Laaggeletterdheid en veiligheidsrisico’s op de werkvloer

Bron: werkenveiligheid.nl

Duurzame inzetbaarheid

5 tot 10% van de arbeidsongevallen is gerelateerd aan slechte beheersing van de taal

2,5 miljoen volwassenen in Nederland hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen. Zij zijn laaggeletterd. Niet alleen zijn deze mensen minder gezond en minder zelfredzaam, op de werkvloer kan dit de oorzaak zijn van gevaarlijke situaties. Door het niet begrijpen van een veiligheidsinstructie bijvoorbeeld. Daarom is het voor bedrijven zaak om laaggeletterdheid te herkennen en aan te pakken.

In tegenstelling tot wat veel mensen denken is tweederde van deze mensen van Nederlandse afkomst. Het zijn geen analfabeten, want ze kunnen wel lezen en schrijven. Ze beheersen echter niet het eindniveau vmbo of niveau mbo-2/3. Daardoor hebben ze bijvoorbeeld moeite met het invullen van formulieren, reizen met openbaar vervoer en het lezen van straatnaamborden, voorlezen, werken met een computer en het begrijpen van informatie.

Laaggeletterdheid heeft grote gevolgen, in privésituaties, maar zeker ook op de werkvloer. Deze groep mensen is minder zelfredzaam, minder sociaal actief en minder gezond dan geletterde mensen. Als het op veiligheid aankomt, kan laaggeletterdheid een groot probleem zijn. Uit onderzoek (o.a. Stichting van de Arbeid) blijkt dat 5 tot 10% van de arbeidsongevallen een direct gevolg is van een matige of slechte beheersing van de taal. Wie de veiligheidsinstructies niet begrijpt, is immers extra kwetsbaar. Bovendien kan het ertoe leiden dat verplichte diploma’s niet gehaald worden.

Arbowet
Volgens de arbowetgeving moet een werkgever de maatregelen laten aansluiten bij de eigenschappen en bekwaamheden van de werknemer. Zo staat in artikel 3 lid 1-3 onder c: ‘pas de werkplek, werkmethode en arbeidsmiddelen aan aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers’ en ‘verdeel de bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de werknemers passend bij de bekwaamheden van de werknemers’. De werkgever moet mede op grond van deze twee bepalingen maatregelen treffen bij taalgerelateerde veiligheidsrisico’s.

Wat werkgevers kunnen doen
Mensen die laaggeletterd zijn, schamen zich vaak en houden hun probleem dan ook goed verborgen met opmerkingen als ‘ik ben m’n leesbril vergeten’ of ‘dat vul ik thuis wel even in’. Soms zelfs jarenlang! Dat maakt het voor een werkgever soms lastig om hulp te bieden. Daarom is het zaak, bij vermoeden van laaggeletterdheid, om erachter te komen wat het taalniveau van de werknemer is. Dat kan bijvoorbeeld met de Taalmeter. Een gratis online instrument dat binnen twaalf minuten duidelijkheid geeft over de vraag of iemand taaltraining nodig heeft.

Motiveren en helpen
Weten dat iemand laaggeletterd is, is de eerste stap. Maar hoe kun je hem of haar vervolgens motiveren of helpen? Ellen Pattenier van Stichting Lezen & Schrijven legt uit dat er een concreet doel nodig is. ‘Wat hen motiveert is niet de taal leren op zich, maar bijvoorbeeld het kunnen behalen van het VCA-basis certificaat of om te leren omgaan met Internet. Of misschien motiveert het vooruitzicht dat ze hun kind kunnen helpen met huiswerk, hun eigen administratie kunnen doen of hun (klein)kind kunnen voorlezen. Het is dus belangrijk dat de taal die ze leren geplaatst wordt in context waarin ze deze nodig hebben.’

Angst
Maar wat als mensen niet geholpen willen worden? Dan kun je hun mening het beste respecteren, zegt Ellen Paternier. Uiteraard kan dit alleen als de laaggeletterdheid geen gevaarlijke situaties veroorzaakt. ‘Je kunt ze uitleggen dat er nu mogelijkheden zijn om aan hun taal te werken. Maar mochten ze van mening veranderen, dan mogen ze altijd aankloppen. Besef dat het ook met angst te maken kan hebben. Veel van deze mensen hebben geen goede schoolervaringen.’

Lees meer over laaggeletterdheid of bekijk de website van Stichting Lezen en Schrijven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *