Schaalvergroting en inhuur van ZZP’ers bedreigen veiligheid in de bouw

Door Podium-redactie , 16 maart 2015

Zeker nu de bouw uit de crisis komt, dreigt het met de veiligheid in de sector verder bergafwaarts te gaan. Die waarschuwing geeft ir. Marga Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden van de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SWZ) in een gesprek met Bouwend Nederland Podium. 
Dat komt volgens haar door schaalvergroting en ontwikkelingen die de bouwplaats veranderen in een conglomeraat van leidinggevenden, werknemers, uitzendkrachten en zzp’ers. Zo is er minder kans dat ‘gezond en veilig werken’ in de bouw voldoende wordt geborgd. Zuurbier spoort de sector aan zelf snel meer werk te maken van veiligheid op de bouwplaats. Anders kan er een wettelijke regeling komen.

Toch is er in de afgelopen jaren op het gebied van gezond en veilig werken in de bouw ‘een flink aantal belangrijke verbeteringen’ gerealiseerd, stelt Zuurbier voldaan vast. Ze wijst op de aangescherpte regels voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen en naar Europese regelgeving, waardoor de veiligheid van machines in de bouw toenam. “Maar die grotere veiligheid wordt deels teniet gedaan doordat bouwprojecten steeds groter worden én er op bouwplaatsen meer mensen rondlopen waarvoor niet duidelijk is geregeld wie er voor hun veiligheid verantwoordelijk is”, aldus de Arbo-directeur.
Zuurbier stel vast dat de bouw per saldo nu nog altijd in de top drie van onveilige bedrijfstakken zit, samen met de metaal- en zorgsector. “En kijk je naar het aantal meldingsplichtige ongevallen op het totaal aantal mensen dat in de bouw werkt, dus ongevallen met ziekenhuisopname en mogelijk blijvend letsel of overlijden, dan prijkt de bouw bovenaan.”

Intrinsiek veilig

Dat schaalvergroting in de bouw tot meer veiligheidsrisico’s leidt, heeft volgens Zuurbier te maken met dat op de bouwplaats de ‘omvang van het werk’ toeneemt: “Steigerstellages en hijskranen gaan meer de hoogte in, machines worden zwaarder. Ook worden kant en klare units de bouwplaats opgereden. Er werken minder mensen, maar met meer fysieke belasting. Het overzien van situaties op de werkvloer wordt lastiger. En een hijskraan kan intrinsiek veilig zijn, maar als die of een betonnen muurelement omvallen, heb je meteen slachtoffers. Terwijl die hijskraan er vroeger niet stond en een bakstenen muurtje dat omviel geen letsel veroorzaakte.”
De Arbo-directeur stelt ook vast dat de bouwplaats zich steeds meer ontwikkelt tot ‘een conglomeraat’ van leidinggevenden, werknemers, uitzendkrachten en zzp’ers, waarbij de veiligheid onderling niet altijd goed is geregeld. “Door het ruime begrip van ‘werkgever’ in de Arbowet worden zzp’ers en uitzendkrachten immers veelal gelijkgesteld met werknemers waar het gaat om de verantwoordelijkheid. Ze zijn daarmee niet uitgezonderd van de regels voor gezond en veilig werken die op de bouwplaats gelden. Hun directe baas moet erop toezien dat zij die regels naleven. Maar zoals uit onze laatste sectorrapportage van de bouw blijkt, komen onze inspecteurs regelmatig situaties tegen waarbij zo’n leidinggevende die zzp’ers niet aanspreekt op onveilig gedrag. Omdat hij vindt dat veilig gedrag hun eigen zaak is. Een aantal zzp’ers denkt dat zelf ook. Maar zo werkt het dus niet.”

Logisch gevolg

Zuurbier noemt de geschetste ontwikkeling een logisch gevolg van de crisis: “Veel aannemers ontslaan hun mensen in vaste dienst en gaan vervolgens op projectbasis werken met uitzendkrachten en zzp’ers, die in die situatie dus eigenlijk gewoon werknemers zijn. Door de crisis ging het bouwvolume naar beneden en nam verhoudingsgewijs het aantal ongevallen op de bouwplaats ook af. Maar we vrezen dat doordat de economie en bouw nu weer wat aantrekken, we een buitenproportionele toename zullen zien van het aantal ongevallen. Als gevolg dus van een gebrek aan goede afspraken over de veiligheid op de bouwplaats. Waardoor mensen niet op hun vingers worden getikt als ze bijvoorbeeld hun helm niet dragen of de beschermingskap van een machine afhalen omdat dat makkelijker werkt. Of dingen laten slingeren of een gat in de vloer niet goed afdichten, waardoor anderen struikelen of vallen. Van alle ongevallen die wij onderzoeken, blijkt dat bij een kwart geen invulling was gegeven aan het direct toezicht op de werkvloer.”

Optelsom

Zuurbier geeft aan dat ze ziet dat Bouwend Nederland ‘voor deelaspecten’ al stappen voor de veiligheid van alle partijen op de bouwplaats heeft gezet. Zoals voor het werken met bouwmaterialen waarbij kwartsstof vrijkomt. Maar de Arbo-directeur zegt moeite te hebben met inschatten van hoever de sector is met een regeling waarbij de optelsom van alle veiligheids- en gezondheids- (V&G) plannen op de bouwplaats ook klopt.
Zuurbier: “De Arbowet bepaalt dat in het V&G-plan moet staan hoe een werkgever op de bouwplaats de veiligheid garandeert. Met meer werkgevers op een bouwplaats, moet natuurlijk duidelijk zijn wie voor wie verantwoordelijk is en moet de optelsom van die verschillende V&G-plannen ook kloppen. Dat laatste is niet bij wet geregeld. Afgesproken is dus dat de sector dit zelf regelt. Die kan die regeling naar eigen inzicht vormgeven. Denkbaar is dat je er iemand op de bouwplaats verantwoordelijk voor maakt. Maar dat is dus aan de sector. Als het maar snel wordt geregeld. Want onze inspecteurs stellen vast dat het nu nog niet op het gewenste niveau is.”

De Arbo-directeur beaamt dat voor de regeling geen harde deadline is afgesproken, maar maant de sector toch aan tot spoed: ”Omdat wij dus vrezen dat nu de bouw uit de crisis komt, het anders naar verhouding tot nog meer ongevallen komt op de werkvloer.” Ze geeft aan dat de minister anders niet zal aarzelen zelf met een wettelijke regeling te komen: “Hij vindt het van het grootste belang dat er veilig en gezond gewerkt wordt in Nederland.”

Volg Podium op Twitter: @bouwendNLPodium

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *