bron: Cobouw
Bij 80 procent van de standaard hijsklussen wordt met niet-gecertificeerde hijsbegeleiders (aanpikkelateurs) gewerkt. Dat zeggen deskundigen tegen Cobouw naar aanleiding van het hijsdrama in Den Haag vorig jaar. “Wij roepen al jaren dat het bij wet geregeld moet worden, maar het ministerie van Sociale Zaken doet niets.”
Hij zat ongeveer op 80 meter hoogte. De kraanmachinist van BAM, die op die fatale dag in mei 2016 achter de knoppen zat en de macht over zijn lading steigerdelen verloor. Ze stuiterden via de hefsteiger de straat op, boven op een vrouw. De kraanmachinist, die dagelijks op eenzame hoogte zijn vak uitoefent, wordt mogelijk dood door schuld ten laste gelegd. Maar zou dat terecht zijn? Of zijn er mazen in de wet?
De aanpikkelateur die die ochtend dienst deed, beschikte niet over de juiste papieren. De kraanmachinist wist dat niet. Bovendien; strikt genomen hoeft een kraanmachinist ook geen certificaat te hebben, hij moet deskundig zijn. Maar wat is deskundig?
Ministerie blokkeert certificering
Het is Paul Uilenbroek, voorzitter van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT), al langer een doorn in het oog. “Al jaren dringen wij erop aan dat ook de hijsbegeleider gecertificeerd moet zijn. Maar het ministerie van Sociale Zaken wil daar niet aan.” Goed zicht op deze hijslading, die eigenlijk per truck vervoerd zou worden, had de kraanmachinist ook niet. De benodigde informatie? Niet gezien.
Alsof je een vliegtuig bestuurt met een blinddoek om. Zo moet de gemiddelde kraanmachinist zich soms voelen. Zeker als je bedenkt dat hij vrijwel altijd te maken heeft met een ondeskundige aanpikkelateur op de grond. Dat gevoel overheerst bij bestudering van het rapport van de Onderzoeksraad naar het ongeval bij dat oude ministeriegebouw, waar nota bene dagelijks bouwregels worden gemaakt. En toch zou het zo maar zo kunnen dat de kraanmachinist dood door schuld ten laste wordt gelegd.
Klassiek spanningsveld
Uilenbroek: “Formeel is de kraanmachinist ook verantwoordelijk voor de aanpikkelateur. Maar hem daarvoor veroordelen gaat te ver, omdat hij namelijk niet bevoegd is om niet te hijsen. Als hij zegt, ik ga niet hijsen, mij te link, dan wordt hij beschouwd als grote klootzak. Op vertraging zit niemand te wachten, het werk moet door, een klassiek spanningsveld in de bouw.”
In dit specifieke hijsongeval is vooral discussie over de manier van hijsen. Je kunt dat op twee manieren doen. Gestropt of in de broek. De bewuste lading die een vrouw het leven kostte, ging in de broek omhoog, en dat is bij steigermateriaal ongebruikelijk. De kraanmachinist plaatst daar echter een kanttekening bij in het rapport van de Onderzoeksraad. “Er is geen verboden hijsmethode toegepast.”
Daar kon hij nog weleens gelijk in krijgen, denkt Uilenbroek. In de wet is namelijk niet gereguleerd hoe je moet hijsen. “Je moet gecertificeerd zijn, deskundig te werk gaan, maar hoe je dat precies doet, staat niet in de wet.”
Willem van Herwijnen van het Zwarte Corps, een vakbond voor machinisten, vindt ook dat je de kraanmachinist niet zomaar de schuld van het Haagse hijsongeval in de schoenen kunt schuiven. “Deadlines moeten gehaald. Misschien is er wel stevig druk op hem uitgeoefend door de werkgever. Als hij zijn werk niet doet, kan hem dat zomaar zijn baan kosten.”
Frustratie onder kraanmachinisten
Ook van Herwijnen komt op voor de kraanmachinist in kwestie. “Zolang bij wet niet verplicht is dat de aanpikkelateur gecertificeerd is, kun je kraanmachinisten dit soort dingen niet kwalijk nemen. Als kraanmachinist weet je niet wat voor kennis iemand heeft die onder aan de kraan staat.”
Het is volgens hem al jaren één van de grootste frustraties van kraanmachinisten. Dat bleek onlangs weer eens uit een enquête. Op nummer 1: de hijsbegeleider die niet aan de eisen voldoet.
Lion Verhagen, directeur van de Vereniging Verticaal Transport (VVT), noemt de positie van kraanmachinisten kwetsbaar. Hij bevestigt dat er vaak ondeskundige aanpikkelateurs op de begane grond staan, een “groot probleem”. “Hij moet namelijk blind kunnen vertrouwen op de mensen beneden hem. Ondanks de camera, die overigens ook niet altijd in een kraan aanwezig is, krijgt hij nooit alles mee. Ik vraag me ook echt af of deze kraanmachinist zicht heeft gehad op de last. In dat geval zag hij pas later dat de last niet was gestropt. Misschien dacht hij wel: hemeltjelief, wat is dit?”
Verhagen keek met een bijzonder oog naar de animatie die de Onderzoeksraad voor Veiligheid maakte van het ongeval. “De machinist hield zijn last lang laag bij het dak. Misschien wilde hij voorkomen dat zijn last zou gaan zwengelen. Als hij hoger had gezeten, was hij niet tegen de constructie aan gekomen en was het ongeluk niet gebeurd.”
Er was nog een andere optie: de last laten zakken. “Maar dat is een hele moeilijke beslissing. Kraanmachinisten die ‘zeuren’, krijgen geregeld naar zich toegeslingerd: hoepel dan maar op. De last laten zakken, doe je dus niet snel.”
Aanpikkelateur laag in de pikorde
De kraanmachinist is verantwoordelijk, maar volgt vooral de bevelen op van zijn meerderen. Dat is wat er volgens deskundigen dagelijks gebeurt. In de pikorde telt de aanpikkelateur nog minder mee. Verhagen: “Meestal wijzen ze daarvoor de mensen aan die ze op de bouwplaats het best kunnen missen; hé, ga jij maar bij de kraan assisteren.”
Bij wet verplichten dat een hijsbegeleider gecertificeerd moet zijn, gaat Verhagen echter te ver. “Partijen moeten zich dat zelf opleggen.” In Den Haag was ten tijde van het ongeval een gecertificerde hijsbegeleider aanwezig. Hij stond echter op de plek waar hij het steigermateriaal moest aannemen. Daar zou hij harder nodig zijn. Het Openbaar Ministerie is nog bezig met het onderzoek en kan nog niet aangeven of de kraanmachinist inderdaad wordt vervolgd.