In 2008 vielen er op de bouwplaatsen in Nederland 15 doden, in 2011 nog maar 9, zo meldde de inspectie. Over dezelfde periode daalde ook het aantal gewonden licht, namelijk van 389 naar 355. Anderzijds lag dat aantal in 2010 nog lager, namelijk op 340.
Het ministerie kan de daling niet direct verklaren. „Elke dode is er uiteraard één te veel. Maar het zijn heel kleine aantallen, dus we hebben niet onderzocht of het nu met een reden daalt. Bovendien, één ernstig ongeluk kan de boel vertekenen”, liet een woordvoerder weten. „De bouw is een gevaarlijke sector. Per werknemer is de kans vijf keer groter op een ongeval dan in een gemiddelde sector. De risico's zijn groot en al mogen de cijfers de suggestie wekken dat het veiliger wordt, wij willen daar ver van blijven.”
Bovendien moet bij de cijfers wel worden opgemerkt dat het slecht gaat met de bouw. De omzet van de totale bouwsector daalde met 7,7 miljard euro. Daardoor steeg het totaal aantal ongevallen per miljard euro productie licht.
De belangrijkste oorzaken van ongelukken zijn het niet in acht nemen van de veiligheid en het niet dragen van bescherming. Botbreuken aan de benen, voeten en enkels komen het vaakst voor, gevolgd door inwendig letsel. De inspectie wil het aantal doden en gewonden verder laten dalen, onder meer door een betere voorlichting aan bedrijven, volhardende inspecties bij bedrijven die zich niet aan de regels houden en meer maatregelen om ongelukken te voorkomen.
In 2011 vielen er twee doden, toen een deel van het stadion van FC Twente, de Grolsch Veste, instortte tijdens de bouw.