JONG GELEERD IS OUD GEDAAN

Er is op het moment weer (meer) aandacht voor de specifieke risico’s die jongeren lopen in het arbeidsproces. In dit artikel zetten we een aantal aandachtspunten op een rij voor veilig werken met jongeren.

Jongeren vormen een kwetsbare groep onder de werknemers. Ze zijn lichamelijk en geestelijk nog in ontwikkeling. Dit zorgt voor een geringer besef van gevaar en risico. Daarnaast zijn ze beweeglijker dan oudere werknemers en hebben ze minder ervaring met arbeidssituaties. Speciale aandacht en specifiek beleid zijn dan ook nodig om de arbeidsrisico’s voor deze groep te verminderen. Dat geldt al helemaal als het gevaarlijk werk betreft.

Het loont om de jeugdige werknemer vroeg te trainen in arbeidsveiligheid. Veilig werken moet een vast onderdeel worden van het werkproces. Jong geleerd is immers oud gedaan.

 

Kind bij wet?

De wetgeving verdeelt de categorie jongeren in drie groepen: 13 t/m 15 jaar, 16 en 17 jaar en jongeren tot 25 jaar.

  1. Jongeren uit de eerste groep zijn nog kinderen.

  2. Bij de groep 16- en 17-jarigen spreken we van jeugdige werknemers.

  3. De laatste groep is voor de wet volwassen.

 

Werk: wat wel, wat niet?

Kinderen mogen alleen lichte (hulp)arbeid verrichten: folders rondbrengen, auto’s wassen, vakken vullen (maar geen kassawerk!). Werken in een industriële omgeving is voor deze groep verboden.

De tweede groep mag al veel meer, zeker in het kader van een eventuele opleiding. Maar let op: er zijn wel degelijk ook beperkingen. Zo mogen zij bijvoorbeeld niet werken met gevaarlijke stoffen of biologische agentia, of met wilde dieren. Ook hebben zij recht om meer rust, bijvoorbeeld in de vorm van pauzes.

Hoewel voor de wet volwassen, zijn ook de 18 t/m 25-jarigen nog fysiek en mentaal in ontwikkeling en missen ze ervaring. Speciale aandacht blijft ook voor hen dus erg belangrijk.

 

Voorlichting en onderricht

Vaak gaat het bij jeugdige werknemers onder 18 jaar om een eerste baan. Zij hebben daardoor behoefte aan extra informatie. Dat maakt het belangrijk voorlichtings- en onderrichtsprogramma’s op hen aan te passen. Artikel 8 lid 5 Arbowet noemt een aantal onderwerpen die bij de voorlichting aan jeugdige werknemers [+link]  extra aandacht moet krijgen.

 

Deskundig toezicht

Als jeugdigen werkzaamheden verrichten in een bedrijf, is het zaak adequaat en deskundig toezicht op hen uit te oefenen. De werkgever moet in een concreet geval vaststellen wat dat adequate toezicht inhoudt aan de hand van de risico-inventarisatie en –evaluatie (art. 1,37 Arbobesluit).

Ook moeten er in de onderneming goede, voor iedereen duidelijke afspraken zijn over het noodzakelijke toezicht.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *