Landelijke SZW themadag bouw
Niet alleen onjuist opgestelde steigers en ladders en het niet of verkeerd gebruiken van valbeveiligingssystemen zijn de oorzaak van de vele ongevallen. Volgens onderzoek van Inspectie SZW leidt ook het gebruik van verkeerd materiaal tot de nodige ongelukken. En niet te vergeten nonchalance en zelfs onwil. Vaak zijn bij valbeveiliging de lijnen te lang of de gordels niet juist vastgegespt. Steigers worden vaak onvolledig gemonteerd. Leuningen en kantplanken ontbreken. Ook kunnen rolsteigers instabiel zijn door het verkeerd plaatsen van diagonalen en stabilisatoren.
Boete of stillegging
Het beste werkt het om mensen mondeling aan te spreken op onveilig gedrag, zo blijkt uit onderzoek van de stichting Arbouw. En dat doet Inspectie SZW dan ook, al dan niet gepaard gaand met een boete (200 keer in 2014) of met stillegging van het werk (550 keer in 2014).
“Mij kan niets gebeuren”
Vaak hebben werkgevers de risico’s onvoldoende geïnventariseerd. Maar ook denken de werknemers vaak: “Mij kan niets gebeuren”, vanuit de ervaring dat het steeds goed gaat. Als een bedrijf dit gedrag niet corrigeert, onvoldoende instructie geeft en niet voldoende toezicht houdt, vergroot dit de kans op ongevallen aanzienlijk, aldus Inspectie SZW.
Scherpe concurrentie bevordert veilig werken niet
De werkgevers en werknemers zijn wel van goede wil, althans dat was aan de reacties uit de zaal te horen. De zwarte piet ging naar architecten en opdrachtgevers. Zij houden bij begroten en aanbesteden geen rekening met het feit dat beveiligende maatregelen vaak extra kosten met zich meebrengen en bieden geen financiële ruimte om echt veilig te werken. De goedkoopste krijgt de order. Wie kan voor een all-in montageprijs van zonnepanelen van minder dan € 1000 het huis netjes in de steigers zetten? Gevolg: ook in 2014 meerdere dodelijke ongevallen.
Invloed SZW beperkt
Carin Benders, landelijk projectleider Inspectie SZW, erkent dat haar mogelijkheden om hier iets aan te doen beperkt zijn. “Wij kunnen alleen handhaven aan de uitvoeringskant.” Wel gaf ze aan haar invloed aan te wenden om te komen tot veiligheidsbepalingen bij grote tenders voor bijvoorbeeld schilderwerk en zonnepanelen.
Valbeveiligingssystemen bieden schijnveiligheid
Veiligheidskundig specialist Ron Maters van RVK stelde een vraag aan de zaal: “Hoe lang denkt u dat een werknemer in leven blijft als hij van een dak is gevallen en aan een lijn hangt?” De antwoorden uit de zaal varieerden van “twaalf uur” tot “twintig minuten”. Het goede antwoord bleek: dertig minuten. Het gaat dus maar al te vaak om schijnveiligheid.
Gebouweigenaren, werkgevers en werknemers treffen maatregelen voor de veiligheid, maar die bieden in veel gevallen geen echte bescherming. Gebouweigenaren gaan vaak over tot het plaatsen van valbeveiligingssystemen om zich in te dekken, mocht er onverhoopt een ongeval plaatsvinden. Hekwerken bieden echter een veel betere bescherming en zijn meestal van onderaf niet zichtbaar. Ze zijn in aanschaf duurder dan een lijnverankering, maar als naar de kosten over een periode van vijftien jaar wordt gekeken, zijn hekwerken veelal goedkoper.
Arbowet duidelijk – valbeveiliging laatste redmiddel
In een gezamenlijke presentatie met Ron Maters ging Carin Benders in op de mogelijkheden om vallen van hoogte te voorkomen. Ze legde uit dat de Arbowet niet voor niets de volgorde voorschrijft waarin maatregelen moeten worden genomen.
Allereerst is het van belang dat bij het ontwerp en de planning van de bouw- of onderhoudswerkzaamheden wordt gezorgd dat de kans op een val of het valgevaar tot een minimum wordt beperkt. Is de zogeheten bronoplossing niet mogelijk, dan moet collectieve valbeveiliging worden aangebracht. Pas als laatste redmiddel kan de werkgever zijn toevlucht nemen tot persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals een harnas met leeflijn. Voorkomen moet worden dat persoonlijke beschermingsmiddelen een onjuist beeld van de veiligheid geven.