat is het risiconiveau dat in Nederland acceptabel wordt geacht voor blootstelling van werknemers en bevolking. Een typisch voorbeeld van zo’n scenario is de installateur die enkele malen per maand per ongeluk in een asbesthoudend plafond boort.
In alle andere onderzochte situaties zijn de risico’s door blootstelling aan asbestvezels verwaarloosbaar. Beschermingsmaatregelen zijn daarmee niet noodzakelijk. Het gaat hier om scenario’s als brand, wonen of werken in een gebouw met een asbest verontreiniging en het eenmalig verwijderen van asbestcementdaken.
‘Het onderzoek wijst uit dat de beschermingsmaatregelen in situaties met een zeer laag risico niet noodzakelijk zijn en voor de groep blootgestelden geen gezondheidswinst opleveren’ zegt Jody Schinkel. De onderzoekers pleiten dan ook voor een publiek debat over de redelijkheid van het Nederlandse asbestbeleid en voor een effectievere meetstrategie om werkelijke risico’s in kaart te brengen.
Slopers woest over asbestrapport TNO: ‘werknemers met mondkapjes worden nu uitgelachen’
Bron:Cobouw
Tendentieus. Een simplificatie van de werkelijkheid. Over de rug van het asbestbeleid: slopers zijn woest op TNO dat een rapport opstelde over asbest in opdracht van corporatiekoepel Aedes. “Risico’s worden vergaand gebagatelliseerd.”
Staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken wil het asbest-saneringsbeleid in Nederland hervormen. Het huidige ‘spel’ van risico’s en regels is volgens haar niet efficiënt genoeg. Om niet te zeggen, te duur.
Tot zover is iedereen in het asbestwereldje van opdrachtgevers en aannemers het wel eens. Daarna gaat het mis. De weg naar een risico-gestuurd saneringsbeleid is er een van lange adem, van voor- en tegenstanders die boe en bah roepen langs de lijn, bezaaid met onzichtbare kuilen en andere obstakels die belangenbehartigers opwerpen.
Arjan Hol van de branchevereniging voor sloopaannemers en asbestsaneringsbedrijven kan erover meepraten. “Deze discussie is van alledag. Met als hoofdvraag: waar kan het strenger en waar minder streng?”
Miljarden
Balanceren tussen veiligheid en kosten. De een verdedigt het huidige stelsel, de ander zet juist de aanval in.
Aedes, koepelvereniging voor corporaties is een van de partijen die hervorming toejuicht. Volgens de corporatiebond kan het allemaal stukken slimmer, misschien wel miljarden goedkoper.
Aedes schakelde TNO in, de Universiteit van Utrecht, de Radbouw Universiteit en Crisislab. Samen onderzochten zij of het huidige asbestbeleid inderdaad niet te betuttelend is.
Het onderzoek (inzichten voor proportioneel asbestbeleid) richt zich op blootstellingsrisco’s in een aantal concrete situaties (zie kader) en de kosten en baten van het asbestbeschermingsbeleid in deze situaties.
Scenario’s waar veiligheidsmaatregelen mogelijk overdreven zijn
(Bron: Inzichten voor proportioneel asbestbeleid)
Conclusie? Vooral werknemers lopen risico. Vooral bij het dagelijks slopen van plafondplaten met niet-hechtgebonden asbest zonder persoonlijke bescherming.
“Voor die situatie is een beschermingsbudget beschikbaar van tussen de 10.000 euro en 24.000 euro per jaar, afhankelijk van de asbestsoort. Het huidige Nederlandse asbestbeschermingsbeleid is voor deze situatie dus terecht streng.”
Asbestdaken
Tot zover geen nieuwe inzichten, geen ophef, weinig commentaar. Kritisch wordt het in de situaties waarbij onder meer TNO stelt dat het mee lijkt te vallen met de gevaren: bij brand, of bij wonen of werken in een gebouw met asbest, bij het verwijderen van asbestcementdaken.
“Beschermingsmaatregelen zijn daar dus niet noodzakelijk.”
Corporatiekoepel Aedes ziet in het rapport vooral een bevestiging van wat het al eerder wist. Ruim een half jaar geleden al haalde Jeroen Pepers, directeur van Aedes, vernietigend uit naar de asbestverwijderingsindustrie tegenover de NOS.
“Bij asbest is een bepaalde mate van hysterie bereikt”, zei Pepers. “Die angst voor asbest zorgt ervoor dat er een factor zeven aan het saneren ervan wordt verdiend. Dat bedrag loopt in de miljarden. Ik zou die euro’s graag aan iets anders willen uitgeven.”
‘Ronduit verbijsterend’
Slopersvereniging Veras en de VVBT, de Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke Bouwmaterialen, ergeren zich mateloos aan Aedes, TNO en en de andere onderzoekers, blijkt uit een brief van 15 maart aan de Raad van Bestuur van TNO.
“In het rapport worden de risico’s van asbest vergaand gebagatelliseerd”, schrijven de ‘asbest-aannemers’. “De inhoud van het rapport is ronduit verbijsterend. Jarenlang overheidsbeleid en overheidscommunicatie gericht op het veilig en gezond omgaan met asbest wordt te grabbel gegooid door uw rapport.”
Buitenproportionele kosten? Onzin, aldus de brievenschrijvers. “Er worden scenario’s beschouwd die flagrant in strijd zijn met de arbowet- en regelgeving en met nationale en Europese asbestregelgeving.”
Strafbaar feit? Geen commentaar
Als voorbeeld noemen Veras en VVBT het boren van gaten in asbesthoudende plafonds. “Dit is een strafbaar feit.” Ze noemen het rapport tendentieus en een simplificatie van de uitdagingen die er werkelijk zijn. Met directe gevolgen op de werkvloer.
“Door het rapport worden onze werknemers door klanten en hun omgeving uitgelachen om de veiligheidsmaatregelen die zij iedere dag treffen. De directeuren van onze bedrijven krijgen boze klanten aan de lijn die eisen dat er andere werkmethoden worden gehanteerd, in strijd met de regels. Werknemers zijn niet meer gemotiveerd om veilig te werken.”
De rol die TNO in het verhaal speelt, steekt Veras en VVBT het meest: “schrijnend, ongepast, over de rug van het asbestbeleid”. TNO is juist het instituut dat hier aantoonbaar een belangrijke stempel op heeft gedrukt…”
Meer asbestnieuws
TNO: risico’s asbest vaak overschat Dit jaar nog fonds voor asbestdaken Hijsen met werkbak bij asbestklus mag weer
TNO wil niet reageren op de brief. “We gaan het gesprek binnenkort met ze aan. Deze discussie willen we niet via de krant voeren”, zegt een woordvoerder van TNO. Hij verwijst naar een statement dat TNO maakte op de eigen website en benadrukt dat het rapport is opgesteld door meerdere partijen.
TNO zegt geen sorry
“Of TNO al sorry heeft gezegd? Nee”, zegt Arjan Hol van Veras. Hij wil kwijt dat slopers ook voor een risico-gestuurd asbestbeleid zijn.
“Maar nu zwalkt de discussie van de ene naar de andere kant: de ene week zeggen Kamerleden dat boeren hun daken misschien wel zelf kunnen saneren. De andere week – als er asbest op de A4 uit een vrachtwagen is gevallen – roepen ze: kan het niet strenger?”
Anders werken is volgens Veras ook mogelijk. “Neem een vensterbank. Sommige vensterbanken kun je op een bepaalde manier losmaken, waardoor er geen breuken ontstaan. Daardoor blijft de emissie laag en kun je met minder veiligheidsvoorzieningen volstaan. Prima zeggen wij, maar dat moet je dan wel laten door gecertificeerde partijen. Wij zijn vooral bang dat er te licht over de risico’s wordt gedacht.”
Over de rug van het asbestbeleid
Over de wijze waarop Aedes dit debat voert, is Veras absoluut niet te spreken.
Hol: “Wij denken ook dat saneren soms goedkoper kan, maar zeven keer, zoals Aedes zegt is echt flauwekul. Waarom ze er zo hard in gaan? Ik begrijp wel dat opdrachtgevers niet meer willen betalen dan nodig is, maar miljarden te veel, is gewoon niet waar. Kijk maar naar het onderzoek dat binnenkort verschijnt van EIB. Daar zal uit blijken dat we ‘slechts’ enkele honderden miljoenen per jaar omzetten. Precies dat is on punt. De suggestie dat wij veel verdienen, klopt niet en kan niet kloppen.”
Hoe dit afloopt? Staatssecretaris van Ark heeft nog geen onomkeerbare besluiten genomen. Veras gaat binnenkort in gesprek met TNO.
Moet het rapport gerectificeerd?
“Nee”, zegt Hol. Wij willen vooral dat de staatssecretaris onze zorgen serieus neemt. Hoe dan ook is er een stevig gesprek nodig met TNO. Hoe kun je aan de ene kant zeggen dat simpele mondkapjes te duur zijn en aan de andere kant adviseren dat de eisen voor adembescherming strenger moeten?”
Eerste publicatie door Thomas van Belzen op 26 mrt 2019
Laatste update: 26 mrt 2019
Mesothelioom meest voorkomende beroepsgerelateerde kanker in 8 Europese landen
04-03-2019 15:47
Het Franse onderzoeksinstituut Eurogip onderzocht de incidentie van beroepsgerelateerde kanker in 9 Europese landen: Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië, Zweden en Zwitserland. In 8 van de 9 is mesothelioom de meest voorkomende vorm van beroepsgerelateerde kanker. Alleen Duitsland meldt meer gevallen van huidkanker. Bron: Eurogip, december 2018
Risico-inventarisatie en risicoklassen
Bron: Inspectie SZW
Risico-inventarisatie en risicoklassen
Bij het verwijderen van asbest kunnen asbestvezels vrijkomen en daarom moet er van te voren een asbestinventarisatie worden gedaan; alle aanwezige asbestbronnen moeten in kaart worden gebracht en ook de risico’s die te verwachten zijn bij het verwijderen van die bronnen. Bij sloop- of renovatiewerkzaamheden van gebouwen die vóór 1994 zijn gebouwd, is in het algemeen een inventarisatie nodig. Voor zo’n asbestinventarisatie moet een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf worden ingeschakeld, dat het aanwezige asbest in kaart brengt en een risicoklasse voor de verwijdering daarvan vaststelt. Hoe hoger het risico, hoe zwaarder de maatregelen die moeten worden genomen om de veiligheid van de verwijderaars te garanderen.Particulieren mogen in sommige uitzonderingssituaties zelf asbest verwijderen. Dit geldt bijvoorbeeld voor asbesthoudende vloertegels of niet-gelijmde, asbesthoudende vloerbedekking of geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn. Let wel, dakleien mogen niet door particulieren worden verwijderd. Hiervoor geldt een maximum oppervlakte van 35m². Deze uitzonderingssituaties zijn te vinden in artikel 4 van het Asbestverwijderingsbesluit. In deze uitzonderingssituaties is de particulier ook niet verplicht een asbestinventarisatierapport op te laten stellen. Een particulier kan natuurlijk ook besluiten een gecertificeerd bedrijf in te schakelen om dit asbest te verwijderen.RisicoklassenWat zijn de regels?
Asbestkanker neemt nog steeds niet af
Bron: De Telegraaf
Amsterdam – Directeur Jan Warning van het Instituut Asbestslachtoffers waarschuwt dat het aantal slachtoffers met asbestkanker – ook wel bekend als longvlieskanker – bepaald niet afneemt.
„Het zijn er nog altijd 500 tot 600 per jaar. En de verwachting is dat er mogelijk nog 8000 slachtoffers aan zitten te komen. Het duurt immers dertig tot veertig jaar voordat de ziekte zich openbaart.”
Hij benadrukt dan ook dat het probleem niet gebagatelliseerd mag worden. „We hoeven niet paniekerig te doen, moeten het onderwerp ook zo rationeel mogelijk beoordelen, maar veiligheid heeft een prijs.”
Ook mensen die niet direct met asbest in aanraking komen, kunnen risico lopen, stelt hij. „Een boerin die een paar werklui, die bezig waren schuren asbestvrij te maken, koffie heeft gegeven. Die daarna het huis heeft aangeveegd. Of iemand die kleding heeft gewassen van huisgenoten die met asbest in aanraking zijn geweest. Het komt echt voor.”
Antonie Munneke bevestigt dat. De inwoner uit Lelystad verloor vier maanden geleden zijn vrouw aan asbestkanker, terwijl zijn echtgenote volgens hem nooit met het materiaal in aanraking kwam. „Ik wel, maar bij controle is bij mij niets gevonden. Ik vind het heel belangrijk dat er uiterst voorzichtig met dit spul wordt omgegaan, want ik weet wat de vreselijke gevolgen kunnen zijn.”